Hoe wordt de hoogte van het smartengeld bepaald?

Geplaatst op 30 juli 2021 door mr. A.J. (Anouk) Korff

Wanneer over letselschade gesproken wordt, denkt men snel aan smartengeld. Het smartengeld wordt ook wel immateriële schade genoemd. Wanneer u betrokken raakt bij een ongeval, wilt u weten op wat voor smartengeldbedrag u recht hebt. Dit is een veel voorkomende vraag. Helaas is deze vraag niet zo makkelijk te beantwoorden. Er zijn namelijk veel factoren die de hoogte van het smartengeld beïnvloeden. In deze blog bespreek ik een recente uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland van 2 december 2020. In die zaak wees de rechtbank een smartengeldbedrag van € 110.000,00 toe. De rechtbank motiveerde uitgebreid waarom dit bedrag billijk is.

Waar ging het over in dit deelgeschil?

Toedracht van het ongeval

Tijdens een fietstocht schept een tractor de twee fietsers. Beide fietsers kwamen ten val. Eén van de fietsers is overleden aan zijn verwondingen. De andere fietser is de echtgenote van de overledene. Zij was 74 jaar ten tijde van de aanrijding. Zij liep ernstig letsel op.

Het letsel

Het ambulancepersoneel heeft haar in comateuze toestand naar het ziekenhuis gebracht.  Daar bleek het volgende letsel: zeer ernstig hersenletsel, gebroken ribben, een klaplong, breuken en verwondingen aan de linkerzij van haar gezicht, een hematoom en een bloeding op het hoofd. Tijdens het verblijf in het ziekenhuis werd haar verteld dat haar echtgenoot aan zijn verwondingen was overleden.

Als gevolg van het letsel was het slachtoffer zeer beperkt in haar mobiliteit. Ze was niet in staat om langer dan twee minuten zelfstandig te staan. Zij moest zich vervoeren met een rolstoel. Voorts werden cognitieve stoornissen vastgesteld. Ze was beperkt in haar communicatie. Ze kon geen ja/nee uitbrengen. Daarnaast stelden de artsen gedragsproblemen vast. Zo blijk uit de medische informatie dat het slachtoffer soms chaotisch of impulsief handelde. De artsen schrijven in de medische rapporten:

‘Er zijn ook zeer heldere momenten waarop mevrouw haar mening geeft op wat er gebeurt, wat zij van dingen vindt en hoe zij dingen beleeft.
Hierdoor weet mevrouw ook wisselend dat haar man overleden is. Soms is ze hier helder in, soms zoekt zij hem.’

Na de opname in het ziekenhuis, verbleef het slachtoffer bijna een half jaar in een revalidatiecentrum . Uit de rapportage van de artsen blijkt dat er zich meerdere valincidenten hebben voorgedaan. Op een gegeven moment, werd slachtoffer overgeplaatst naar een instelling voor ouderenzorg. Hier hebben zich diverse valincidenten voorgedaan. Vervolgens is het slachtoffer overgeplaatst naar een woonzorgcentrum. Ook daar is zij gevallen. Daarbij brak ze haar heup. Sindsdien is zij rolstoelgebonden. Ook is zij opgehouden met spreken. De zorg van het woonzorgcentrum bleek ontoereikend te zijn. Daarom is zij overgeplaatst naar een particulier verpleeghuis.

De bewindvoering

Omdat het slachtoffer door het letsel haar eigen belangen niet meer kon behartigen, werden de beide dochters door de rechter aangewezen als bewindvoerder.

Het geschil: de hoogte van het smartengeld

De verzekeraar van de tractor erkende de aansprakelijkheid voor het ongeval. Ter afwikkeling van deze letselschadezaak stelde de belangenbehartiger een smartengeldbedrag van  € 125.000,- voor. De aansprakelijke verzekeraar vond dat (veel) te hoog. Volgens de verzekeraar is een smartengeldbedrag van € 75.000,- billijk. De bewindvoerders van het slachtoffer namen daar geen genoegen mee. Zij stapten naar de rechter.

 Grondslag van het smartengeld

Voordat ik het oordeel van de rechtbank bespreek, is het goed om eerst te begrijpen wat het smartengeld is. Artikel 6:106 BW biedt de grondslag voor het smartengeld. Bij letselschade vormt het smartengeld een naar billijkheid vast te stellen vergoeding. Deze vergoeding ziet op het niet in vermogensschade bestaande nadeel dat is geleden door een persoon die letsel heeft opgelopen. Het gaat dus om schade die niet uit vermogensschade bestaat, die vermogensschade wordt apart vergoed. Het smartengeld dient ter compensatie van verminderingen van levensvreugde, zoals pijn of verdriet.

Bij de begroting van het smartengeld wordt rekening gehouden met alle omstandigheden van het geval. Dat betekent dat de hoogte van het smartengeld per zaak verschilt. Voor de omvang van het smartengeld zijn bepalend de aard, de ernst en duur van het letsel. Ook de intensiteit van het verdriet, de gederfde levensvreugde en de gevolgen daarvan voor het slachtoffer zijn belangrijke factoren. Daarnaast weegt de aard van de aansprakelijkheid mee. Verder dient bij de begroting gelet te worden op bedragen die in vergelijkbare gevallen zijn toegekend.

