Hoera, ik ben (geen) erfgenaam

Geplaatst op 19 oktober 2018 door mr. N.T. (Michiel) Vogelaar

Wanneer ouders geen testament maken, erven hun kinderen volgens de wet allemaal voor gelijke delen. Met enige regelmaat komt het voor dat ouders hier van willen afwijken. In dat geval wordt er een testament opgemaakt, waarin het kind (in het slechtste geval) wordt onterfd. Soms is het kind hiervan op de hoogte, maar vaak ook niet. Dat kan dan leiden tot extra verstoorde familieverhoudingen ná het overlijden van de ouder, wanneer duidelijk wordt dat één van de kinderen (erfgenamen) uit het betreffende gezin geen erfgenaam is. Daarnaast heeft dit ook financiële consequenties. Die consequenties zijn niet altijd even goed voorspelbaar.

De hoofdregel…

testament

De hoofdregel is dat een kind dat is onterfd altijd nog aanspraak kan maken op zijn legitieme portie. Dat betekent in de praktijk (simpel gezegd) dat het kind aanspraak maakt op de helft van de waarde van zijn oorspronkelijke erfdeel wanneer hij niet zou zijn onterfd. Dus als de erfgenaam normaal gesproken 100 zou ontvangen, is in dit geval zijn legitieme portie 50. Wanneer aanspraak op de legitieme portie wordt gemaakt, zal deze 50 uit de erfenis moeten worden betaald. Bij de berekening van de legitieme portie wordt rekening gehouden met schenkingen die door de ouder in het verleden aan de andere kinderen zijn gedaan. Dat kan tot gevolg hebben dat de berekende 50 voor het onterfde kind feitelijk niet meer op de bankrekening staat. Maar dat hij daar wel aanspraak op kan maken.

De keuze van een erfgenaam…

Wat voor gevolgen heeft dit voor de broers en zussen die wel erfgenaam zijn? Hiervoor is van belang te weten dat zij drie mogelijkheden hebben om met de erfenis om te gaan. Zij kunnen de erfenis verwerpen. Op dat moment zijn zij niet meer aansprakelijk voor de schulden uit de nalatenschap. Zij kunnen er voor kiezen om de erfenis te aanvaarden onder het voorrecht van een boedelbeschrijving (beneficiair aanvaarden). Dat betekent dat zij eerst zekerheid willen of de erfenis wel positief voor hen uitpakt. De erfgenaam is dan aansprakelijk voor de schulden van de erflater, maar maximaal tot zijn aandeel in de nalatenschap.  Als laatste kunnen de erfgenamen de erfenis zuiver aanvaarden. Zij erven dan alle tegoeden, maar ook alle schulden.

De consequentie van zuiver aanvaarden voor de erfgenaam…

Dat laatste gebeurt soms zonder dat men zich bewust is van de consequenties. In het geval de kinderen die erfgenaam zijn in het hierboven genoemde voorbeeld de erfenis zuiver hebben aanvaard omdat zij een positief saldo van 25 op de bankrekening zien staan, komen zij bedrogen uit. Door de zuivere aanvaarding worden zij aansprakelijk voor de schulden uit de nalatenschap. Het gevolg hiervan is dat wanneer er nog maar 25 op de rekening staat, de resterende 25 door de erfgenamen mag worden bijgepast. Dit voelt vaak onrechtvaardig, maar is wel de consequentie van het zuiver aanvaarden.

de uitspraak van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

In een uitspraak van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van afgelopen zomer wordt dit voor de erfgenaam pijnlijk duidelijk. De zoon in kwestie is erfgenaam van zijn moeder. Zijn zus is onterfd. Zijn zus had nog een vordering op moeder vanwege het overlijden van vader. De broer stelt tevergeefs dat het onaanvaardbaar is dat hij de vordering van zijn (onterfde) zus moet voldoen, terwijl hij zelf niets uit de nalatenschap ontvangt.

Het gerechtshof overweegt als volgt:

Bij de vaststelling van wat redelijkheid en billijkheid eisen, moet ingevolge artikel 3:12 BW rekening worden gehouden met algemeen erkende rechtsbeginselen, met de in Nederland levende rechtsovertuigingen en met de maatschappelijke en persoonlijke belangen die bij het gegeven geval zijn betrokken. Wat betreft de persoonlijke belangen van partijen geldt dat de zuster belang heeft bij betaling en de broer belang heeft bij het niet hoeven betalen. Alleen al omdat de broer het in eigen hand heeft gehad zijn persoonlijk belang te dienen door de nalatenschap te verwerpen of (tijdig) beneficiair te aanvaarden, is toewijzing van de vordering van de zuster naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar.

De onterfde zus is hier tegen de verwachting van haar broer in, degene die financieel het beste af is. Het moge duidelijk zijn dat een goed advies hier tot een ander resultaat had geleid.

Voor vragen op het gebied van erfrecht kunt u altijd vrijblijvend contact opnemen met advocaat Michiel Vogelaar op 0174 – 444 880 of per e mail: vogelaar@vbsadvocaten.nl

Gepubliceerd op 19 oktober 2018 door: mr. N.T. (Michiel) Vogelaar