In deze bijdrage komt een tweetal uitspraken aan de orde die zien op integriteit. Beide uitspraken gaan over werknemers van de Dienst Justitiële Inrichtingen. In een uitspraak van de kantonrechter Noord-Nederland van 14 juni 2022 ging het om een onvrijwillige omhelzing. In een arrest van het Gerechtshof van 10 mei 2022 ging het om een verzwegen relatie en het vertellen van onjuistheden over een sollicitatie.
Een collega van de werknemer in kwestie, een senior-complexbeveiliger, heeft gemeld dat de werknemer haar tijdens het werk plotseling heeft omhelsd. Ook drukte hij zijn lichaam tegen haar aan. Ze voelt zich sindsdien minder veilig op het werk. De werknemer is op 30 juli 2001 met onmiddellijke ingang geschorst. Begin september is het Bureau Integriteit ingeschakeld om de kwestie te onderzoeken.
Uiteindelijk verzoekt de Staat de kantonrechter de arbeidsovereenkomst van de senior complexbeveiliger te ontbinden. Aan het verzoek ligt ten grondslag de omhelzing van een collega door de betreffende complexbeveiliger. De kantonrechter moet dus oordelen over de vraag of de werknemer met deze omhelzing (ernstig) verwijtbaar heeft gehandeld. En kan van DJI nog worden gevergd de arbeidsovereenkomst met werknemer te laten voortduren?
De kantonrechter te Gouda stelt vast dat de werknemer in juni of juli 2021 zijn vrouwelijke collega in een gesloten ruimte met glazen wanden heeft omhelsd. De kantonrechter kan niet precies vaststellen hoe de omhelzing plaatsvond. Volgens de collega pakte de werknemer haar bij haar middel. Vervolgens zou hij haar tegen zich aan hebben gedrukt. De werknemer geeft aan dat hij haar bij haar schouders pakte en ‘hugde’.
De kantonrechter oordeelt dat de omhelzing van werknemer valt in de categorie seksuele intimidatie zoals omschreven in de Gedragscode Integriteit Rijk. Het is ongewenst gedrag. De werknemer is van de gedragscode op de hoogte. De kantonrechter oordeelt verder dat het omhelzen van een collega zonder te weten of die ander daarvan gediend is of dat op prijs op stelt, zonder meer ongewenst gedrag is. Bovendien heeft de collega de omhelzing als ongewenst ervaren. Het maakt daarbij niet uit of binnen de Penitentiaire Inrichting al dan niet een knuffelcultuur zou heersen. Ook maakt het niet uit dat werknemer geen seksuele bedoelingen had met de omhelzing.
De kantonrechter overweegt dat het om een relatief nieuwe collega ging. De collega was ook nog eens vanuit een arbeidstoeleidingstraject bij DJI werkzaam. Het ging dus om een kwetsbare collega die ook nog eens in een lagere positie dan werknemer werkzaam was. Ze bevond zich daarmee in een afhankelijkheidspositie ten opzichte van de werknemer. De omhelzing vond plaats in een afgesloten ruimte. Deze ruimte kon niet eenvoudig worden verlaten. De kantonrechter concludeert dat de werknemer had kunnen en had moeten begrijpen dat hij zijn collega niet zomaar ongevraagd kon omhelzen. Het is de werknemer te verwijten dat zijn collega zich minder veilig voelde. Hij heeft met de ongevraagde omhelzing de grenzen van zijn collega overschreden.
Toch rechtvaardigt een en ander geen beëindiging van de arbeidsovereenkomst. De kantonrechter hecht eraan dat de werknemer tot aan de omhelzing een onberispelijke staat van dienst heeft gehad. Daarnaast bleek nergens uit dat het gedrag van de werknemer tot een onveilige werkomgeving zou leiden. Er zijn geen andere incidenten met (vrouwelijke) collega’s bekend. De werknemer gaf in het eerste gesprek met DJI al aan zijn excuses te willen aanbieden aan zijn vrouwelijke collega. Ten slotte neemt de kantonrechter nog de zeer zware gevolgen van een eventuele ontbinding voor werknemer in aanmerking. De kantonrechter wijst het ontbindingsverzoek dan ook af.
Anders liep het af in de zaak van een andere werkneemster van DJI. Het Gerechtshof ontbond op 10 mei jl. de arbeidsovereenkomst van een werkneemster van DJI die een relatie met een collega verweeg. Bovendien vertelde de werkneemster onjuistheden over deze relatie en over een door haar verrichtte sollicitatie.
