Schoonmaker ziek bij wisseling schoonmaakproject?

Geplaatst op 24 juli 2024 door mr. E. (Elkan) Spijer

Wanneer sprake is van contractwisseling in de schoonmaakbranche gelden er regels die zijn opgenomen in de CAO schoonmaak- en glazenwassersbedrijf. Zo dient het schoonmaakbedrijf dat een schoonmaakproject overneemt de werknemers van het bestaande schoonmaakbedrijf een contract aan te bieden. Dit geldt echter niet voor werknemers die langdurig ziek zijn. In een uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland d.d. 19 juni 2024 stond ter discussie of van deze uitzondering sprake was.

Wat speelde er?

Beide partijen zijn schoonmaakbedrijven. De opdrachtgever van het gedaagde schoonmaakbedrijf beëindigde de schoonmaakopdracht per 1 januari 2023 en gaf deze opdracht vervolgens aan het eisende schoonmaakbedrijf.

De CAO schoonmaak- en glazenwassersbedrijf verplicht het overnemende schoonmaakbedrijf een contract aan te bieden aan het schoonmaakpersoneel van het vertrekkende schoonmaakbedrijf. Daarop bestaan een aantal uitzonderingen. Zo geldt deze verplichting niet voor werknemers die op het moment van overname al 26 weken arbeidsongeschikt zijn.

Het overnemende schoonmaakbedrijf heeft al het personeel overgenomen. Een van hen meldt zich echter kort na overname ziek. Nader onderzoek leidde tot de conclusie dat er sprake was van genoemde uitzonderingssituatie. De werknemer was al meer dan 26 weken arbeidsongeschikt en verrichtte al langere tijd aangepast werk.

Het eisende schoonmaakbedrijf stelde zich op het standpunt dat zij deze werknemer niet had hoeven overnemen. Bij de kantonrechter eiste zij dan ook dat het vertrekkende schoonmaakbedrijf werd veroordeeld tot betaling van de loonkosten van deze werknemer tot aan zijn pensioen.

Het gedaagde schoonmaakbedrijf betwist dat sprake was van arbeidsongeschiktheid, laat staan dat deze werknemer al 26 weken ziek was.

Wat oordeelt de kantonrechter

De kantonrechter stelt vast dat uit de Cao volgt dat het bedrijf dat de opdracht verliest opgave doet aan het bedrijf dat de opdracht wint van de werknemers die bij de opdracht betrokken zijn en die het winnende bedrijf in dienst moet nemen. De CAO bepaalt verder dat schending van die informatieverplichting het verliezende bedrijf aansprakelijk maakt voor de schade die daarvan het gevolg is voor het winnende bedrijf.

Het gaat dus om een vordering tot schadevergoeding vanwege het schenden van die informatieverplichting. In het bijzonder gaat het erom dat geen informatie is vertrekt over de beweerde langdurige arbeidsongeschiktheid van een werknemer. Als het overnemende schoonmaakbedrijf dit had geweten had zij deze werknemer geen contract aangeboden. De kern van het geschil is dan ook of sprake was van langdurige ziekte ten tijde van de overname van het schoonmaakproject.

De kantonrechter oordeelt allereerst dat er sprake moet zijn van voortdurende arbeidsongeschiktheid gedurende 26 weken. Niet voldoende is dus dat sprake is van veelvuldig ziekteverzuim.

Vordering afgewezen

Het overnemende schoonmaakbedrijf wijst hiertoe op een verslag van haar eigen bedrijfsarts. Hoewel daarin is opgenomen dat de uitval van de werknemer verband houdt met een eerder bedrijfsongeval volgt daaruit niet dat deze werknemer al 26 weken arbeidsongeschikt was, aldus de kantonrechter.

Ook uit loonstroken van 2022 blijkt dat sprake was van veelvuldig ziekteverzuim. Maar niet van een aaneengesloten periode van ziekte van 26 weken.

Een door het eisende schoonmaakbedrijf verstrekt verslag van een gesprek met een collega biedt evenmin voldoende onderbouwing. Dat de werknemer al lange tijd aangepast werk deed zegt onvoldoende. De kantonrechter concludeert dan ook dat de eis onvoldoende is onderbouwd.

Ter zitting spreken partijen echter af dat informatie zal worden opgevraagd bij de arbodienst van het gedaagde schoonmaakbedrijf. Dit om te bewerkstelligen dat de kantonrechter een meer inhoudelijk oordeel kan geven. Daarmee zou een mogelijk hoger beroep ook voorkomen kunnen worden.

Uit deze informatie blijkt weliswaar van veelvuldig ziekteverzuim maar niet van een aaneengesloten periode van 26 weken ziekte voorafgaand aan de overname van het project. De kantonrechter wijst de vordering dan ook af en veroordeelt het eisende schoonmaakbedrijf in de kosten van het geding.

Conclusie

Het eisende schoonmaakbedrijf was in dit geval onvoldoende in staat om haar stellingen te onderbouwen. Daarbij speelde een rol dat zij niet kon beschikken over informatie van de arbodienst van het vertrekkende schoonmaakbedrijf. Niet duidelijk is of deze informatie door de arbodienst van het nieuwe schoonmaakbedrijf is opgevraagd. Tot het verstrekken daarvan is de oude arbodienst immers gehouden als de werknemer hiervoor toestemming geeft. Mogelijk dat een procedure dan niet noodzakelijk was. Hoe dit ook zij, het nieuwe schoonmaakbedrijf blijft vooralsnog met de loonkosten van de werknemer zitten.

Heeft u vragen over het bovenstaande of andere arbeidsrechtelijke vragen, dan kunt u te allen tijde contact met onze arbeidsrechtspecialisten opnemen.

Gepubliceerd op 24 juli 2024 door: mr. E. (Elkan) Spijer