Op 23 januari jl. bracht de Belgische krant De Morgen een schokkend verhaal. Uit onderzoek was gebleken dat verzekeringsartsen die de optraden als medisch adviseur voor een verzekeraar rond hadden geneusd in de medische gegevens van het slachtoffer.
De West-Vlaamse Anke Santens (44) is in september 2010 slachtoffer van een verkeersongeval. Aan dit ongeval houdt zij hersenletsel over. Het Belgische Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering verklaart haar volledig invalide. De verzekeraar van haar tegenpartij betwist echter dat de Santens’ klachten door het ongeval zijn veroorzaakt. Omdat partijen er minnelijke niet uitkomen, start Santens een rechtszaak. Tijdens een tweede expertise merkt Santens dat de medisch adviseurs van de verzekeraar wel heel veel weten over haar medische achtergrond.
“Plots kwam men vijf jaar na mijn ongeval af met een ‘vooraf bestaande toestand’, een situatie dus waaruit moet blijken dat mijn klachten al aanwezig waren voor het ongeval en dus niet van het ongeval zelf kunnen komen”, zo vertelt zij aan de krant. Die ‘vooraf bestaande toestand’ verwijst naar iets dat twee jaar voor het ongeval gebeurde. Santens had toen moeilijk na het plotseling overlijden van haar vader. Hierdoor kon zij slecht inslapen. Hiervoor kreeg Santens Melatonine voorgeschreven. Dit is een voedingssupplement. Enkel Santens’ neuroloog en huisarts waren hiervan op de hoogte. De verzekeraar stelde echter dat er sprake was van “zware voorafbestaande psychiatrische en hormonale problemen”. Die problemen zouden de oorzaak zijn van Santens huidige problemen.
Santens vraagt zich af hoe die verzekeringsarts (=medisch adviseur van de verzekeraar) aan deze medische gegevens komt. Zij vraagt bij het ziekenhuis in Kortrijk, waar zij de neuroloog bezocht, de login van haar elektronisch patiëntendossier op. “Ik viel zowat achterover toen ik de lijst kreeg van wie er zonder mijn toestemming of medeweten in mijn dossier was geweest”. Daarop stond ook de neuroloog, bij wie ik jaren geleden op consultatie was geweest. Hij was nu aangesteld door de verzekeringsmaatschappij van de tegenpartij”, zo tekent De Morgen op.
Dat het geval van Santens niet op zichzelf staat blijkt uit het verhaal van Ann Callewaert (53), in hetzelfde artikel. Ook zij raakte, in 2002, betrokken bij een verkeersongeval. Zij werd als fietser aangereden, met blijvend letsel tot gevolg. Ook zij is in discussie met een verzekeraar en ook zij vroeg op enig moment de login gegevens op van haar elektronisch patiëntendossier. Omdat zij was behandeld in drie ziekenhuizen, deed zij drie verzoeken. Het eerste ziekenhuis meldde haar dat niemand in haar dossier had gekeken. Het tweede ziekenhuis wilde geen namen doorgeven van de artsen die in haar dossier hadden gekeken. Volgens het ziekenhuis moest het ziekenhuis het recht van de patiënt afwegen tegenover de privacy van de artsen. Van het derde ziekenhuis kreeg zij wel een lijst, met daarop elf namen van dokters. Callewaert: “Eén daarvan was mijn behandelend arts. De andere tien waren mij compleet onbekend.”.
Na wat onderzoekswerk bleek een van deze artsen de deskundige, die door de rechtbank was aangesteld, goed te kennen. Een tweede bleek zelf een bekende verzekeringsarts (=medisch adviseur). Een tweede bleek zelf een bekende verzekeringsarts te zijn. Haar naam dook ook in de Panorama-uitzending van midden 2015 ‘Onpartijdigheid verzekerd’. Door die reportage werd duidelijk dat artsen die samenwerken met gerechtsexperts vaak ook banden hebben met verzekeringsmaatschappijen. Het gaat om een select kransje van dokters die bijklussen en zich als doel lijken te stellen om verzekeringsmaatschappijen te behoeden voor het uitbetalen van hoge schadevergoedingen.
Volkomen logisch dat deze verhalen tot ophef leiden. Immers moet je er als patiënt vanuit kunnen gaan dat het medisch beroepsgeheim voor artsen heilig is. Dat een behandelend arts geen medische gegevens met derden deelt, zonder de voorafgaande toestemming van de patiënt. Maar is dit typisch een Belgisch probleem? Of speelt dit ook in Nederland?
Vooropgesteld dat de situatie in Nederland anders is geregeld. Doordat een slachtoffer ook de kosten van zijn belangenbehartiger kan verhalen op de verzekeraar, geldt er in Nederland meer een level playing field. Daarnaast leert de ervaring dat het schaderegelingsklimaat in België veel ruwer is dan in Nederland. Ook in het Nederlandse schaderegelingsklimaat zitten kenmerken van het poldermodel, alhoewel de opstelling van sommige Nederlandse verzekeraars niet onderdoet voor die van hun Belgische collega’s.
Toch leert de soap rond realityster Samantha de Jong, beter bekend als Barbie, dat er ook in Nederland nog veel te verbeteren valt. In april 2018 bleek immers dat tientallen medewerkers van het HagaZiekenhuis in Den Haag ongeoorloofd haar medisch dossier hadden bekeken, zo berichtte onder meer de NOS.
