Alimentatie en fiscaal niet verantwoord inkomen

Geplaatst op 5 oktober 2020 door mr. J.S. (Jorien) Bijsterbosch

Om alimentatie te kunnen berekenen moet eerst de hoogte van het inkomen worden vastgesteld. Met jaaropgaven, loonstroken, jaarstukken en uitkeringsspecificaties kom je een eind. Regelmatig krijg ik de vraag hoe het zit met zwart geld. Dit is inkomen waarover ten onrechte geen belasting wordt betaald. De rechtspraak over zwart geld bij de berekening van alimentatie is duidelijk: rechters nemen stellingen over zwarte inkomsten niet klakkeloos over.

Kinderalimentatie: behoefte minderjarigen en zwarte inkomsten

EchtscheidingHet Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch heeft in maart van dit jaar een uitspraak gedaan in een zaak waarin zwart geld een rol speelde bij de vaststelling van alimentatie. De rechter gaat bij de bepaling van de behoefte van minderjarigen uit van het netto besteedbaar gezinsinkomen ten tijde van de samenleving van partijen. De rechter stelt op basis daarvan de kosten van kinderen (behoefte) vast. Dit met toepassing van de in het rapport alimentatienormen vermelde NIBUD-tabel.

Het geschil tussen partijen spitst zich toe op de vraag of de rechter bij de becijfering van het netto besteedbaar inkomen van de man, voor de berekening van de alimentatie, rekening moet houden met inkomsten uit zwart werk. De vrouw voert aan dat sprake is van zwart werk. De man voert gemotiveerd verweer. Hij erkent dat eenmalig sprake is geweest van zwarte inkomsten. Dit laatste was, aldus de man, noodzakelijk in verband met de reparatie van de auto. Nadien is er geen zwart werk verricht. Dat blijkt ook niet uit de door de vrouw in het geding gebrachte whatsapp berichten. Daarom stelt de man dat nu er geen zwart geld is, hiermee ook geen rekening mag worden gehouden bij de becijfering van de alimentatie.

Geen sprake van structureel zwart werk

Het gerechtshof overweegt dat wel is gebleken van enig zwartwerk. Van zodanig structureel zwart werk dat sprake is van een behoefte verhogende factor, is echter geen sprake. De vrouw heeft haar stellingen op dit punt, tegenover de gemotiveerde betwisting van de man, onvoldoende onderbouwd. Het Gerechtshof houdt daarom bij de becijfering van de alimentatie geen rekening met de inkomsten uit zwart werk. Het gevolg is dat het hof de eerder door de rechtbank vastgestelde behoefte van de minderjarigen door het gerechtshof naar beneden bijstelt.

De behoefte kan je, in het kader van de alimentatie, zien als een plafond. Hoe hoger de behoefte, hoe hoger de bijdrage daarin (mits de alimentatieplichtige over voldoende financiële draagkracht beschikt). De alimentatieplichtige hoeft echter, rekening houdend met zijn/haar draagkracht, nooit meer bij te dragen dan de vastgestelde behoefte. Dit mag natuurlijk wel.

De draagkrachtberekening

Het gerechtshof houdt, net als bij de bepaling van de behoefte van de minderjarigen, bij de berekening van de financiële draagkracht van de man, geen rekening met inkomsten uit zwart werk. Ook op dit punt heeft de vrouw haar stelling met betrekking tot zwart werk onvoldoende met concrete feiten en omstandigheden onderbouwd.

Partneralimentatie: zwarte inkomsten van de onderhoudsgerechtigde

In een zaak bij het Gerechtshof Amsterdam twistten partijen over de vraag of en zo ja, met welk bedrag de man dient bij te dragen in de kosten van het levensonderhoud van de vrouw (de zogenoemde partneralimentatie). Partijen zijn verdeeld over de behoefte van de vrouw aan een uitkering tot haar levensonderhoud (ten laste van de man).

