De Hoge Raad heeft vandaag een belangrijke uitspraak gedaan over het kindgebonden budget bij de berekening van kinderalimentatie.
Waar ging het om? Begin dit jaar zijn door het kabinet een aantal wijzingen doorgevoerd in de kindregelingen. Zo is de alleenstaande ouderkorting voor de inkomstenbelasting afgeschaft en is in plaats daarvan een inkomensafhankelijke aanvulling gekomen op het kindgebonden budget; de zogenaamde alleenstaande ouderkop.
Voor de bepaling van de behoefte van het kind aan levensonderhoud bij kinderalimentatie wordt het netto inkomen van beide ouders voor de scheiding inclusief het kindgebonden budget op dat moment bij elkaar opgeteld. Aan de hand van dat bedrag wordt aan de hand van de leeftijd van de kinderen met een tabel het bedrag bepaald dat beschikbaar moet zijn voor de kinderen. Voorheen werd het kindgebonden budget dat de verzorgende ouder ontvangt in mindering gebracht op dit tabelbedrag, waarna de ouders in verhouding tot hun draagkracht moeten bijdragen in het bedrag aan levensonderhoud dat resteert.
Als gevolg van de verhoging van het kindgebonden budget met de alleenstaande ouderkop begin dit jaar resteerde er soms niets meer na vermindering op dit tabelbedrag. Het gevolg kon zijn dat er soms helemaal geen kinderalimentatie meer betaald hoefde te worden. Dit terwijl de verzorgende ouder het recht op alleenstaande ouderkorting kwijtraakte en er in feite niet op voorruit ging.
Er ontstond daardoor discussie of het kindgebonden budget in aanmerking genomen moest worden bij de berekening van de behoefte van het kind en aldus in mindering moest komen op het tabelbedrag, dan wel of dit opgeteld moest worden bij de draagkracht van de ouder die de kinderalimentatie ontvangt. Rechtbanken gingen hier uiteenlopend mee om.
De Hoge Raad heeft vandaag daarom duidelijkheid gegeven in deze discussie en heeft bepaald dat het kindgebonden budgetniet meer in mindering komt op het tabelbedrag, maar dat dit moet worden opgeteld bij het inkomen van de verzorgende ouder ter bepaling van de draagkracht.
Welke gevolgen kan dit hebben? Vele berekeningen van kinderalimentatie zullen nu opnieuw moeten plaats vinden omdat de kinderalimentatie te laag is. De ouder die de kinderalimentatie ontvangt zal er op vooruitgaan.
Bij gescheiden ouders waar ook sprake is van betaling van partneralimentatie kan dit overigens ook gevolgen hebben voor die partneralimentatie. Als gevolg van deze uitspraak kan de aanvullende behoefte aan partneralimentatie omlaag gaan, omdat het inkomen van die ouder wordt aangevuld met het kindgebonden budget en omdat de resterende draagkracht voor partneralimentatie van de betalende ouder als gevolg van de hogere kinderalimentatie omlaag zal gaan.
Wilt u de hoogte van de alimentatie (opnieuw) laten beoordelen, neem dan contact met ons op 0174 – 444 880.