(Verjaring van) vergoedingsrechten bij samenwoners

Geplaatst op 1 februari 2019 door mr. J.S. (Jorien) Bijsterbosch

Het aantal samenwoners stijgt. Vooral onder jongeren is ongehuwd samenwonen in hoog tempo van uitzondering tot regel geworden. Het aantal ongehuwd samenwonenden is snel toegenomen. Van 1 miljoen midden jaren negentig tot ruim 1,6 miljoen op dit moment. Toch is de rechtspositie van samenwoners niet wettelijk geregeld, hetgeen tot de nodige problemen kan leiden.

Samenwonen is niet wettelijke geregeld

samenwonenHet ongehuwd samenwonen is in tegenstelling tot het huwelijk niet wettelijk geregeld. Dit biedt voordelen. Als je gaat samenwonen ontstaat er bijvoorbeeld niet automatisch recht op alimentatie.  Maar ook nadelen. Veel mensen staan er niet bij stil dat het verstandig is bepaalde aspecten van het samenwonen te regelen.

Zij lijken zich onvoldoende bewust van hun juridische positie in het geval van vermogensverschuivingen tussen de partners.

Vermogensverschuiving…

Wanneer er een vermogensverschuiving plaatsvindt tussen de vermogens van samenwoners, ontstaat er een ‘vergoedingsrecht’. Dit ten laste van de ene partner en ten gunste van de andere partner. Uiteraard kunnen partijen in geval van vermogensverschuivingen een overeenkomst van geldlening sluiten. Als de samenlevers een samenlevingsovereenkomst hebben dan moeten, in beginsel, de daarin opgenomen afspraken nagekomen worden.

De problematiek wordt natuurlijk pas echt interessant als contractuele afspraken ontbreken.

Wanneer ongehuwd samenwonenden in geval van vermogensverschuivingen bewust of onbewust nalaten om een overeenkomst van geldlening of samenlevingsovereenkomst op te stellen is er geen grondslag voor de vermogensverschuiving. Dan spelen vergoedingsrechten een rol van betekenis. Van een vergoedingsrecht kan sprake zijn indien de ene partner privégeld heeft geïnvesteerd in, bijvoorbeeld, de woning die eigendom is van de andere partner.

Maar wat als samenwoners uiteengaan…

Vraag is bij het uiteengaan van de samenwoners: waar heeft de ‘investeerder’ recht op? Alleen op het geïnvesteerde bedrag? Of deelt diegene mee in een eventuele waardestijging van de woning? Wanneer is het geïnvesteerde bedrag opeisbaar? En wanneer verjaart deze vordering?

Het uitgangspunt…

Voor investeringen die zijn gedaan in de woning van de ander is, in beginsel, de ‘nominaliteitsleer’ van toepassing. De partner wiens geld is aangewend heeft recht op teruggave van het nominale geïnvesteerde bedrag. Hij of zij deelt dus niet mee in eventuele waardestijging van het goed dat de ander (mede) met zijn of haar geld heeft verworven. In extreme gevallen van exorbitante waardestijging is eventueel, op grond van redelijkheid en billijkheid, een gecorrigeerde vergoeding op zijn plaats.

De keuzemogelijkheid…

Samenwoners kunnen in hun samenlevingsovereenkomst wel overeenkomen dat de ‘beleggingsleer’ van overeenkomstige toepassing is op hun samenleving. Net als in het huwelijksvermogensrecht.  De partner die het goed van een ander in een dergelijk geval geheel of gedeeltelijk financiert kan dan naast zijn of haar inleg ook zijn of haar aandeel in de waardestijging opeisen.

Het vergoedingsrecht ontstaat al op het moment van investeren. Bovendien is de vordering in beginsel direct opeisbaar. Voor samenwoners verjaart de vordering na vijf jaar. Deze termijn begint te lopen op het moment van de investering. Dit brengt mee dat vergoedingsrechten al tijdens de samenleving kunnen verjaren. Slechts in uitzonderingsgevallen is deze termijn verlengbaar. Het is daarom van groot belang om de verjaring tijdig te stuiten.

samenlevingscontractIn een samenlevingsovereenkomst kunnen nadere afspraken worden gemaakt over de opeisbaarheid. Doorgaans wordt voornoemde problematiek ondervangen door in de samenlevingsovereenkomst op te nemen dat investeringen met eigen middelen pas opeisbaar worden op het moment dat de relatie wordt beëindigd of de woning wordt verkocht.

Zoveel mogelijk vastleggen, in een samenlevingsovereenkomst, lijkt de enige manier om bij het uiteengaan niet voor nare verassingen te komen te staan.

Meer weten?

Wilt u meer weten over dit onderwerp of denkt u aanspraak te hebben op een vergoedingsrecht, neem dan vrijblijvend contact met ons op.

Gepubliceerd op 1 februari 2019 door: mr. J.S. (Jorien) Bijsterbosch