Is eigenaar recreatieplas aansprakelijk na duik in ondiep water?

Geplaatst op 4 september 2024 door mr. T.H. (Timothy) Boerendonk

Op 10 juli 2024 deed de Rechtbank Gelderland uitspraak in een deelgeschil. Dit na een tragisch ongeval in de recreatieplas Stroombroek. Door dit ongeval ontstond bij het slachtoffer een hoge dwarslaesie. De aansprakelijkheid van de exploitant en de provincie staat in deze zaak centraal. In deze blog bespreek ik enkele interessante elementen uit de beschikking van de rechtbank.

Wat is er gebeurd?

Op 3 juni 2020 vond een ongeval plaats in de recreatieplas Stroombroek. Samen met een vriend rende een jongen van zestien het water in. Toen hij bij de drijflijn kwam, dook hij in het water. De drijflijn markeerde normaal een waterdiepte van ongeveer 1,30 meter. Vanwege een lange periode van droogte was het water veel ondieper: slechts 50 centimeter. De jongen raakte hierdoor met zijn hoofd de bodem van de recreatieplas. Daardoor brak een nekwervel. Een hoge dwarslaesie was het noodlottige gevolg.

Het geschil

De jongen verzoekt de rechter te bepalen dat Leisurelands als eigenaar en beheerder aansprakelijk is voor het ontstaan van het ongeval en de gevolgen daarvan. Volgens de jongen is ook de provincie Gelderland als toezichthouder aansprakelijk. Hij stelt dat beide partijen hebben nagelaten om te waarschuwen voor het specifieke gevaar verbonden aan het duiken in het ondiepe water bij de drijflijn. Door langdurige droogte wisten zij dat het waterpeil fors afweek van de normale waterdiepte. Desondanks is hier niet voor gewaarschuwd, aldus de jongen.

Volgens de jongen werden recreanten door het bij de zwemplas aanwezige bord op het verkeerde been gezet. Daarop stond dat de waterdiepte bij de drijflijn maximaal 1,30 meter was. Hij baseert zijn verzoek op grond van artikel 6:162 BW (onrechtmatige daad) en 6:173 BW en 6:174 BW (aansprakelijkheid voor roerende zaken en opstallen). De jongen stelt verder dat de provincie aansprakelijk is voor de gedraging van Leisurelands als haar hulppersoon (art. 6:76 BW).

Zowel Leisurelands als de provincie betwisten hun aansprakelijk. Voor zover zij echter aansprakelijk zijn voor het ontstaan van de dwarslaesie, verzoeken zij de rechter de schadevergoedingsverplichting te verminderen vanwege eigen schuld (art. 6:101 BW).

Oordeel van de Rechtbank

De provincie heeft geen schuld aan het ontstaan van de dwarslaesie

De deelgeschilrechter oordeelt dat de provincie niet aansprakelijk is voor het ontstaan van de dwarslaesie. Allereerst blijkt onvoldoende dat sprake is van een verbintenis tussen de provincie en Leisurelands. Van aansprakelijkheid voor gedragingen van Leisurelands als hulppersoon van de provincie is daarom geen sprake. Verder had de provincie geen directe verantwoordelijkheid voor de dagelijkse veiligheid van de plas.

Bij de uitoefening van haar toezicht komt een toezichthouder een aanzienlijke beoordelings- en beleidsvrijheid toe. Dat brengt een terughoudende toetsing door de rechter mee. Algemeen toezichtsfalen kan slechts in uitzonderlijke omstandigheden tot aansprakelijkheid van de toezichthouder leiden. Omdat niet blijkt dat de provincie ernstige en concrete aanwijzingen heeft genegeerd, acht de rechter haar niet aansprakelijk.

Leisurelands is wel aansprakelijk voor het ontstaan van de dwarslaesie

Leisurelands is wel aansprakelijk, zo oordeelt de rechter, voor het ontstaan van de dwarslaesie. Aan de hand van de zogenaamde kelderluikcriteria beantwoordt de rechter de vraag of sprake is van een onrechtmatige daad. Volgens de rechtbank is het algemeen bekend dat jongere recreanten vaak niet de ideale voorzichtigheid in acht nemen bij hun recreatieve activiteiten. De rechter overweegt dat jongeren meestal rennend en dan duikend onder de drijflijn door naar het diepere gedeelte zwemmen.

Als gevolg van extreme droogte was het water slechts 50 centimeter diep. De exploitant had de gevaarlijk laag hangende drijflijn kunnen opmerken en hier alert op moeten zijn. Zij had maatregelen kunnen en moeten nemen, zoals tijdelijke waarschuwingsbordjes bij de drijflijn. Dat soort tijdelijke waarschuwingsbordjes zijn volgens de rechtbank afdoende en hadden ervoor gezorgd dat het gevaar werd vermeden.

De exploitant heeft dat echter niet gedaan. Daarom schond zij haar zorgplicht. Dit wordt door de rechter aangemerkt als een onrechtmatige daad jegens de jongen. Leisurelands is daarom aansprakelijk voor de door de jongen geleden schade.

Het slachtoffer heeft eigen schuld aan het ontstaan van de dwarslaesie

De rechter vond echter ook dat de jongen zelf gedeeltelijk verantwoordelijk was voor zijn letsel. Hij had niet stilgestaan bij de ondiepe waterstand en nam een onnodig risico door te duiken, waardoor de dwarslaesie ontstond.

Bij de begroting van de mate van eigen schuld wordt eerst gekeken wie in welke mate heeft bijgedragen aan het ontstaan van de schade. Vervolgens wordt gekeken of een billijkheidscorrectie is aangewezen.

De rechter acht een causale verdeling van 50/50 passend. Daarmee brengt de rechtbank tot uitdrukking dat de fouten van partijen even zwaar wegen. De rechtbank ziet echter aanleiding om een billijkheidscorrectie toe te passen. Vanwege de ernst en de aard van het blijvende letsel acht de rechtbank een correctie van 40% gerechtvaardigd. Leisurelands moet daarom 90% van de schade van de jongen vergoeden.

Waarom is de uitspraak interessant?

Deze zaak benadrukt het belang van adequaat risicomanagement in recreatiegebieden. Exploitanten zoals Leisurelands dragen een grote verantwoordelijkheid voor de veiligheid van bezoekers, vooral wanneer de omstandigheden afwijken van het normale. Tegelijkertijd toont het de noodzaak aan voor bezoekers om bewust om te gaan met mogelijke gevaren, vooral in situaties die ogenschijnlijk vertrouwd zijn. Tot slot benadrukt de uitspraak dat de ernst van het letsel, hier een hoge dwarslaesie, een forse bilijkheidscorrectie kan rechtvaardigen. In dit geval werd de schadevergoedingsplicht zelfs met 40% verhoogd!

Hebt u vragen over letselschade of zoekt u een gedreven letselschadeadvocaat? Neem dan geheel vrijblijvend contact met ons op!

Gepubliceerd op 4 september 2024 door: mr. T.H. (Timothy) Boerendonk