Ontslag door een vals corona testbewijs?

Geplaatst op 26 januari 2022 door mr. E. (Elkan) Spijer

Een werknemer meldt zich ziek vanwege corona en verstrekt de werkgever een corona testbewijs. De werkgever twijfelt aan de authenticiteit van dit testbewijs. Daarom neemt de werkgever contact op met het bedrijf dat de test heeft afgenomen. Uit informatie van het testbedrijf blijkt dat het gaat om een vals testbewijs. Hierop geeft de werkgever de werknemer een ontslag op staande voet. De werknemer verweert zich met de stelling dat de werkgever in strijd met de privacyregels heeft gehandeld. Het bewijs zou onrechtmatig zijn verkregen. Wat oordeelt de rechter?

Feiten

Een werknemer is voor bepaalde tijd tot en met 31 december 2021 in dienst getreden. Naar aanleiding van zijn ziekmelding nodigt de werkgever de werknemer uit om op 9 augustus 2021 het spreekuur te bezoeken van de bedrijfsarts. Kort voor de afspraak meldt de werknemer zich af bij zijn werkgever met de mededeling dat hij positief getest was op corona.  Daarbij stuurde hij een testbewijs mee van het Coronatestcenter.

De werkgever zag dat de geboortedatum op het testbewijs onjuist was. Ook het lettertype van de naam van werknemer week af van het lettertype van de overige tekst. De werkgever verzocht de werknemer dit op te helderen. De werknemer gaf hierop geen reactie. Daarom nodigde de werkgever de werknemer uit op het kantoor van de werkgever. In het gesprek met de werkgever op 16 augustus 2021 hield de werknemer vol dat het testbewijs authentiek was. Hij had geen verklaring voor de onregelmatigheden in het testbewijs.

De werkgever nam vervolgens telefonisch contact op met Coronatestcenter. Dit testbedrijf gaf aan geen testlocaties te hebben in Rotterdam. Van de op het document voorkomende unieke lettercode werd ook al lang geen gebruik meer gemaakt.

Op 17 augustus 2021 ontsloeg de werkgever de werknemer op staande voet. De werkgever bevestigde schriftelijk dat sprake was van valsheid in geschrifte. De werknemer stelde hierop dat de werkgever in strijd handelde met de AVG en artikel 8 EVRM.  Het bewijs zou dan ook onrechtmatig zijn waardoor het ontslag niet kon standhouden.

Wat oordeelde de rechter?

coronatest

De rechter buigt zich eerst over de vraag of er sprake is van een dringende reden die ontslag op staande voet rechtvaardigt.

Allereerst constateert de rechter dat de werknemer de stellingen van de werkgever enkel heeft ontkent. Van de werknemer kon echter worden verwacht dat hij op zijn minst een toelichting gaf op de onregelmatigheden in het testbewijs. Die toelichting gaf de werknemer niet en bovendien verscheen de werknemer niet op de zitting. Van de mogelijkheid om een mondelinge toelichting te geven maakte de werknemer dus geen gebruik.  De rechter nam dan ook aan dat het testbewijs vals was.

Het valselijk opmaken of vervalsen van een geschrift dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen, met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken, geldt als valsheid in geschrifte en is strafbaar. Daarnaast is ook het opzettelijk gebruik maken van een door iemand anders vervalst geschrift strafbaar.

Door zich schuldig te maken aan een dergelijk misdrijf om de werkgever te misleiden, heeft de werknemer het vertrouwen van de werkgever geschaad. De werkgever kon dan ook begrijpelijkerwijs  het dienstverband niet in stand houden.

Het handelen van werknemer levert onder de gegeven omstandigheden een dringende reden op voor ontslag op staande voet, aldus de rechter. Daarbij is ook van belang dat de werknemer nog maar kort in dienst was. En daarnaast speelt mee dat de werknemer ten onrechte bleef volhouden dat het een authentiek  betrof.

Onrechtmatig verkregen bewijs

De rechter stelt voorop dat ook onrechtmatig verkregen bewijs in een procedure als deze als bewijs kan worden gebruikt.

De werknemer stelt zich ten onrechte op het standpunt dat de werkgever hem niet naar medische informatie mocht vragen. Tijdens de zitting bleek namelijk dat de werknemer het testbewijs op eigen initiatief beweging had toegestuurd. Van onrechtmatig bewijs is dan ook geen sprake.

De rechter oordeelt verder dat er geen schending is van de privacyregels. Immers, het Coronatestcenter was volgens de werknemer de instantie die dat testbewijs had afgegeven. En bovendien had de werkgever geen ander geschikter en minder verstrekkend middel om de waarheid te achterhalen. Van belang daarbij is dat de werkgever de werknemer om opheldering had verzocht maar de werknemer ten onrechte naliet om de waarheid te vertellen.

Al met al hield het ontslag op staande voet dus stand. De rechter veroordeelde de werknemer daarom in de kosten van de procedure.

Conclusie

Een ontslag op staande voet is de meest vergaande sanctie die het arbeidsrecht kent. Zowel voor de werkgever als voor de werkgever is het van belang om (zo mogelijk vooraf) advies in te winnen wanneer zich een dergelijke situatie voordoet. De arbeidsrechtspecialisten van VBS Advocaten kunnen u hierin bijstaan. U kunt dan vrijblijvend contact met ons opnemen.

Gepubliceerd op 26 januari 2022 door: mr. E. (Elkan) Spijer