Letselschade en belasting

Geplaatst op 2 maart 2019 door mr. E.W. (Edwin) Bosch

Vanaf 1 maart 2019 kunnen Nederlandse belastingplichtigen weer aangifte doen voor de inkomstenbelasting over 2018. De Telegraaf berichtte dat veel belastingplichtigen meteen na middernacht hun aangifte indienen. In het eerste uur werden er al 16.000 aangiften ingediend! Ook de afwikkeling van een letselschade heeft fiscale componenten c.q. fiscale gevolgen. Wij krijgen dan ook geregeld de vraag of de letselschadevergoeding belast is. In deze blog licht ik een tipje van de sluier over de combinatie letselschade/belasting.

Het bronnen- en het boxenstelsel

Van belang is om te weten dat het Nederlandse fiscale recht gebaseerd is op een bronnenstelsel. Alles wat ‘uit de bron’ afkomstig is, bijvoorbeeld inkomen uit letselschade en belastingwerk, wordt fiscaal belast. De Hoge Raad, de hoogste rechter in Nederland, heeft bepaald dat een schadevergoeding wegens letselschade een zuivere schadevergoeding is. Zo’n vergoeding is geen inkomensvervangende uitkering. De betaling die (de verzekeraar van) de aansprakelijke doet komt niet uit de bron ‘arbeid’, maar het is een schadevergoeding omdat de bron ‘arbeid’ (dat bent u dus zelf) beschadigd is geraakt. In de schaderegeling praten we om die reden nooit over ‘inkomensverlies’, maar altijd over ‘verlies aan arbeidsvermogen’. In jargon: «vav». Daarmee wordt benadrukt dat de schadevergoeding inderdaad bedoeld is om een vergoeding te verlenen voor de beschadigde ‘bron’.

Voorts is van belang dat de Nederlandse wet inkomstenbelasting een boxensysteem kent. In box 1 wordt het stoffelijk voordeel uit werk en woning belast. Dit voordeel wordt in 2018 progressief belast tegen een tarief dat start op 36,55% en stijgt tot maximaal 51,95%. In box 2 wordt het inkomen uit aanmerkelijk belang belast. Daarvan is bijvoorbeeld sprake wanneer een eigen onderneming hebt, in de vorm van een besloten vennootschap. Keert de vennootschap dividend aan u uit? Dan betaalt u daarover 25% (2018) belasting in box 2. In box 3 worden de (fictieve) inkomsten uit sparen en beleggen belast. In deze box geldt een vast tarief van 30% over het forfaitaire rendement. Bovendien heeft iedereen een heffingsvrij vermogen per persoon van € 30.000,00.

Letselschade en belasting: het verlies van arbeidsvermogen

Doordat de schadevergoeding niet ‘uit’ de bron komt, maar wordt betaald omdat de bron is beschadigd, is geen belasting verschuldigd over het verlies van arbeidsvermogen. Bij het vaststellen van de hoogte van het verlies van arbeidsvermogen moeten we dus naar de netto geleden schade kijken. De meeste mensen hebben echter een arbeidsovereenkomst waarin de werkgever een brutosalaris toezegt. De ondernemer (met een eenmanszaak) ontvangt de winst uit de onderneming ook bruto. Daarom moet voor de schadebegroting uw bruto-inkomen netto worden gemaakt.

Dat klink makkelijker dan het is. Het nettosalaris kan, zelfs bij een gelijk bruto-inkomen, per persoon verschillen. Zo hangt het netto-inkomen bijvoorbeeld af van de van toepassing zijnde heffingskortingen. Ook het al dan niet hebben van een eigen woning (al dan niet met hypotheek) kan van invloed zijn. Immers mag u de rente van uw eigenwoningfinanciering op uw inkomen in mindering brengen, maar moet u het eigen woning forfait weer bij uw inkomen optellen. Daarnaast kan een rol spelen of u deelneemt aan een (bedrijfs)pensioenregeling of zelf voor uw oude dag moet sparen. Voor een zorgvuldige berekening is dan ook de nodige fiscale informatie van belang. Dat is de reden dat wij richting de eindregeling, maar soms al eerder, vragen naar uw aangiften en aanslagen inkomstenbelasting over een periode voor ongeval en die van na ongeval.

Hebben wij alle informatie? Dan kunnen wij voor u de omvang van het verschenen én toekomstige verlies van arbeidsvermogen berekenen.

Letselschade en belasting: de belastinggarantie

Stelt u zich voor: hebt u net de schade definitief geregeld, waarbij het verlies van arbeidsvermogen netto is vergoed, ontvangt u een brief van de belastingdienst. In deze brief schrijft de belastingdienst dat zij van mening is dat het verlies van arbeidsvermogen wel aan de inkomstenbelasting onderhevig is. Immers, het ging slechts om een korte periode van arbeidsongeschiktheid. Bovendien, zo schrijft de belastingdienst, is voor de begroting van het verlies van arbeidsvermogen aanknoping gezocht bij het gederfde inkomen. Wat nu? De wederpartij had u net finale kwijting verleend.

