Stel uw buren hebben recht van weg over uw laan. Vervolgens kopen zij het perceel van hun buren welk perceel geen recht van weg heeft over uw laan. Dat perceel heeft een eigen uitgang naar de openbare weg. De dag na levering van het perceel, verwijderen zij de erfafscheiding tussen het recent gekochte perceel en het perceel dat zij reeds bezaten. Vanaf dat moment wordt het recht van weg over uw land ook gebruikt ten behoeve van het aangekochte perceel. U vraagt zich af of dit zomaar kan.
Fietsenwinkel
Het hier omschreven voorbeeld was aanleiding voor een geschil dat voorgelegd is aan de rechter. In die zaak had een eigenaar van een fietsenwinkel het naastgelegen perceel gekocht waar voorheen een sportwinkel was gevestigd. Dit pand is hij als opslagplaats gaan gebruiken. Tussen beide erven is een schutting aanwezig en deze is gedeeltelijk verwijderd. Zodoende ging het recht van weg via het erf van de andere partij mede dienst doen ten behoeve van het nieuw aangekocht perceel.
Oordeel hof
Het hof oordeelde dat de eigenaar van de fietsenwinkel de weg mag gebruiken ten behoeve van het andere perceel. Het hof stelt voorop dat, voor de inhoud van de erfdienstbaarheid recht van weg, naar de akte moet worden gekeken. Dat wil zeggen de akte waarbij de erfdienstbaarheid is gevestigd. Uit die akte kan namelijk worden afgeleid welke bedoeling de partijen hadden die destijds de erfdienstbaarheid vestigden. De tekst in de akte luidt als volgt;
“De erfdienstbaarheid van weg, uit te oefenen over een strook, zoals op voormelde situatietekening met kruisarcering aangegeven, om te komen van en te gaan naar de openbare weg, te voet, per rijwiel, per auto of met welk ander voertuig ook. De erfdienstbaarheid staat het overig gebruik door de eigenaar van het dienend erf niet in de weg.
[…]
De eigenaar van het heersend erf (dan wel degenen die met diens toestemming het heersend erf mogen betreden) zal zich ten allen tijde de toegang tot het dienend erf kunnen verschaffen.”
Volgens het hof blijkt uit deze tekst niet dat de erfdienstbaarheid is gevestigd om daarmee een meer specifiek doel te bereiken. Ook is er aan het gebruik geen beperking verbonden aldus het hof. Dat betekent dat de eigenaar van de fietsenwinkel de schutting mocht verwijderen. Hij mag het recht van weg ook gebruiken ten behoeve van het nieuwe perceel.
‘In beginsel’-regel
De eigenaar van het perceel die het recht van weg moet verlenen stapt naar de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2020:1039). De hoge raad begint met de herhaling van de door hem in 1981 geformuleerde ‘in beginsel-regel’(ECLI:NL:HR:1981:AG4158). Deze regel luidt als volgt;
“Een erfdienstbaarheid van weg omvat in beginsel voor de eigenaar van het heersende erf niet het recht om de weg over het dienende erf te (doen) gebruiken als verbinding, via het heersende erf, met een aan laatstgenoemd erf grenzend terrein dat de eigenaar van het heersende erf mede in eigendom of gebruik heeft, voor zover uit de akte van vestiging of uit de kennelijke functie van het heersende erf niet het tegendeel voortvloeit.”
Volgens die regel had het hof niet mogen bepalen dat het gebruik van de weg op deze wijze is toegestaan. In beginsel is dit namelijk niet toegestaan tenzij het tegendeel uit de akte blijkt. De akte bevat echter geen aanknopingspunten dat een uitbreiding met een ander perceel is toegestaan. Het hof had deze beslissing niet mogen nemen. Er dient opnieuw naar de zaak gekeken te worden maar nu met de toepassing van de ‘in beginsel-regel’.
Tekst akte is bepalend
Als de buren gebruik gaan maken van uw land voor een perceel dat zij hebben aangekocht, is het van belang dat u de tekst van erfdienstbaarheid raadpleegt. Daaruit zal moeten blijken of de uitbreiding met andere percelen is toegestaan. Blijkt dit niet, dan kunt u dus tegen het gebruik van uw laan optreden.
Hebt u vragen over het recht van overpad? Of is er een geschil ontstaan over het recht van overpad? Schroom dan niet om contact met ons op te nemen!