Wie is aansprakelijk voor letselschade na een kop-staartbotsing?

Geplaatst op 5 februari 2025 door mr. E.W. (Edwin) Bosch

Op 17 juli 2023 vond er een verkeersongeval plaats op de Napoleonsweg Zuid (N273) in Grathem. Dit ongeval betrof een kettingbotsing, waardoor een van de betrokkenen letselschade opliep. In de door de rechtbank Limburg in november 2024 berechte zaak, die in januari 2025 werd gepubliceerd, ging het om de aansprakelijkheid en om de vraag of een voorschot op de letselschade verschuldigd is.

Wat is er gebeurd?

De bestuurder van een paardenwagen met trailer, verzoeker, reed over de N273. Achter hem reed een Tesla en daarachter een Iveco-bestelbus met aanhangwagen. Op een gegeven moment botste de bestuurder van de Iveco-bestelbus achter op de Tesla, tussen partijen werd gediscussieerd over de vraag of die daardoor doorgedrukt werd en op de paardenwagen met trailer botste.

Na het ongeval stelde verzoeker dat hij whiplashklachten had overgehouden aan de botsing. Hij diende daarom een claim in voor vergoeding van zijn letselschade. Omdat ASR de aansprakelijkheid van haar verzekerde niet erkende, startte hij een deelgeschil letselschade.

Wat wilde verzoeker?

Verzoeker diende een verzoek in bij de rechtbank. Hij verzocht de rechter om:

Volgens verzoeker had de bestuurder van de Iveco-bestelbus te laat gezien dat het verkeer voor hem stilstond. Daardoor was hij achter op de Tesla gebotst, waardoor een kettingreactie ontstond. De Tesla werd namelijk doorgedrukt op de door hem bestuurde auto. Hij stelt dat door deze fout ASR aansprakelijk is voor de door hem geleden letselschade.

Welk verweer voerde ASR?

ASR betwistte de toedracht van het ongeval. Volgens hen was de Tesla al tegen de paardenwagen met trailer gebotst, voordat de Iveco-bestelbus op de Tesla inreed. Daardoor zou er geen sprake zijn van ‘doordrukken’, zoals verzoeker beweert. ASR stelde dat er nader onderzoek nodig was naar de oorzaak van de botsing, maar dat een dergelijk onderzoek niet past in een deelgeschilprocedure. Daarnaast vond ASR dat er onvoldoende bewijs was voor het causaal verband tussen het ongeval en de whiplashklachten van verzoeker.

Hoe oordeelde de rechter?

De rechtbank oordeelde dat ASR aansprakelijk is voor de schade van verzoeker. Dit oordeel was gebaseerd op meerdere bewijsmiddelen:

ASR’s verweer dat de Tesla al eerder op de paardenwagen was gebotst, werd als onvoldoende onderbouwd afgewezen. De rechter overwoog dat in het dossier zich geen enkel (begin van een) aanknopingspunt bevindt dat het standpunt van ASR zou kunnen ondersteunen. De rechter concludeert dan ook dat de bestuurder van de Iveco-bestelbus de kettingreactie had veroorzaakt. Daarom moet ASR als aansprakelijkheidsverzekeraar van deze bestelbus de schade moet vergoeden. De rechtbank verklaart voor recht dat ASR verplicht is de schade van verzoeker te vergoeden.

Ook bepaalde de rechter dat ASR een voorschot van € 5.000 moest betalen op de letselschade. De rechter oordeelde dat voor het overige nader medisch onderzoek nodig was om het causaal verband tussen het ongeval en de whiplashklachten vast te stellen. Daarom wees de deelgeschilrechter het gevraagde voorschot van € 75.000 grotendeels af.

Daarnaast werd ASR veroordeeld tot betaling van de kosten van de deelgeschilprocedure, begroot op € 7.217.

Waarom is deze uitspraak relevant?

Deze zaak benadrukt enerzijds het belang van bewijs bij het vaststellen van aansprakelijkheid na een verkeersongeval en anderzijds dat een deelgeschil heel geschikt is om een impasse te doorbreken.

Uit de uitspraak blijkt, ten eerste, dat de bestuurder van een voertuig dat achterop een stilstaande of langzaam rijdende auto botst en die doordrukt op diens voorganger aansprakelijk is. Schadeformulieren, verklaringen van getuigen en politierapporten kunnen cruciaal zijn bij het vaststellen van de toedracht.

Ten tweede laat deze uitspraak goed zien dat een deelgeschil een breekijzer kan zijn om uit een impasse te komen.

Bent u betrokken geraakt bij een verkeersongeval en wilt u weten wat uw rechten zijn? Neem contact met ons op voor juridisch advies en hulp bij het verkrijgen van een schadevergoeding.

Gepubliceerd op 5 februari 2025 door: mr. E.W. (Edwin) Bosch