Erfgenaam? De uitleg van een testament

Geplaatst op 28 augustus 2020 door mr. N.T. (Michiel) Vogelaar

Inleiding

Recent heeft de rechtbank Gelderland een uitspraak gedaan waarbij het ging om de uitleg van een testament. Wat was er aan de hand? Erflater heeft tijdens zijn relatie met zijn vriendin een testament opgemaakt. In het testament is, voor zover hier van belang, het volgende opgenomen:

4. Erfstelling

Onder bezwaar van voormeld legaat benoem ik tot erfgenamen, mijn partner ( [wettelijk vertegenwoordiger] ) en mijn zoon, de heer [erfgenaam en/of executeur] (…), tezamen en voor gelijke delen en met betrekking tot mijn zoon met toepassing van plaatsvervulling volgens de wettelijke regels geldend ten tijd van mijn overlijden (vóór aanwas).

5. Executeursbenoeming

Ik benoemd mijn partner tot executeur onder toekenning van alle bevoegdheden uit Afdeling 6 Titel 5 Boek 4 Burgerlijk Wetboek, waaronder uitdrukkelijk is begrepen het beheren van goederen van mijn nalatenschap.

Daarbij bepaal ik dat zij omtrent de keuze van de te gelde te maken goederen en de wijze van tegeldemaking niet in overleg met de andere erfgenamen hoeft te treden en hun toestemming voor de tegeldemaking van een goed niet behoeft.

(…)

7. Algemene bepaling

De bepalingen in mijn testament die op mijn partner betrekking hebben, zijn uitsluitend van toepassing indien ik ten tijde van mijn overlijden met mijn partner samenwoon.”

Het testament is opgemaakt op 5 mei 2006. Op 6 maart 2011 krijgen partijen een zoon. Dit is de tweede zoon van erflater. In 2013 wordt de relatie beëindigd en op 11 februari 2017 is erflater overleden. Bij de afwikkeling van de nalatenschap ontstaat er verschil van inzicht over de uitleg van het testament.

Vordering van de moeder namens de tweede zoon

TestamentDe ex-vriendin van de erflater vordert in haar rol als wettelijk vertegenwoordiger dat ook de tweede zoon moet worden aangemerkt als erfgenaam.

Als grondslag voor haar vordering stelt de moeder dat het testament onduidelijkheden bevat. Bij de uitlegging van het testament van de vader is het volgende van belang. Er moet worden gelet op de verhoudingen die de uiterste wil kennelijk wenst te regelen. Ook de omstandigheden waaronder het testament is gemaakt, spelen een rol.

Op het moment dat vader zijn testament opmaakte, was er sprake van een situatie dat hij nog maar één zoon had. Verder verkeerde hij in de veronderstelling dat hij niet meer kinderen zou krijgen. Om die reden is er geen rekening gehouden met de toekomstige geboorte van zijn tweede zoon.

Volgens moeder was het niet de bedoeling om eventuele volgende kinderen te onterven. Van belang daarbij is volgens de moeder dat erflater alcoholverslaafd was. Dit heeft mogelijk ook een rol gespeeld bij het niet meer laten wijzigen van zijn testament. Als verweer stelt de oudste zoon dat vader willens en wetens hem als enig erfgenaam heeft benoemd.

Als vader had gewild dat ook de tweede zoon erfgenaam zou zijn, had hij zijn testament wel aangepast. Daartoe bestond bovendien ook nog aanleiding omdat erflater vanaf 2016 in een gerechtelijke procedure was betrokken over de nalatenschap van zijn vader. Daarnaast is na het overlijden van vader het gerechtvaardigd vertrouwen gewekt dat de tweede zoon slechts aanspraak te maken op zijn legitieme.

Artikel 4:46 BW: de uitleg van een testament

De rechtbank stelt voorop dat bij de vaststelling of een testament duidelijke is, de door artikel 4:46 BW gehanteerde maatstaf wordt gebruikt. Dat brengt met zich dat wordt gelet op de verhoudingen die de erflater in het testament heeft willen regelen. Ook de omstandigheden waaronder het testament is gemaakt, spelen een rol. Dit kan er toe leiden dat de gevolgen van het testament worden herzien. Dit in verband met het na het opstellen van het testament opgetreden veranderingen in het leven van erflater. Ook al is de tekst van een testament op zichzelf duidelijk.

Beoordeling door de rechtbank

Tegen die achtergrond komt de rechtbank tot een uitleg van het testament. Vaststaat dat op het moment dat het testament werd opgemaakt de tweede zoon nog niet was geboren. Uit het testament blijkt niet wat de kennelijke intentie van vader was voor de situatie waarin hij nog een kind zou krijgen. Dat leidt echter nog niet tot de conclusie dat vader zijn tweede zoon ook tot erfgenaam wilde benoemen.

Het feit dat vader en de tweede zoon nog goed en regelmatig contact met elkaar verandert daar niets aan. Ook het feit dat de tweede zoon op de rouwkaart als kind is vermeld, maakt dat volgens de rechtbank niet anders.

Onduidelijk is wat precies de bedoeling van erflater is geweest ten aanzien van de erfrechtelijke positie van de tweede zoon. Niet uitgesloten moet worden dat de erflater de intentie had om uitsluitend de oudste zoon als erfgenaam aan te wijzen. Dit volgt immers uit de tekst van het testament. De rechtbank wijst de vordering dan ook af.

Tot slot

De uitleg van een testament leidt met enige regelmaat tot procedures. Mocht u vragen hebben over de inhoud van een testament of zich geconfronteerd zien met een testament dat volgens u niet de wens van de erflater weergeeft, kunt u altijd vrijblijvend contact opnemen.

Gepubliceerd op 28 augustus 2020 door: mr. N.T. (Michiel) Vogelaar