Wie betaalt de prijs voor inadequate begeleiding van de benadeelde?

Geplaatst op 10 januari 2025 door mr. A.J. (Anouk) Korff

De vraag: ‘wie betaalt de prijs voor inadequate begeleiding van de benadeelde?’ stond, onder andere, centraal in een recente uitspraak van de rechtbank Rotterdam. Een slachtoffer van een verkeersongeval raakte arbeidsongeschikt. Aan de rechter de taak om te oordelen of de klachten door het ongeval kwam en of een voorschot betaald moest worden.

Wat is er gebeurd?

De zaak draaide om een man die op 8 mei 2019 betrokken was bij een verkeersongeluk. Een andere bestuurder verleende hem geen voorrang, waardoor hij met zijn bestelbus tegen een aanhanger botste. Direct na het ongeluk had de man last van nekklachten. Later klaagde hij ook over pijn aan zijn linkerschouder en de linkerkant van zijn hals.

Allianz erkende aansprakelijkheid voor het ontstaan van het ongeval.

Voor het ongeval werkte het slachtoffer als hoofdmonteur bij een groot infrabedrijf. Hij hield zich bezig met onderhoudswerkzaamheden aan het spoor. Na het ongeval heeft hij zich bij zijn werkgever ziekgemeld. Op 8 juli 2019 werkte hij weer volledig. Op 9 januari 2020 meldde hij zich opnieuw ziek. Daarna hervatte hij zijn werkzaamheden niet meer.  In april 2023 eindigde het dienstverband van het slachtoffer middels een vaststellingsovereenkomst.

In de schaderegeling blijkt dat partijen de gevolgen van het ongeval heel anders waarderen. Daarom start de benadeelde een deelgeschil.

Wat wilde de eiser?

voorschot schadevergoedingDe man eiste drie dingen bij de rechter:

Het slachtoffer legt aan het gevraagde voorschot ten grondslag dat hij niet kon werken als gevolg van de klachten.  Daardoor is er tot en met 2024 minimaal € 40.000 aan schade door het verlies van arbeidsvermogen geleden. Daarnaast zijn er nog andere schadeposten. Het slachtoffer noemt pensioenschade, verlies zelfwerkzaamheid, huishoudelijke hulp, medische kosten en smartengeld.

Wat vond de verzekeraar?

De verzekeraar meent dat de klachten niet in verband staan met het ongeval. Allianz verzoekt de rechter dan ook alle verzoeken af te wijzen. Ook wordt een tegenverzoek ingediend. Allianz meent dat een rapport van een neuroloog geen bindend uitgangspunt is. Dit omdat het rapport onvoldoende consistent is. In het rapport staan tegenstrijdige bevindingen. Een antwoord op een gestelde vraag is onvolledig en niet gebaseerd op juiste feiten. Ook is, aldus Allianz, de diagnose onduidelijk en onvoldoende gemotiveerd.

Allianz spreekt tegen dat er plaats is voor een aanvullend voorschot. Er moet, volgens Allianz, nader onderzoek gedaan worden naar de klachten en de gevolgen voor het arbeidsvermogen.

Bij de bespreking van deze uitspraak wordt in deze blog met name ingezoomd op het gevraagde voorschot.

Hoe oordeelde de rechter?

De rechtbank oordeelt kort en goed dat het rapport van de neuroloog partijen bindt. Partijen hebben samen de deskundige uitgezocht. Ook maakte partijen afspraken over de medische informatie die verstrekt werd aan de deskundige. Tot slot overlegden partijen over de aan de deskundige te stellen vragen. Partijen zijn daarom gebonden aan het rapport van de deskundige.

De rechtbank oordeelt, op basis van het rapport, dat er een verband is tussen de klachten van het slachtoffer en het ongeval.

De rechter komt, nu de klachten in verband staan tot het ongeval, toe aan de vraag of een voorschot moet worden betaald.

De rechter oordeelt dat vaststaat dat het slachtoffer zijn werk kwijt is. Dit als gevolg van het ongeval. In de beëindigingsovereenkomst met de werkgever staat dit met zoveel woorden. De rechtbank volgt Allianz dan ook niet dat de beëindiging samenhing met het boventallig worden van de functie van het slachtoffer.

Verder oordeelt de rechtbank dat van belang is dat het slachtoffer vanaf de beëindiging van de overeenkomst tot aan de mondelinge behandeling geen arbeidsdeskundige begeleiding kreeg, anders dan de mislukte poging van de werkgever. Dit komt (mede) voor rekening en risico van Allianz, omdat Allianz niet inging op verzoeken van het slachtoffer om deze begeleiding.

De rechtbank wijst echter niet het gehele gevraagde bedrag toe. Dit omdat er onvoldoende gegevens zijn om de andere schadeposten te begroten. De rechtbank wijst een voorschot toe van € 21.750.

Waarom is deze uitspraak belangrijk?

De rechter oordeelt, wederom, dat de verzekeraar niet enkel financiële compensatie moet bieden. Verzekeraars dienen actief bij te dragen aan het herstelproces van een slachtoffer. Doen zij dat niet, dan kan dit hen duur komen te staan. In deze uitspraak enkel doordat de verzekeraar een hoger bedrag aan schade door verlies van verdienvermogen moet betalen. Er zijn echter ook uitspraken waarin een extra vergoeding werd toegekend aan het slachtoffer vanwege het nalaten van de verzekeraar.

Heeft u vragen over letselschade en uw rechten? Neem dan gerust contact met ons op. Ons kantoor staat klaar om u te helpen en uw belangen te verdedigen.

Gepubliceerd op 10 januari 2025 door: mr. A.J. (Anouk) Korff