Bij algemene voorwaarden in B2B contracten komen geregeld zeer onredelijke bepalingen voor. Uiteraard schrijft de gebruiker van deze voorwaarden, deze zoveel mogelijk in zijn voordeel. Het in vergaande mate uitsluiten van aansprakelijkheid is inmiddels gemeengoed geworden.
Soms gaat het zelfs zo ver, dat het als het ware de kern van de overeenkomst aantast. De kern van de overeenkomst wil zeggen, de overeengekomen kenmerkende prestatie. Bij een koopovereenkomst is dat bijvoorbeeld de levering van de verkochte zaak. Bij een huurovereenkomst het in gebruik geven van het te verhuren gebouw.
De rechter kan een dergelijk beding passeren als het in strijd is met de redelijkheid en billijkheid. Toch is dit niet zo vanzelfsprekend. Recentelijk bevestigde de Hoge Raad nog eens dat de rechter hierin terughoudend moet zijn (ECLI:NL:HR:2021:153). Het ging in die zaak om de verhuur van een winkelpand dat niet gebruikt kon worden vanwege asbest. De huurder vorderde zijn volledige schade van de verhuurder maar de kleine lettertjes sloten dit gedeeltelijk uit. De huurder stelde dat de uitsluiting van aansprakelijkheid naar redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. De kern van de prestatie was immers het beschikbaar stellen van het huurpand. Dat was feitelijk onmogelijk geworden. De Hoge Raad bepaalde echter dat het feit dat dit de kern van de prestatie betreft, niet zonder meer betekent dat de uitsluitingsclausule in strijd met de redelijkheid en billijkheid is.
Helaas ontkomt u er niet aan dat u te maken krijgt met contractpartijen die dergelijke voorwaarden hanteren. Veel grote bedrijven hanteren voorwaarden waar zij niet van zullen afwijken. Andere bedrijven houden bijvoorbeeld vast aan branchevoorwaarden. Onderhandelen over de inhoud is dan niet aan de orde. Take it or leave it is dan het credo.
De aansprakelijkheid voor gevolgschade of indirecte schade wordt in exoneratieclausules in algemene voorwaarden vaak uitgesloten. Ook komt het voor dat de schadevergoeding beperkt is tot een percentage van het totale bedrag dat u betaald heeft.
Een interessante combinatie van bepalingen die voorkomen in algemene voorwaarden is de navolgende:
‘Een opgegeven levertijd of uitvoeringsperiode is indicatief.’
‘Als de overeengekomen prestatie niet deugdelijk is uitgevoerd, zal opdrachtnemer binnen een redelijke termijn de keuze maken of hij deze alsnog deugdelijk uitvoert of opdrachtgever crediteert voor een evenredig deel van de opdrachtsom.’
Stel u koopt een machine bij een bedrijf waarin deze bepalingen in de algemene voorwaarden voorkomen. Dan bent u mooi in de aap gelogeerd!
Ten eerste is er de leveringsdatum die niet hard is. En dan blijkt de machine het niet goed te doen. U vraagt de leverancier de machine zo snel mogelijk te herstellen. Immers, iedere dag dat deze stilstaat of minder goed presteert loopt de schade voor u op. De leverancier doet een herstelpoging maar die mislukt. Vervolgens kiest hij ervoor de rekening te crediteren voor een evenredig deel zonder verder te herstellen. Maar de schade die u lijdt vergoedt hij niet. Dat was namelijk al uitgesloten in de algemene voorwaarden.
In feite voelt een leverancier die zijn aansprakelijkheid vergaand heeft uitgesloten, nagenoeg geen druk. Hooguit de druk om u als klant tevreden te houden maar meer ook niet. De vraag is dan wat u te doen staat als de machine niet tijdig wordt geleverd of niet goed werkt.
Omdat uw schade niet vergoed wordt, is het belangrijk om de druk naar de leverancier toe maximaal op te voeren. De termijn waarop de machine aan u geleverd dient te worden is indicatief aldus de voorwaarden. Dat betekent in feite niet meer dan dat u van de leverancier niet kunt vorderen dat hij direct na het verstrijken van de termijn levert. Maar wel dat hij levert binnen de termijn die redelijkerwijs nodig is voor de levering van de machine. Als de leverancier – weliswaar bij indicatie – overeengekomen is de machine binnen drie maanden te bouwen en af te leveren, dan kan hij er geen zes maanden over doen.
Als het dus zo is dat u te horen krijgt dat de indicatieve termijn niet gehaald gaat worden en de tijd die extra nodig is, is onredelijk lang, dan kunt u bijvoorbeeld in een kort geding nakoming vorderen. De rechter kan dan dwangsommen opleggen voor iedere dag dat de machine niet geleverd wordt. Die pijn voelt de leverancier wel. Houdt de leverancier zich hier niet aan, dan kunt u via de dwangsommen uw schade wellicht geheel of gedeeltelijk verhalen.
Wat als de leverancier een ondeugdelijke machine levert? Stel de leverancier dan voor de keuze om te herstellen of te crediteren. Noem daarbij een redelijke termijn om die keuze te maken. Hoe meer uw bedrijfsvoering in de knel komt, des te korter die termijn is. Maakt de leverancier eenmaal een keuze dan kan hij daar niet meer op terugkomen. Deze keuze brengt immers, gelet op het beding in de voorwaarden, een verbintenis mee jegens u waar u nakoming van kunt vorderen. Omdat de leverancier niet aansprakelijk is voor de schade als hij niet of niet goed herstelt, kunt u ook voor deze verbintenis de kort gedingrechter vragen om hem tot nakoming te veroordelen met dwangsommen als pressiemiddel.
U staat dus niet helemaal met lege handen als de voorwaarden onredelijk zijn. U heeft immers een overeenkomst gesloten en u kunt daar nakoming van vorderen. Omdat de schade niet vergoed wordt, is het van belang om er dicht op te zitten en snel te handelen. Achteraf heeft u er immers niets meer aan om de leverancier aan te pakken. Hij is namelijk volgens de voorwaarden niet aansprakelijk voor uw schade.