Binnen het huwelijk komt het regelmatig voor dat het gezamenlijke spaargeld op de spaarrekening van één van de echtgenoten staat. Als het onverhoopt aankomt op een echtscheiding, heeft de andere echtgenoot geen beschikking meer over het gezamenlijke spaargeld. Het kan dan zo zijn dat diegene geen geld meer heeft om bijvoorbeeld advocaatkosten te betalen of (de inrichting van) een nieuwe woning te bekostigen. Oftewel, diegene kan mogelijk in een financieel lastige positie komen.
Als het niet lukt om met je (ex-)partner afspraken te maken over de verdeling van het spaargeld, duurt het vaak lang voordat de rechter zich hierover uitspreekt. Een echtscheidingsprocedure kan immers wel langer dan een jaar duren. Hoe kun je ervoor zorgen dat je toch op korte termijn de beschikking krijgt over het gezamenlijke spaargeld?
Rechters in kort geding zijn terughoudend met het toewijzen van geldvorderingen. Een partij die betaling van (een voorschot op) een geldsom vordert zal moeten stellen en onderbouwen dat:
Uit de jurisprudentie blijkt dat rechters dergelijke vorderingen in het verleden vaak afwezen. Toch zijn in twee recente uitspraken de rechters overstag gegaan.
Rechtbank Rotterdam deed een uitspraak in de volgende casus. Meneer en mevrouw zijn gehuwd in gemeenschap van goederen. Meneer en mevrouw besluiten te gaan scheiden. Partijen zijn vermogend. Meneer heeft in het zicht van de echtscheiding behoorlijke bedragen opgenomen en overgemaakt aan zijn nieuwe vriendin. Mevrouw vordert een voorschot van € 900.000 op de verdeling van de huwelijksgemeenschap. Mevrouw heeft namelijk aanzienlijke advocaatkosten die zij niet meer uit eigen middelen kan betalen.
De rechter is van oordeel dat hier sprake is van een bijzondere geldvordering in kort geding. Dat komt omdat het voorschot dat mevrouw vordert in feite een klein, aan haar toekomend, deel van het vermogen van partijen is waar zij recht op heeft. Enig restitutierisico is daarbij niet aan de orde. Dit maakt dat het hierboven geformuleerde toetsingskader niet goed toe te passen is. Voorts heeft mevrouw een spoedeisend belang, aangezien een uitspraak in de echtscheidingsprocedure niet op korte termijn wordt verwacht. Tevens is van belang dat partijen op dit moment niet in een gelijke positie verkeren. Meneer zit namelijk op het grootste deel van het geld/vermogen. Mevrouw moet daarentegen wachten op haar aandeel in het aanzienlijke, nog te verdelen, vermogen. Tot slot acht de rechter meneer in staat om een voorschot aan mevrouw te betalen.
Rechtbank Overijssel deed een uitspraak in een soortgelijke casus die zich een paar maanden later voor deed. Mevrouw vorderde een maandelijks bedrag van € 7.000 als voorschot op de aanstaande verdeling. Het maandelijkse voorschot heeft zij nodig om zich in de echtscheidingsprocedure te kunnen laten bijstaan door een advocaat en een financieel deskundige. Volgens mevrouw is het door haar gevorderde bedrag “buitengewoon redelijk” en tegelijk het minimale bedrag wat zij maandelijks nodig heeft. Ook in deze uitspraak bepaalde de rechter dat mevrouw recht heeft op een voorschot. Volgens de rechter geldt als uitgangspunt dat tussen partijen sprake dient te zijn van evenwicht. Wanneer partijen kosten van juridische en financiële bijstand hebben die het gevolg zijn van de echtscheidingsprocedure, is het redelijk dat zij in dezelfde positie verkeren.
Hoewel de lat hoog ligt, is het dus mogelijk om in kort geding een voorschot op de verdeling te vragen. Bij de beoordeling speelt een rol of de vordering voldoende aannemelijk is, of een onmiddellijke voorziening vereist is en of er een restitutierisico is.
Uit de jurisprudentie blijkt dat (hoge) advocaatkosten en kosten voor huisvesting een reden zijn voor het toekennen van een voorschot. Wij raden wel aan deze kosten goed te onderbouwen. Dit kan door bijvoorbeeld de betreffende facturen onder de aandacht van de rechter te brengen. Daarnaast raden wij aan om alleen dat deel in kort geding te vorderen waarvan met zekerheid valt te zeggen dat dit deel in de echtscheidingsprocedure ook zal worden toegewezen. Tot slot is het van belang dat het bedrag dat wordt gevorderd, liquide is. Oftewel dat dit bedrag op een (spaar)rekening staat en daadwerkelijk door je (ex-)partner betaald kan worden.
Wij kunnen jou helpen om jouw situatie inzichtelijk te maken en om hierover weloverwogen beslissingen te nemen. Ook voor andere familie- of erfrechtkwesties staan wij voor jou klaar. Neem hiervoor gerust contact op met een van onze familierechtadvocaten.