Onttrekking: eerlijk duurt het langst en levert het meeste op

Geplaatst op 2 augustus 2019 door mr. N.T. (Michiel) Vogelaar

Met enige regelmaat komen we in de praktijk voorbeelden tegen van erfgenamen die het niet zo nauw nemen met het vermogen van de erflater. Zo ook in de uitspraak die dit jaar door de rechtbank Overijssel is gewezen, waarin er sprake was van onttrekking aan de nalatenschap.

De casus

In deze zaak heeft de overleden broer zes erfgenamen. Te weten zijn broer en zus en één nicht en drie neven. Voorafgaand

bank

(c) Shutterstock

aan het overlijden van de erflater waren zijn broer en zus gezamenlijk bewindvoerder over zijn vermogen. Onderdeel van dit vermogen was een bankrekening in Duitsland.

In de procedure komt vast te staan dat een dag voor het overlijden van erflater bij de Volksbank in Duitsland een bedrag van € 100.000 in contanten aan de bewindvoerder is uitbetaald. Dat was de eerste onttrekking. Na die opname bedroeg het tegoed bij de Volksbank € 385.437. Een dag na het overlijden is € 380.000 opgenomen door de bewindvoerder en een jaar later het restant. Dat was onttrekking twee en drie/ De neven en nicht zijn hier niet van gediend en starten een procedure. Inmiddels is ook de broer die als mede-bewindvoerder was aangesteld, overleden. Zijn vrouw is als rechtsopvolger in de nalatenschap van haar man in de procedure betrokken.

Beoordeling rechtbank

De rechtbank geeft een oordeel over de opname voor het overlijden en over de opnames na het overlijden.  De rechtbank constateert dat de bewindvoerders geen rekening en verantwoording hebben afgelegd over de onttrekking een dag voor het overlijden. Onduidelijk is gebleven waar het bedrag van € 100.000 aan is besteed. De rechtbank oordeelt dat alleen hierom al de bewindvoerders gezamenlijk onrechtmatig hebben gehandeld. Deels in hun hoedanigheid van bewindvoerder. Maar deels ook als medegerechtigden tot die nalatenschap, jegens de andere gerechtigden.Daarom zijn zij hoofdelijk aansprakelijk.

De zus, de andere bewindvoerder, kan zich niet onttrekken aan haar verantwoordelijkheid van medebewindvoerder. Voor zover het al zou kloppen dat ze alles aan haar broer heeft overgelaten, dan nog is zij daarmee nog niet ontslagen uit die verantwoordelijkheid. De zus was bovendien ook naar eigen zegge ermee bekend dat haar broer een banktegoed had in Duitsland. Ook blijkt in de procedure dat de bedragen die zijn opgenomen na het overlijden voor een belangrijk deel zijn verzwegen.

Beneficiaire aanvaarding schoonzus?

De schoonzus die in de procedure is betrokken omdat haar man, de andere bewindvoerder, is overleden, stelt zich op het standpunt dat zij de nalatenschap van haar man beneficiair heeft aanvaard en daarom niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor eventuele schulden van haar man aan de nalatenschap van zijn broer. In de procedure blijkt echter niet dat zij een verklaring van beneficiaire aanvaarding heeft laten inschrijven in het zogenaamde boedelregister. Daarom geldt dat er door haar nog geen keuze is gemaakt tussen verwerping of zuivere aanvaarding van de nalatenschap.

Doordat de schoonzus samen met de bewindvoerders naar de Volksbank is geweest om geld van de nalatenschap van erflater op te nemen. Dit vervolgens in een kluis heeft geplaatst in haar eigen huis en dit alles te verzwijgen, gaat de rechtbank uit van zuivere aanvaarding. Daarbij oordeelt de rechtbank dat wanneer vast zou komen te staan dat de schoonzus toch rechtsgeldig en tijdig beneficiair zou hebben aanvaard, dat nu de schoonzus ook ten nadele van de overige erfgenamen in de nalatenschap van de eerder overleden broer heeft gehandeld, zij de bescherming op basis van beneficiaire aanvaarding heeft verspild.

Broer en schoonzus delen niet meer mee

In de procedure die naast deze procedure liep, was de rechtbank al tot de conclusie gekomen dat de broer en schoonzus

Onttrekking

(c) Shutterstock

hun aandeel in het banktegoed van in totaal € 385.437 dat erflater ten tijde van zijn overlijden had bij de Volksbank op grond van art. 3:194 lid 2 BW hadden verbeurd.

Dat betekent dat dit banktegoed nog slechts aan de andere erfgenamen, de nicht en neven, toekomt en niet langer aan hen. Het doel van deze bepaling in het Burgerlijk Wetboek is om ervoor te zorgen dat deelgenoten in de nalatenschap eerlijk zijn over bestanddelen die alleen bij hen bekend zijn. Immers op het moment dat bij het uitkomen van het verzwijgen van een bankrekening er alsnog meegedeeld mag worden, wordt het makkelijker om hierover minder eerlijk te zijn.

Tot slot

Het risico van het verzwijgen van bijvoorbeeld een bankrekening brengt dus met zich mee dat bij ontdekking daarvan je niet meer meedeelt maar alles kwijt bent. Ook wordt opnieuw het belang van de beneficiaire aanvaarding duidelijk en de verantwoordelijk die je hebt als bewindvoerder. Allemaal onderdelen van het (erf)recht die in deze uitspraak samenkomen.

Voor vragen over de rol van de bewindvoerder, het wel of niet aanvaarden van een erfenis of andere zaken die rondom de afwikkeling van een nalatenschap kunnen spelen, kunt u vrijblijvend contact opnemen met ons kantoor op 0174 – 444880.

Gepubliceerd op 2 augustus 2019 door: mr. N.T. (Michiel) Vogelaar