De discussie over de scheidslijn tussen werknemers en zelfstandigen speelt al jaren. In juli 2018 oordeelde de Rechtbank Amsterdam dat een bezorger van Deliveroo aan te merken was als een zzp’er. Op 12 januari jl. oordeelde de dezelfde rechtbank dat de rechtsverhouding tussen Deliveroo en haar bezorgers (toch) is aan te merken als een arbeidsovereenkomst. In de eerste zaak is de schriftelijke overeenkomst als uitgangspunt genomen. In de laatste zaak is naast de schriftelijke overeenkomst ook aandacht besteed aan de invulling van de overeenkomst in de praktijk.
In juni 2015 is Deliveroo begonnen met haar activiteiten in Nederland. Het digitaal platform koppelt onafhankelijke restaurants middels een bestel- en betaalsysteem gekoppeld aan klanten.
Per februari 2018 heeft Deliveroo besloten de arbeidsovereenkomsten met haar bezorgers niet meer te verlengen. Bezorgers werken nu alleen nog op basis van een overeenkomst van opdracht. Een zogeheten ‘partnerovereenkomst’.
Deliveroo maakt bij de toedeling van de bezorging van maaltijden gebruik van een algoritme, genaamd ‘Frank’. Maaltijdbezorgers die de overeenkomst hebben gesloten kunnen via deze app inloggen. Zij kunnen zich meteen beschikbaar melden, maar ook toekomstige tijdvakken reserveren in een gebiedszone waarin zij willen bezorgen voor Deliveroo. Een door Deliveroo op de app aangeboden bestelling, mag een bezorger te allen tijde weigeren. Verder kunnen bezorgers zich laten vervangen om de bestellingen door een ander te laten bezorgen.
Het materiaal levert de bezorger zelf. In ieder geval een smartphone en het vervoermiddel (een fiets, motorfiets, auto of scooter). Het benodigde door de bezorger aan te schaffen materieel, waaronder een box voor vervoer van eten/drinken, dient te voldoen aan Deliveroo’s veiligheidsvoorschriften.
In een door de FNV aangespannen rechtszaak is de kern van het geschil de vraag of de rechtsverhouding tussen de bezorgers van Deliveroo (nog steeds) is aan te merken als een arbeidsovereenkomst in de zin van artikel 7:610 lid 1 of lid 2 BW (zoals FNV betoogd werd) of als een overeenkomst van opdracht als bedoeld in artikel 7:400 BW (zoals Deliveroo stelde).
De kantonrechter neemt alle omstandigheden in aanmerking om te beoordelen of het karakter van de rechtsverhouding tussen Deliveroo en haar bezorgers zodanig is veranderd, dat niet langer wordt voldaan aan de elementen van de arbeidsovereenkomst. Met name kijkt de kantonrechter naar het element ‘gezagsverhouding’.
De verhouding tussen Deliveroo en de bezorgers is met de invoering van de nieuwe contractvorm niet wezenlijk veranderd. De kantonrechter oordeelt dat binnen de rechtsverhouding nog altijd sprake is van een gezagsverhouding tussen Deliveroo en haar bezorgers. Hierbij spelen de digitale systemen die Deliveroo gebruikt voor het inroosteren van de bezorgers en de bezorging van maaltijden een belangrijke rol.
Bezorgers kunnen weliswaar zelf bepalen of zij een opdracht aannemen of niet. De gevolgen van het weigeren van een opdracht of minder vaak beschikbaar zijn, werkt echter in het nadeel van de bezorgers. Niet alleen bij het toebedelen van opdrachten maar ook bij het behalen van bonussen. Dat op (herhaaldelijk) weigeren van bestellingen niet meer de sanctie van ontslag op staande voet staat, acht de kantonrechter niet doorslaggevend. De verschillende systemen in onderlinge samenhang bezien en in het bijzonder het feit, dat Deliveroo prestatiecriteria hanteert voor bezorgers die dan bij voorrang kunnen inloggen voor (gewilde) sessies, maakt dat ook de vrijheid om te weigeren aanzienlijk minder groot is dan het contract suggereert.
Verder bestaat er voor de bezorgers volgens de overeenkomst de mogelijkheid zich te laten vervangen. De mogelijkheid tot vervanging is in de praktijk inhoudsloos. Op het moment van acceptatie en toewijzing van de concrete bestelling een concrete opdracht ontstaat, zal gezien het korte tijdbestek waarbinnen de maaltijd moet worden afgeleverd geen behoefte en ruimte bestaan om van deze mogelijkheid gebruik te maken.
Met betrekking tot artikel 7:659 lid 1 BW, de verplichting van de werknemer om de arbeid zelf te verrichten, overweegt de kantonrechter dat dit artikel de ruimte biedt om zich met toestemming van de werkgever door een derde te doen vervangen. Het feit dat de bezorger zich enkel mag laten vervangen door een vooraf bij Deliveroo bekend gemaakt persoon, kan worden aangemerkt als toestemming om zich door een derde te laten vervangen.
De kantonrechter oordeelt dat ten tijde van het verrichten van de werkzaamheden door Deliveroo middels zijn systemen dezelfde invloed op de vervanger kan uitoefenen als op de bezorger, terwijl de bezorger op dat moment geheel afwezig is en er dus geen sprake is van een situatie waarin hij toezicht heeft. Bovendien stelt Deliveroo middels het contract met de bezorger aan de vervanger dezelfde eisen als aan de bezorger. Onder deze omstandigheden staat de ruime vervangingsmogelijkheid op zich niet in de weg aan het aannemen van een gezagsverhouding.
Achtergrond van het geschil is de vraag wanneer er sprake is van een arbeidsovereenkomst. Op grond van artikel 7:610 BW is er sprake van een arbeidsovereenkomst als
‘de ene partij, de werknemer, zich verbindt in dienst van de andere partij, de werkgever, tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te verrichten’
Er moet dus worden voldaan aan vier elementen:
1. de verplichting tot het verrichten van arbeid;
2. de verplichting loon te betalen;
3. gedurende een zekere tijd;
4. in dienst van de andere partij.
Het zwaarte punt ligt in de praktijk op het laatste vereiste, de gezagsverhouding. In de onderhavige zaak staat dit element ook centraal.
Door het oordeel van de kantonrechter dat de bezorgers feitelijk geen zzp-ers zijn, hebben de bezorgers van Deliveroo ineens de status van werknemer met alle bijbehorende rechten. In een opvallend uitgebreide reactie stelt het bedrijf:
‘In de uitspraken is duidelijk niet meegenomen hoe bezorgers in de praktijk met ons werken. Toen dezelfde Rechtbank Amsterdam afgelopen zomer de overeenkomsten van opdracht met bezorgers en onze manier van werken onderzocht, oordeelde ze vervolgens eenduidig dat Deliveroo-bezorgers werken als zelfstandigen.’
Tegen die achtergrond is het niet raar dat Deliveroo heeft aangekondigd in hoger beroep te zullen gaan. Wordt aldus vervolgd!