De werknemer had op 1 mei 2022 een eerste arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd bij Topgeschenken. In de loop van het dienstverband volgden nog twee verlengingen, waarvan de laatste liep tot 1 juni 2024. Op vrijdagavond 19 mei 2023 trof zij haar werkgever (CEO) in een horecagelegenheid. Later die nacht ontstond op straat een vechtpartij tussen haar partner en de CEO, waarbij zij volgens getuigen actief betrokken was. De CEO liep verwondingen op, waaronder krassen die vermoedelijk van haar kunstnagels afkomstig waren.
Nog diezelfde dag volgde een ontslag op staande voet. De werkneemster werd verweten haar partner geholpen te hebben bij de mishandeling van haar werkgever, hem grof te hebben beledigd en daarmee ernstig verwijtbaar te hebben gehandeld. Zij betwistte dit en stelde dat zij slechts had geprobeerd de vechtende mannen uit elkaar te halen. In rechte eiste zij onder meer een billijke vergoeding, transitievergoeding, achterstallig loon en vergoeding van buitengerechtelijke kosten.
In een tussenvonnis hakte de kantonrechter een aantal knopen door. Zo oordeelt de kantonrechter dat het ontslag op staande voet onverwijld is gegeven. Voorts gaf hij een bewijsopdracht aan de werkgever. In dat kader werden meerdere getuigen gehoord, onder wie de CEO zelf, diens neef, de werknemer en haar partner.
In zijn eindvonnis heeft de kantonrechter geoordeeld dat de werkgever het bewijs had geleverd dat de werknemer haar partner had geholpen bij de mishandeling. Daarmee was er, zo oordeelde de kantonrechter, een dringende reden die een ontslag op staande voet rechtvaardigde.
De werknemer kon zich niet vinden in het oordeel van de kantonrechter. Zij ging in beroep bij het gerechtshof.
Ook in hoger beroep ving de werkneemster bot. Het gerechtshof oordeelde dat voldoende bewezen was dat zij haar partner actief had geholpen bij de mishandeling. Zij had niet alleen gescholden, maar ook fysiek ingegrepen door te duwen en trekken – zodanig dat letsel ontstond. Het hof hechtte waarde aan de verklaringen van getuigen die haar gedrag omschreven als boos, emotioneel en aanvallend. De alternatieve lezing – dat zij slechts wilde sussen – achtte het hof niet geloofwaardig. Daarmee was sprake van ernstig verwijtbaar handelen. Het ontslag op staande voet werd
rechtsgeldig geacht, de gevraagde vergoedingen afgewezen en de proceskosten kwamen voor haar rekening.
Deze zaak onderstreept dat werknemers zich ook buiten werktijd bewust moeten zijn van hun gedrag, zeker als daar collega’s of leidinggevenden bij betrokken zijn. Hoewel het incident in de privésfeer plaatsvond, was de impact op de arbeidsrelatie zodanig dat beëindiging op staande voet gerechtvaardigd werd geacht.
Grensoverschrijdend gedrag in de privésfeer kan – onder omstandigheden – kwalificeren als een dringende reden voor ontslag op staande voet. Een les die voor zowel werkgevers als werknemers van waarde is.
Hebt u vragen over het arbeidsrecht of behoefte aan rechtsbijstand? Neem dan contact met ons op. De arbeidsrechtspecialisten van Vogelaar Bosch Spijer Advocaten staan voor u klaar.