De betreffende medewerkster is sinds 1 september 2019 als complexbeveiliger bij DJI voor PI Alphen aan den Rijn werkzaam. Op 24 december 2020 is werkneemster arbeidsongeschikt uitgevallen. Werkneemster maakte eerst een ernstig BHV-incident mee, waarbij een gedetineerde was overleden. In maart 2021 werkte werkneemster weer voor 50%.
De Staat verzoekt de kantonrechter om ontbinding van de arbeidsovereenkomst met werkneemster. Volgens de Staat heeft werkneemster een collega valselijk beschuldigd namens haar te hebben gesolliciteerd. Later bleek dat ze dit zelf had gedaan. Daarnaast bleek werkneemster met diezelfde collega een relatie te hebben gehad. En relatie die werkneemster niet uit zichzelf aan haar leidinggevende heeft gemeld. Bovendien informeerde de werkneemster haar leidinggevenden hierover verschillende keren onjuist.
In eerste aanleg wees de kantonrechter het verzoek tot ontbinding af. De kantonrechter oordeelde dat de werkneemster niet als goed werknemer handelde door haar leidinggevende niet de juiste informatie te geven over haar sollicitatie. Ook stelde de kantonrechter vast dat werkneemster de privérelatie die zij in 2020 heeft onderhouden, in strijd met haar verplichtingen, niet aan haar direct leidinggevende heeft gemeld. Bovendien was zij niet open nadat hierover vragen aan haar zijn gesteld. Toch oordeelde de kantonrechter dat van ernstig verwijtbaar handelen gezien de omstandigheden van het geval geen sprake was. De kantonrechter vond het aannemelijk dat de direct leidinggevende de werkneemster in het nauw heeft gebracht met zijn vragen. De kantonrechter oordeelde dat van een (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte werknemer minder mag worden verwacht dan van een (volledig) arbeidsgeschikte werknemer. Bovendien leidt het niet melden van een privérelatie doorgaans tot een berisping en niet tot een ontslag.
Het Gerechtshof komt tot een ander oordeel dat de kantonrechter en ontbindt de arbeidsovereenkomst. Voor het Hof staat het vast dat de werkneemster in ieder geval ruim een half jaar in de periode tot december 2020 een affectieve relatie heeft gehad met een collega. Deze relatie kan worden aangemerkt als privérelatie als bedoeld in de Gedragscode die bij DJI geldt. Het Hof stelt vast dat de werkneemster haar leidinggevende(n) niet uit eigen beweging op de hoogte heeft gebracht van deze relatie. De Gedragscode schrijft voor dat dit wel zou moeten. Voor de werkneemster had het gelet op de tekst van de Gedragscode duidelijk moeten zijn dat zij de relatie had moeten melden.
Het Hof oordeelt verder dat de werkneemster had moeten begrijpen dat DJI-medewerkers op het gebied van integriteit en betrouwbaarheid moeten voldoen aan hoge eisen. Eveneens wijst het Hof daarbij op het bijzondere karakter en de risico’s van het werken binnen een penitentiaire inrichting. Het Hof oordeelt dat haar gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid geen rechtvaardiging vormt voor het niet melden van haar relatie. Bovendien ontkende werkneemster in een gesprek op 8 april 2021 desgevraagd uitdrukkelijk dat zij een relatie had of heeft gehad met haar collega. Volgens het Hof had zij op deze vraag naar waarheid antwoord moeten geven. Ook is komen vast te staan dat werkneemster in gesprekken met Bureau Integriteit herhaaldelijk onjuiste informatie heeft gegeven over haar relatie met de collega.
Ten slotte staat vast dat werkneemster haar leidinggevende herhaaldelijk onjuist heeft geïnformeerd over haar sollicitatie. Al deze feiten rechtvaardigen volgens het Hof een ontbinding op de e-grond (verwijtbaar handelen). Het Hof overweegt daarbij nog dat een ambtenaar in een penitentiaire inrichting te voldoen heeft aan hoge – en kenbaar gemaakte – maatstaven van integriteit. Werkneemster heeft zich niet gedragen zoals van haar verwacht mag worden. Volgens het Hof kan niet gesproken worden van ernstig verwijtbaar handelen. Het kan volgens het Hof niet worden uitgesloten dat het gedrag van werkneemster mogelijk kan worden verklaard door haar jeugd en onervarenheid. Ook kan haar arbeidsongeschiktheid nog een rol hebben gespeeld. DJI moet werkneemster wel een transitievergoeding betalen.
Het is in zaken waar het integriteit betreft niet altijd even makkelijk te voorspellen hoe de rechter zal oordelen. Omstandigheden als de functie, de (kenbaar gemaakte) gedragsregels en persoonlijke situatie spelen een rol. Bent u verwikkeld in een integriteitskwestie dan kunt u voor advies en eventueel rechtsbijstand contact met ons opnemen.