Geen paniek. Bij de regeling van uw schade hebben wij voor u een belastinggarantie bedongen. Een voorbeeld van zo’n garantie vindt u hier. Met die garantie heeft de verzekeraar gegarandeerd dat de uitkering netto zou zijn. Conform de afspraken in de belastinggarantie hebt u de ontvangen uitkering niet opgenomen als inkomen in box 1. Vervolgens hebt u de brief van de belastingdienst meteen doorgestuurd naar de verzekeraar. De verzekeraar zal nu namens u verweer voeren en zo nodig c.q. gewenst de zaak voorleggen aan de belastingrechter. Oordeelt de rechter dat er geen sprake is van «verlies van arbeidsvermogen», maar van «inkomstenverlies»? Dan betaalt de verzekeraar aanvullend de verschuldigde belasting. Zo houdt u de schadevergoeding over voor het doel waarvoor u het ontving. Ter compensatie van uw schade.

Let op: de voorwaarden in de belastinggarantie

Let opLet op! In bijna alle belastinggaranties staat dat u de ontvangen uitkeringen niet in box 1 mag aangeven bij de belastingdienst. Bent u zelfstandig ondernemer? Dan moet de schadevergoeding worden overgemaakt naar uw privérekening en niet naar uw zakelijke rekening. Bovendien mag de uitkering niet in de boekhouding van de onderneming worden opgenomen. Doet u dit wel dan voldoet u niet aan de voorwaarden van de belastinggarantie. Het gevolg daarvan is dat de verzekeraar de garantie niet gestand hoeft te doen.

Letselschade en belasting: vermogen in Box 3

Uit het voorgaande zou licht de indruk kunnen ontstaan dat u geen belasting hoeft te betalen over uw schadevergoeding. Dat ligt, zoals wel vaker bij juridische onderwerpen, genuanceerder. Stel: wij regelden uw letselschade in een bedrag ineens (dat is het meest gebruikelijk) en u ontving in september 2018 een slotuitkering van € 125.000. U hebt dit geld op uw spaarrekening gezet, zodat u er bedragen vanaf kunt halen als dat nodig is. Bij uw aangifte 2018 moet u uw vermogen (bezittingen minus schulden) opgeven per 1 januari 2018. Op dat moment had u de slotuitkering nog niet, dus bij uw aangifte 2018 hoeft u niets te doen met de slotuitkering. Dat is anders wanneer u de slotuitkering in september 2017 ontving. Dan had u het vermogen wel op 1 januari 2018 en zult u daarover moeten afrekenen.

Dat ziet er als volgt uit:

Gezamenlijk vermogen van u en uw partner                 € 125.000,00
Af: vrijstelling van u en uw partner [na overdracht]        €   60.000,00
Belastbaar vermogen                                                     €   65.000,00

Daarmee blijft u binnen de eerste schijf van box 3 (2018), die eindigt namelijk bij € 70.800. In schijf 1 berekent de fiscus over 67% van uw vermogen een rendement van 0,36%, en over de overige 33% berekent zij een rendement van 5,38%. Dat leidt tot een gemiddeld een gemiddeld forfaitair rendement van 2,017%. De fiscus gaat er aldus vanuit dat uw belastbare rendement € 65.000 x 2,017% = € 1.311,05 is. Daarover betaalt u in box drie 30% belasting, dus € 1.311,05 x 30% = € 393,31.

Gaat dit van uw schadevergoeding af?

Ook hier weer een genuanceerd antwoord: ja, maar ook nee. Ja, het gaat van uw schadevergoeding af, omdat u het berekende bedrag zult moeten betalen. Maaraandelen ook: nee, want wij hebben bij de berekening van uw schadevergoeding rekening gehouden met deze belasting. Wij wisten immers (net als u nu) dat u deze belasting zou moeten betalen. Bij de begroting van de schade hebben wij daarom voor u rekening gehouden met deze belasting. U vindt dit terug in het voor u opgestelde rekenrapport onder “fiscale component”. U ziet op de (ener)laatste pagina van het rekenrapport dat wij jaar voor jaar hebben berekend of, en zo ja, hoeveel vermogensrendementsheffing u moet betalen. Dat bedrag hebben wij voor u bij de schade opgeteld.

Oftewel: u betaalt deze belasting weliswaar, maar deze belasting is bij de begroting van de schade bij uw schade opgeteld. Daardoor is het saldo nul en kunt u de vergoeding die ontving ter compensatie van uw schade ook daarvoor gebruiken.

Letselschade en belasting: fiscaalvriendelijk inzetten van uw vergoeding

Ontvangt u een groot bedrag aan schadevergoeding? Dan kan het lonen om te overleggen met een fiscalist c.q. financieel planner om het geld zo effectief mogelijk in te zetten. Bijvoorbeeld door een deel te gebruiken om uw hypotheekschuld deels af te lossen. Daardoor hoeft u niet alleen minder vermogensrendementsheffing te betalen, maar maandelijks ook minder rente. Wanneer door het ongeval uw inkomsten lager zijn, dan is het prettig als ook uw vaste lasten dalen.

Hebt u vragen over het begroten en/of het verhalen van een letsel- of overlijdensschade? Neem dan geheel vrijblijvend contact met ons op. Onze letselschade advocaten staan klaar om u verder te helpen!

 

Gepubliceerd op 2 maart 2019 door: mr. E.W. (Edwin) Bosch