Na een intern onderzoek heeft het ziekenhuis aan niet minder dan 85 medewerkers een officiële waarschuwing gegeven, omdat zij onrechtmatig Barbies dossier hadden bekeken. Deze medewerkers hadden ‘geen behandel- of zorgrelatie met de patiënt. Daarnaast kregen alle medewerkers een brief waarin nog eens het belang van beroepsgeheim, vertrouwelijkheid en privacy wordt benadrukt.
Van belang is op te merken dat het ongeoorloofd inzien van een medisch dossier, ongeacht van wie dit dossier is, voor artsen en verpleegkundigen een tuchtrechtelijk verwijt oplevert. Uit een uitspraak van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Eindhoven d.d. 18 november 2013 (ECLI:NL:TGZREIN:2014:48) blijkt dat aan twee specialisten die ongeoorloofd een dossier van een ex-collega inzagen tuchtrechtelijk werden veroordeeld. Beide specialisten kregen een waarschuwing van hun tuchtrechter.
In juli 2019 kwam naar buiten dat de Autoriteit Persoonsgegevens aan het ziekenhuis een boete oplegde van € 460.000. Het ziekenhuis maakte bekend dat in beroep zou gaan tegen de boete. Het is afwachten hoe in bezwaar en beroep over dit boetebesluit zal worden geoordeeld.
In april 2018 bood het Tergooi Ziekenhuis bekende Nederlanders niet alleen een vipstatus aan, maar ook een schuilnaam. Zo wil het ziekenhuis voorkomen dat de gegevens van deze bekende patiënten in verkeerde handen terechtkomen. Het ziekenhuis zegt toe dat zij wekelijks controleert of artsen dan wel medewerkers die geen behandelrelatie hebben met de VIP-patiënt, zich toegang. Hebben verschaft tot hun gegevens.
Het Belgische verhaal deed mij denken aan een tuchtrechtprocedure die ik zelf voor een cliënt voerde.
Het verhaal daar was dat cliënt onder behandeling stond bij een tandarts en bij kaakchirurg Y. Op enig moment heeft Y de patiënt doorverwezen naar collega X, die in een academisch ziekenhuis werkte. X was een voorbeeldig behandelend arts. Empathisch, gedreven en uiterst vakbekwaam. Er ontstond een vertrouwensband tussen de patiënt en X. Weliswaar werd cliënt soms ook door collega’s van X gezien, maar dat is niet ongewoon in een academisch ziekenhuis.
Ondertussen waren er twijfels ontstaan over de behandeling door de tandarts en Y. Daarop wendde cliënt zich tot zijn rechtsbijstandsverzekeraar. Die vroeg het medisch dossier op en liet dit beoordelen door haar medisch adviseur. De medisch adviseur van de rechtsbijstandsverzekeraar kwam tot de conclusie dat er niet lege artis was gehandeld. Daarop werden de tandarts en (het ziekenhuis waarin) Y (werkte) aansprakelijk gesteld.
Beide aansprakelijkgestelden wendden zich tot hun aansprakelijkheidsverzekeraar. Aan deze verzekeraars werd, zoals te doen gebruikelijk, de verzamelde medische gegevens ter beschikking gesteld. Om ieder misverstand te voorkomen: in dit dossier bevonden zich de nodige brieven van kaakchirurg X als opvolgend behandelaar. Nadat de verzekeraar van het ziekenhuis het advies in won van haar medisch adviseur nam zij een afwijzend standpunt in. Y zou lege artis hebben gewerkt. Hierover is heen-en-weer geschreven. Op enig moment vroeg de rechtsbijstandsverzekeraar het advies van de medisch adviseur van aansprakelijkheidsverzekeraar op. Ondanks dat het niet gebruikelijk is dat dit advies wordt verstrekt, gebeurde hier dat toch. Cliënt stond gek te kijken toen bleek dat kaakchirurg X, zijn kaakchirurg, de medisch adviseur was van de aansprakelijkheidsverzekeraar van het ziekenhuis.
Hierna kwam ik in contact met cliënt. Namens cliënt werd een tuchtklacht ingediend bij het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg. Die oordeelde, op 14 juni 2019, nadat X had erkend dat hij nooit als medisch adviseur had mogen optreden in deze zaak, dat X een tuchtrechtelijk verwijt was te maken. Aan X. werd de maatregel van waarschuwing opgelegd.
Gelet op het voorgaande moeten wij niet al te hard oordelen over België, noch kunnen wij gerust gaan slapen omdat dat soort dingen hier niet (kunnen) gebeuren. De bovenstaande twee voorbeelden stemmen allerminst geruststellend. Wat kunt u hieraan zelf doen?
Op LinkedIn werd ik erop gewezen dat eenieder via www.volgjezorg.nl, van de Vereniging van Zorgaanbieders voor Zorgcommunicatie, kan inzien wie uw medische gegevens heeft opgevraagd. Ook is het mogelijk om een automatische e-mail te ontvangen als uw medische gegevens worden opgevraagd.
Daarmee wordt ongeoorloofde inzage niet belet, maar wel bekend. Uit de hiervoor gegeven voorbeelden blijkt dat er vervolgens effectief tegen kan worden opgetreden.
Hebt u vragen over het verhalen van letsel- of overlijdensschades? Schroom dan niet en neem vrijblijvend contact met ons op!