Oordeel van de rechtbank

In deze zaak hecht de rechtbank waarde aan het feit dat slachtoffer vóór het ongeval zelfstandig functioneerde. Het slachtoffer was echtgenote, moeder en grootmoeder. Zij had een actieve levensstijl, wat onder meer bleek uit het feit dat regelmatig fietstochten met haar echtgenoot ondernam. De rechtbank kijkt ook naar de medische voorgeschiedenis. Voor het ongeval waren er wel wat gezondheidsproblemen. Die gezondheidsproblemen zouden echter niet tot functionele invaliditeit leiden in de hypothetische situatie zonder ongeval. Vervolgens bespreekt de rechtbank de aard en ernst van het letsel, de in vergelijkbare gevallen toegekende bedragen en als laatste weegt de rechtbank de aard van de aansprakelijkheid mee.

Aard en ernst van het letsel

De rechtbank overweegt dat het slachtoffer na het ongeval een ander persoon is geworden. Duidelijk is dat zij zeer ernstig blijvend letsel opliep. Belangrijk is dat het slachtoffer geruime tijd in coma lag. Ook houdt de rechtbank rekening met het feit dat de communicatie met het slachtoffer bijna niet mogelijk was. Voorts slaat de rechtbank acht op het feit dat het slachtoffer geen afscheid kon nemen van haar echtgenoot. Verder oordeelt de rechtbank dat het slachtoffer door het ongeval rolstoelgebonden is. Tot slot, weegt mee dat dat het slachtoffer nooit meer heeft kunnen terugkeren naar haar woning. Al deze omstandigheden spelen een rol bij de begroting van het smartengeld.

In vergelijkbare gevallen toegekende bedragen

Vervolgens kijkt de rechtbank naar uitspraken van rechters in vergelijkbare gevallen. In die vergelijkbare gevallen varieert het smartengeld tussen de (geïndexeerd) € 68.981,- en € 201.510,-. De aansprakelijke verzekeraar zoekt aansluiting bij de uitspraken met de laagste bedragen. Het slachtoffer verwijst juist naar uitspraken met de hogere bedragen.

In de zaak waar € 68.981,- toegekend werd, ging het om een 64-jarige vrouw met ernstig blijvend letsel. Als gevolg van het ongeval moet zij gescheiden leven van haar man. In de zaak waar € 201.510,- werd toegekend, ging het om een 25-jarige tandarts. Nadat hij in coma lag, duurde zijn revalidatie zes jaar. Ondanks het hersenletsel was hij bewust van wat hem is overkomen.

De rechtbank oordeelt dat de bedragen van vergelijkbare gevallen richting geven maar niet doorslaggevend zijn. De rechtbank overweegt namelijk dat er een maatschappelijke wens is tot verhoging van het (niveau van het) smartengeld.

Aard van de aansprakelijkheid

smartengeldDe rechtbank overweegt verder dat de bestuurder van de tractor strafrechtelijk is veroordeeld. Hij heeft gevaar veroorzaakt op de weg. Hij heeft de fietsers niet tijdig gezien. Ondanks dat er geen opzet was, is er een ernstig strafrechtelijk schuldverwijt. Civielrechtelijk is er dan sprake van schuldaansprakelijkheid. Deze weegt zwaarder dan bijvoorbeeld risicoaansprakelijkheid.

Concrete begroting

De rechtbank legt vervolgens uit waarom zij niet € 125.000,- toekent. Dat heeft te maken met de duur van het lijden van het slachtoffer. Het slachtoffer in deze zaak was op leeftijd. Haar lijden zal korter zijn dan bij een jong slachtoffer. Aan de andere kant oordeelt de rechtbank dat een fors bedrag op zijn plaats is. Het slachtoffer was op leeftijd maar had nog een statische levensverwachting van twaalf tot vijftien jaar. Het op een normale manier oud worden samen met haar echtgenoot is haar ontnomen.

De rechtbank begroot het smartengeld op een bedrag van € 110.000,-.

Waarom is deze uitspraak interessant

Laat ik voorop stellen dat bedragen boven de € 100.000,- in Nederland niet vaak voorkomen. Nederlandse rechters zijn zuiniger dan rechters in omringende landen.  Al eerder schreef mijn kantoorgenoot een blog hierover. Interessant is dat deze procedure alleen over het smartengeld ging. Daardoor motiveerde de rechter uitgebreid(er) waarom hij dit bedrag billijk acht. Uit deze uitspraak blijkt ook duidelijk dat het smartengeld enorm kan variëren. Bij redelijk vergelijkbaar letsel ligt de marge tussen de € 68,981,- en € 201,510,-.

Opmerkelijk bij het smartengeld is dat het leed van het ene slachtoffer vergeleken wordt met het leed van een andere slachtoffer. Hierdoor krijg je discussies waarin de ene partij probeert te motiveren waarom het leed van het ene slachtoffer minder is dan van het andere.  De andere partij doet hetzelfde maar andersom. Dit zijn vervelende discussies voor slachtoffers, maar deze werkwijze waarborgt wel de rechtseenheid. Gezien de grote verschillen in de hoogte van het smartengeld is het raadzaam dat slachtoffers zich door gespecialiseerde letselschade advocaten laten bijstaan.

Heeft u letselschade? Of heeft u vragen over het smartengeld? Neem dan vrijblijvend contact met ons op!

Gepubliceerd op 30 juli 2021 door: mr. A.J. (Anouk) Korff