Whiplash: verzekeraar ‘over de knie’ bij de Hoge Raad

Geplaatst op 13 februari 2015

Op 13 februari jl. heeft de Hoge Raad, de hoogste rechter in Nederland, uitspraak gedaan in een zaak tussen een letselschadeslachtoffer en London Verzekering. De uitspraak van de Hoge Raad was weinig interessant. De Raad overweegt slechts dat de door London naar voren gebrachte argumenten niet tot cassatie kunnen leiden. Omdat de door London aangevoerde klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling behoeft dit oordeel, op grond van art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering.

In zaken die worden voorgelegd aan de Hoge Raad wordt door een Advocaat-Generaal (AG), die werkt voor het Openbaar Ministerie, een advies gegeven. In deze zaak werd het advies gegeven door AG mr. J. Spier. Anders dan het arrest van de Hoge Raad is deze conclusie wel erg lezenswaardig, omdat de AG zeer kritisch is over de opstelling van verzekeraars in het algemeen en die van London in deze zaak, waarin het slachtoffer een whiplash had, in het bijzonder.

Zo merkt de AG op in zijn inleidende opmerkingen (rn. 3.2):

“…London heeft zich geroepen gevoeld om een reeks niet erg nuttige (want m.i. op voorhand kansloze) verweren te voeren. Het Hof heeft deze telkens van tafel geveegd. In ’s Hofs arrest en ook in het bericht van de door het Hof als deskundige benoemde psychiater ligt besloten dat een deel van de psychische klachten en problemen moet worden geschreven op het conto van London. Ik memoreer in dat verband het bescheiden voorschot dat zij heeft verstrekt; de al vermelde vele nutteloze verweren roepen bij een slachtoffer en al helemaal een kwetsbaar slachtoffer als [verweerder] allicht en voorzienbaar een gevoel van machteloosheid en hulpeloosheid wakker…”

 

En bij de bespreking van het fenomeen whiplash: (rn. 4.2):

“…Zij stofferen deze wijsheid [over het fenomeen whiplash] met een verwijzing naar “bijv.” één juridische auteur. De betrokken auteur schrijft dat inderdaad, zij het zonder enige bronvermelding. De stelling van London heeft dus wel een heel magere feitelijke basis. De ervaring, ook heel recente ervaringen, hebben geleerd dat grote voorzichtigheid past bij losse stellingen die verzekeraars menen te moeten etaleren. Dat geldt al helemaal in dit soort zaken. Anders dan (de meeste) slachtoffers beschikken verzekeraars over voldoende financiële middelen om onderzoek te (laten) doen ter onderbouwing van door hen nuttig of nodig geachte beweringen van feitelijke aard. Wanneer zij dan volstaan met niet in enig opzicht onderbouwde beweringen verdienen deze in beginsel geen geloof…”

 

AG Spier vervolgt in zijn conclusie, waar hij de stelling van London bespreekt dat het hier om een principiële kwestie gaat (rn. 5.11):

“…Ruime ervaring heeft me geleerd dat verzekeraars in voorkomende gevallen niet terugschrikken voor het oproepen van in geen enkel opzicht onderbouwde en soms aantoonbaar onjuiste spookbeelden. In sommige gevallen – zoals de omvang van de dekking van rechtsbijstandverzekeringen – zouden zij daarmee hun eigen graf (hebben) kunnen graven, wat dan weer allerlei hoogst interessante aansprakelijkheidsvragen zou kunnen oproepen; vragen die niet zouden behoeven te rijzen wanneer verzekeraars hun als principieel opgediste zaken beter zouden presenteren. Zeker van een industrie die zou moeten inzetten op preventie van schade zou mogen worden verwacht dat eens het inzicht veld wint dat het roer om moet en dat het niet zinvol is om principiële procedures te voeren die worden gebouwd op drijfzand…”

 

En zijn afronding schrijft hij (rn. 7.69):

“…Ik kom tot een afronding. London heeft hoog spel gespeeld. Als Uw Raad mee zou gaan in hetgeen hiervoor werd betoogd, zal zij vermoedelijk niet geheel ontevreden zijn. Maar voor de meeste door haar bepleite regels valt niets of hooguit weinig te zeggen…”

 

Slachtoffers en hun advocaten klagen al langer over de opstelling van sommige verzekeraars, met name in whiplashzaken. Deze klachten vinden nu steun in deze conclusie van AG Spier. Ook de AG constateert dat London een groot aantal zinledige verweren voert, ondertussen te weinig voorschotten verstrekt waardoor een kwetsbaar slachtoffer secundaire victimisatie ten deel valt. Dit zelfs ondanks de (mede) door verzekeraars opgetuigde Gedragscode Behandeling Letselschade. Het is nu tijd voor daden in plaats van mooie woorden….

Bent u slachtoffer van een letselschade en hebt u deskundige hulp nodig bij het verhalen van uw letselschade? Kijk dan hier hoe wij u kunnen helpen of neem meteen vrijblijvend contact met ons op.