Tatoeages op de werkvloer

Geplaatst op 18 januari 2023 door mr. E. (Elkan) Spijer

De tatoeage is zeer populair. Naar schatting heeft maar liefst 35% van de werkende Nederlanders een tatoeage. Veel werkgevers leggen hun werknemers voorschriften voor kleding en uiterlijk op. Ter illustratie moeten werknemers verplicht een bedrijfsuniform dragen of de tatoeages verbergen. In hoeverre dienen werknemers zich aan deze voorschriften te houden?

Instructierecht werkgever

Het Nederlandse arbeidsrecht regelt een instructiebevoegdheid van de werkgever. Dit recht houdt in dat de werkgever instructies kan geven aan de werknemer over het verrichten van de werkzaamheden. Ook kan hij instructies geven ter bevordering van de goede orde in de onderneming. Onder het instructierecht vallen ook instructies over de uiterlijke verzorging en kleding van de werknemer. Vaak stellen werkgevers voorschriften vast omwille van veiligheid, gezondheid, hygiëne en het bedrijfsimago. Artikel 7:660 BW bepaalt:

“De werknemer is verplicht zich te houden aan de voorschriften omtrent het verrichten van de arbeid alsmede aan die welke strekken ter bevordering van de goede orde in de onderneming van de werkgever, door of namens de werkgever binnen de grenzen van algemeen verbindende voorschriften, of overeenkomst aan hem, al dan niet tegelijk met andere werknemers, gegeven.”

Uitspraak Gerechtshof Den Haag

Een voorbeeld uit de rechtspraak is de uitspraak van het gerechtshof Den Haag van 28 december 2021. Wat speelt er in deze zaak?

RET verbiedt haar openbaarvervoercontroleurs hun tatoeages zichtbaar te hebben tijdens het uitvoeren van hun werkzaamheden. Het doel achter dit beleid is een neutrale, professionele uitstraling. Dit bevordert het gezag en de veiligheid van de controleurs. Daarentegen wil de Vakorganisatie Onafhankelijk RET-personeel (VOR) dat dit beleid van tafel gaat.

Een werkgever mag, binnen zekere grenzen, van de werknemer verlangen dat hij zich houdt aan de voorschriften over het verrichten van de werkzaamheden. De vraag die het gerechtshof moet beantwoorden is of het tatoeagebeleid in strijd is met de grondrechten van de werknemers. Daaronder valt het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer. Vervolgens onderzoekt het gerechtshof of het tatoeagebeleid een legitiem doel dient en of het beleid een geschikt, noodzakelijk en proportioneel middel is om dat doel te bereiken.

Het gerechtshof oordeelt dat het tatoeagebeleid een inbreuk maakt op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer of privacy. Immers beperkt het beleid de mogelijkheid tot persoonlijke expressie. Tatoeages bestaan vaak uit versieringen die gekleurd zijn door persoonlijke smaak en/of gebeurtenissen uit het leven. Die  behoren dus tot het privédomein. Dat betekent dat de verplichting om de tatoeages tijdens het werk bedekt te houden inbreuk maakt op de persoonlijke levenssfeer. Het instructierecht kan het grondrecht niet terzijde schuiven.

Geen geschikt en proportioneel middel

RET zegt het tatoeagebeleid van de politie te volgen. Daarentegen vindt het gerechtshof dat het tatoeagesbeleid niet een geschikt en proportioneel middel is om het beoogde doel te bereiken. Het gerechtshof overweegt dat uit een enquête en evaluatie van de Nederlandse politie blijkt dat 84% van de ondervraagden neutraal tegenover tatoeages staan. Verder volgt uit de evaluatie dat het zichtbaar dragen van tatoeages de afstand tot de burger niet vergroot of een belemmering is voor een professionele houding. Om die reden heeft de politie dan ook het tatoeagebeleid versoepeld. Het gerechtshof overweegt dat de enquête en evaluatie overtuigende aanwijzingen zijn dat het tatoeagebeleid geen geschikt of proportioneel middel is om het doel te bereiken. Ten slotte vindt het gerechtshof het inconsequent dat het tatoeagebeleid alleen geldt voor openbaarvervoercontroleurs en niet voor andere toezichthouders.

Conclusie

De werkgever heeft op grond van het instructierecht het recht om voorschriften te geven over uiterlijke verzorging en representativiteit van de werknemers. Daarentegen is het instructierecht niet onbegrensd. Hoe ver deze grenzen reiken, hangt af van de omstandigheden van het geval en de opvattingen in de maatschappij.  In het algemeen geldt dat tatoeages inmiddels geaccepteerd zijn in de maatschappij. Uit het voorgaande volgt dat een tatoeagebeleid een niet te snel te rechtvaardigen inbreuk op een grondrecht zal zijn.

Mocht u vragen hebben over het instructierecht, dan kunnen de arbeidsrechtadvocaten van Vogelaar Bosch Spijer u hierbij van dienst zijn. Neem gerust contact op met ons.

Gepubliceerd op 18 januari 2023 door: mr. E. (Elkan) Spijer