Behoefte onderhoudsgerechtigde

Bij de bepaling van de behoefte aan een bijdrage in de kosten van het levensonderhoud gaat de rechter, net zoals bij de bepaling van de behoefte van de minderjarigen, uit van het netto besteedbaar gezinsinkomen ten tijde van de samenleving van partijen. Vervolgens wordt bekeken wat de behoefte van de vrouw is en in hoeverre zij hierin zelf kan voorzien.

De man stelt dat de rechtbank bij het vaststellen van de behoefte van de vrouw ten onrechte is uitgegaan van een te lage verdiencapaciteit aan haar zijde. De vrouw had tijdens het huwelijk altijd gewerkt en had naast haar vaste inkomen zwarte inkomsten. Met andere woorden, de man acht de vrouw in staat om (grotendeels) zelf in haar inkomen te voorzien. Daarom zou hij minder of geen alimentatie hoeven te betalen.

Bewijs hogere verdiencapaciteit door inkomsten uit zwart werk

zwart inkomen alimentatieDe man voert aan dat de vrouw gemiddeld vier dagen per week werkte. Naast het salaris dat haar werkgever maandelijks overmaakte moet zij voor die werkzaamheden extra inkomsten hebben ontvangen. Ook stelt de man dat de vrouw tijdens hun samenwoning alle vaste lasten van de woning voldeed. Daarnaast betaalde zij de kosten van het levensonderhoud. Het door de vrouw ontvangen maandsalaris was ontoereikend om voornoemde kosten voor een gezin met twee kinderen te kunnen voldoen. Tot slot stelt de man dat de vrouw regelmatig contante geldbedragen op haar bankrekening stortte en heeft hij als bewijs daarvan een aantal bankafschriften in het geding gebracht.

De vrouw betwist dat deze geldstortingen zwarte inkomsten betreffen. Zij stelt dat zij die bedragen van de man ontving als huishoudgeld en deze vervolgens stortte. De man betwist deze stelling gemotiveerd. De vrouw verschaft het gerechtshof vervolgens onvoldoende duidelijkheid over de aard en de herkomst van de stortingen. Het gerechtshof acht daarom de stelling van de man onvoldoende weersproken. De vrouw betwist niet dat zij zorg droeg voor de dagelijkse boodschappen/ kosten van het gezin. Ook betwist zij niet, althans niet voldoende, dat zij gemiddeld vier dagen per week werkzaam was.

Rekeninkomen

Uit hetgeen de vrouw heeft verklaard en de man heeft gesteld, reconstrueert het gerechtshof vervolgens een hoger inkomen aan de zijde van de vrouw. Dit heeft niet alleen tot gevolg dat het netto besteedbaar gezinsinkomen (het vertrekpunt bij het berekenen van behoefte) toeneemt. De behoefte van de vrouw stijgt daardoor eveneens, maar ook haar verdiencapaciteit stijgt. Dit heeft uiteindelijk tot gevolg dat het gerechtshof de eerder vastgestelde alimentatie van de vrouw naar beneden bijstelt.

Conclusie

Rechters stellen hoge eisen aan het bewijs van het bestaan van zwarte inkomsten. Zomaar iets roepen over zwarte inkomsten zal niet snel tot het gewenste resultaat leiden. Zeker niet in het geval degene die wordt beticht van zwarte inkomsten goed gemotiveerd verweer voert. Beweringen over zwart geld voorzien van voldoende bewijs in de vorm van administratie, appberichten, e-mailberichten, foto’s, onverklaarbaar luxe levensstijl en verklaringen van derden worden door de rechter wel meegenomen bij de vaststelling van het inkomen. Het zal in dat geval nog een hele klus voor de ex-partner zijn om het bewijs voor het tegendeel te leveren.

Vogelaar Bosch Spijer Advocaten is gespecialiseerd in het begeleiden van echtscheidingen en denkt graag met u mee. Neem vrijblijvend contact met ons op!

Gepubliceerd op 5 oktober 2020 door: mr. J.S. (Jorien) Bijsterbosch