Nabestaanden en naasten van slachtoffers van ongevallen, geweldsmisdrijven of fouten van anderen krijgen mogelijk recht op een vergoeding van hun ‘emotionele’ schade. Tot op heden kunnen naasten van slachtoffers geen aanspraak maken op vergoeding van de door hun geleden affectieschade (dat is smartengeld voor naasten van het feitelijke slachtoffer). Op 20 juli jl. heeft de Minister van Justitie echter een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer ingediend, waarin vergoeding van affectieschade mogelijk wordt gemaakt.
Dit is de tweede poging om in Nederland vergoeding van affectieschade mogelijk te maken. In 2010 verwierp de Eerste Kamer nog een wetsvoorstel dat ouders, kinderen en partners smartengeld wilde toekennen, doordat de VVD en het CDA tegen stemden. Het belangrijkste bezwaar van de VVD was destijds dat er een claimcultuur zou kunnen ontstaan, terwijl het CDA daaraan toevoegde dat het aan familie, vrienden, buren, collega’s, kerken en lotgenoten is om ‘hen die getroffen worden door leed tot steun en toeverlaat te zijn’.
Uit onderzoek is echter gebleken dat toekenning van affectieschade wel degelijk helpt bij de verwerking van een noodlottige gebeurtenis. Prof. Lindenbergh, hoogleraar privaatrecht aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam, merkt in de Volkskrant op dat geld het leed niet wegneemt, maar het kan de pijn wel verzachten. Hij wijst erop dat in België, en trouwens in de meeste Europese landen, naasten allang affectieschade vergoed krijgen. Uit onderzoek is gebleken dat naasten daar baat bij hebben. Naasten zoeken vaak een hele concrete besteding: bijvoorbeeld een jaarlijks weekend met de familie om het slachtoffer te gedenken.
In het wetsvoorstel is gekozen voor een regeling met vaste bedragen als vergoeding voor de affectieschade. Door te variëren in categorieën en in de omvang van de vergoeding voor affectieschade, houdt het systeem rekening met de persoonlijke omstandigheden van nabestaanden en naasten. Niet iedereen komt in aanmerking voor vergoeding van affectieschade. Het wetsvoorstel gaat uit van een vaste kring van gerechtigden: de partner van het slachtoffer, zijn kinderen en ouders. Uit de Memorie van Toelichting blijkt dat de Minister voornemens is om de bedragen als volgt vast te stellen:
Achter de in de eerste kolom omschreven relaties staan tussen haakjes de letters van de daarmee corresponderende in de artikelen artikelen 6:107, tweede lid, en 6:108 BW, vierde lid, BW omschreven categorieën naasten.
Deze wet treedt, nadat deze is goedgekeurd door zowel de Tweede Kamer als de Eerste Kamer in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. Uiteraard houden wij u op de hoogte van de voortgang van dit wetsvoorstel. Wilt u meer weten over letselschade? Kijk dan op onze pagina ‘letsel- en overlijdensschade‘.