IACK voor co-ouders, een gebed zonder end

Geplaatst op 11 januari 2023 door mr. D.P. (Daisy) Mandema

Eerder hebben wij in onze blogs aandacht besteed aan de Inkomensafhankelijke combinatiekorting (“IACK”). Dat is een belastingkorting voor ouders die werk combineren met zorg voor een kind dat jonger is dan 12 jaar. De IACK bedraagt momenteel maximaal € 2.694,00 per jaar. De wetgever voerde deze belastingkorting ooit in om de combinatie van werk en zorg aan te moedigen.

Voorwaarden IACK

Om aanspraak te maken op de IACK, moet een ouder voldoen aan een aantal voorwaarden:

  1. Het kind is op 1 januari jonger dan 12 jaar;
  2. Het kind staat ten minste 6 maanden in het kalenderjaar bij de gemeente inschreven op het woonadres van de ouder;
  3. Het arbeidsinkomen van de ouder is hoger dan EUR 5.548; en
  4. De ouder heeft geen fiscale partner. Als de ouder wel een fiscale partner heeft, dan moet de ouder een lager arbeidsinkomen hebben dan zijn of haar fiscale partner.

Ad. IV: op grond van goedkeurend beleid van de Staatssecretaris van Financiën (de “Staatssecretaris”) bestaat een uitzondering op deze regel. Deze uitzondering geldt wanneer sprake is van een kortstondig fiscaalpartnerschap van minder dan 6 maanden. De ouder bij wie het kind staat ingeschreven heeft dan toch recht op de IACK. Zelfs als het een hoger inkomen heeft dan de fiscale partner. De Staatssecretaris vindt namelijk dat het inkomen van de fiscale partner in zo’n geval niet bepalend mag zijn.

Co-ouderschap

Het probleem bij een co-ouderschapsregeling is dat het kind niet op twee woonadressen tegelijk kan zijn ingeschreven. Daarom bestaat voor co-ouders op bovengenoemde voorwaarde onder II een uitzondering. Die uitzondering houdt in dat co-ouders beiden de IACK kunnen genieten als zij de zorg voor kinderen gelijk verdelen in een duurzaam ritme. De Hoge Raad verduidelijkte op 30 september 2022 dit criterium en oordeelde dat situaties doorgaans voldoen aan dit criterium als:

Geen IACK voor relatie-pauzerende co-ouder

In de rechtspraak deed zich recent de volgende casus voor. Meneer en mevrouw hebben een relatie. Meneer is de meestverdienende partner en mevrouw dus de minstverdienende partner. Tot 24 januari 2018 staat meneer samen met zijn vrouw en hun zoon ingeschreven op hetzelfde adres. Vanwege een relatiepauze is meneer op 24 januari 2018 uitgeschreven op het adres van zijn vrouw en zoon. Meneer is tijdelijk bij zijn moeder gaan wonen. De zoon verblijft in 2018 ten minste 6 maanden drie gehele dagen per week bij meneer. Daarmee wordt voldaan aan de voorwaarde voor co-ouderschap. Vanaf 1 januari 2019 is meneer weer samen met zijn vrouw. Vanaf die datum staan zij opnieuw samen met hun zoon op hetzelfde adres ingeschreven. Heeft meneer in 2018 recht op IACK? Volgens Rechtbank-Zeeland-West-Brabant is dat niet het geval. Hieronder leggen wij uit hoe de rechtbank tot dit oordeel is gekomen.

Vaststaat dat tussen meneer en mevrouw in 2018 sprake is van een fiscaal partnerschap van 1 januari 2018 tot en met 24 januari 2018. Dat betekent dat sprake is van  een kortstondig fiscaal partnerschap van minder dan 6 maanden, waarbij meneer de meestverdienende partner is. Meneer doet daarom een beroep op het eerder benoemde goedkeurend beleid van de Staatssecretaris. Rechtbank-Zeeland-West-Brabant oordeelt echter dat dit beroep ongegrond is. Voor goedkeuring is namelijk vereist dat de zoon meer dan 6 maanden op hetzelfde woonadres staat ingeschreven als meneer. Dat is hier niet het geval. Het goedkeurend beleid geldt in casu volgens de rechtbank enkel voor mevrouw en niet voor meneer.

Tekstueel is dit juist, maar is bovengenoemde uitkomst wel in overeenstemming met de achtergrond van de IACK? De Hoge Raad oordeelde onlangs nog dat dezelfde spelregels gelden voor de verblijfseis voor co-ouders. Waarom wordt bij kortstondig fiscaalpartnerschap wel onderscheid gemaakt? Onzes inziens is hier een belangrijke taak voor de wetgever weggelegd om co-ouders dezelfde rechten te geven. Of de wetgever hiermee daadwerkelijk aan de slag gaat, is nog een vraag. De toekomst moet nu uitwijzen of meneer tot aan de Hoge Raad moet procederen om duidelijkheid te krijgen of hij recht heeft op de belastingkorting van maximaal € 2.694.

Wilt u meer informatie over IACK of over co-ouderschap? Neem gerust contact op met onze familierechtadvocaten.

Gepubliceerd op 11 januari 2023 door: mr. D.P. (Daisy) Mandema