Gedurende ziekte van een werknemer heeft een werkgever doorgaans een loondoorbetalingsplicht van 104 weken. Nadien maakt een werknemer geen aanspraak meer op loon en kan hij in bepaalde gevallen een WIA-uitkering ontvangen. Desondanks kan het zijn dat een werkgever alsnog loon dient te betalen. Namelijk het loon over de resterende vakantiedagen.
Wettelijke vakantiedagen vervallen een half jaar na het kalenderjaar waarin de vakantiedagen zijn opgebouwd. De bovenwettelijke vakantiedagen vervallen vijf jaar na opbouw. Van deze termijnen kan worden afgeweken. Daarnaast zijn er twee uitzonderingen die het verval in de weg staan. Namelijk het niet in staat zijn de vakantiedagen op te nemen, bijvoorbeeld doordat de werknemer volledig arbeidsongeschikt is. Maar ook het nalaten van de werkgever om de werknemer over het verval te informeren. Ook dit kan een reden zijn dat de werknemer alsnog aanspraak kan maken op de vakantiedagen.
Onderhavige situatie deed zich voor in een zaak waarin de rechtbank Noord-Holland op 14 februari 2025 uitspraak deed. In deze zaak eindigde de loondoorbetalingsplicht van de werkgever en ontving de werkneemster een WIA-uitkering. Ruim een maand later informeerde de werkneemster de werkgever dat zij haar vakantiedagen wilde opnemen. Werkgever reageert hier niet op waarna de werknemer de procedure aanvangt. Werkgever stelt zich op het standpunt dat de aanspraak op vakantiedagen is komen te vervallen. Ook maakt werkneemster volgens werkgever geen aanspraak op loon over de vakantiedagen vanwege het eindigen van de loondoorbetalingsplicht.
De kantonrechter stelt werkneemster in het gelijk. De rechter baseert zijn beslissing onder andere op het door werkgever niet nakomen van de informatieplicht over het verval van de vakantiedagen. Ook was de werkneemster door volledige arbeidsongeschiktheid niet in staat de vakantiedagen op te nemen. Van verval van recht op loon over vakantiedagen bij het eindigen van de loondoorbetalingsplicht is geen sprake volgens de rechter. Het ontvangen van een WIA-uitkering maakt dit niet anders. Er bestaat geen wettelijke basis om een uitkering op het loon in mindering te brengen nadat de verplichting tot loondoorbetaling is geëindigd. Een uitkering kan slechts op loon in mindering worden gebracht tijdens de loondoorbetalingsplicht. De werkgever diende dan ook het loon over de vakantiedagen en de wettelijke verhoging en wettelijke rente te betalen.
Als werknemer behoud je dus bij resterend vakantiesaldo een loonaanspraak na het eindigen van de loondoorbetalingsplicht. Werkgevers moeten er rekening mee houden dat het einde van de loondoorbetalingsplicht niet automatisch de verplichting tot loonbetaling over vakantiedagen beëindigt. Tevens is het verloop van tijd onvoldoende om te kunnen stellen dat de aanspraak is komen te vervallen. Communicatie over het resterend vakantiesaldo is dan ook noodzakelijk zolang het dienstverband doorloopt na het eindigen van de loondoorbetalingsplicht.
Of het als werkgever verstandig is het dienstverband te laten doorlopen na het eindigen van de loondoorbetalingsplicht, verwijs ik u naar de blog van mijn collega, mr. Spijer, die hier verder op ingaat.
Vragen over bovenstaande blog of andere arbeidsrechtelijke vragen? U kunt te allen tijde contact met onze arbeidsrechtspecialisten opnemen.