Het Centraal Bureau voor de Statistiek meldt dat in 2022 bijna 71.000 pasgeboren baby’s een moeder hadden die ongehuwd was. Dat is 42 procent van alle kinderen die dat jaar werden geboren. In 2002 betrof dit nog 29 procent, in 1982 5,9 procent en in 1962 slechts 1,5 procent. Met andere woorden, in de jaren zestig en zeventig waren bijna alle moeders gehuwd bij de geboorte van hun kinderen. Vanaf de jaren tachtig waren moeders steeds vaker ongehuwd.
Ongehuwde moeders wonen vaak wel samen met een partner. Zo had ongeveer 33 procent van alle pasgeboren baby’s in 2022 ongehuwde samenwonende ouders. Ook na de geboorte van hun eerste kind blijven steeds meer ouders ongehuwd samenwonen.
Jonge vrouwen zijn vaak ongehuwd als ze moeder worden. Zo waren in 2022 negen op de tien tienermoeders ongehuwd en zes op de tien moeders van 20 tot 25 jaar. Van de baby’s met een moeder van 25 jaar of ouder heeft ruim de helft wel gehuwde ouders. Bij baby’s met een moeder boven de 40 jaar is dat ietwat lager.
Weinig buitenechtelijke baby’s in de Biblebelt
In de zogenoemde Biblebelt, de strook die loopt van Zeeland naar Overijssel, worden in verhouding weinig baby’s geboren bij ongehuwde ouders. Het minst vaak in Urk en Staphorst (zo’n zes procent), gevolgd door Neder-Betuwe en Renswoude (zo’n twaalf procent).
Veel buitenechtelijke baby’s in de (middel)grote steden
In de middelgrote steden (vanaf 100.000 inwoners) komt het relatief vaak voor dat de moeder ongehuwd is bij de geboorte van haar kind(eren). Van de vier grote steden (Den Haag, Utrecht, Rotterdam en Amsterdam) hebben vooral kinderen die in Rotterdam zijn geboren ongehuwde ouders (zo’n 52 procent).
Het krijgen van een kind bij ongehuwd samenwonen is echter niet zonder risico. Een hoop zaken die voor gehuwden “automatisch” bij wet zijn geregeld, dienen door samenwoners nog zelf geregeld te worden. Zo hoeft de gehuwde vader bijvoorbeeld een kind niet te erkennen. De gehuwde vader is automatisch juridisch ouder en krijgt automatisch het gezag. De ongehuwde vader daarentegen dient het kind wel erkennen.
Door erkenning ontstaat een juridische band, oftewel een ‘familierechtelijke betrekking’. Dit betekent dat het kind recht heeft op omgang met de ouder, in erfrechtelijke betrekking komt te staan tot de ouder en er een onderhoudsverplichting geldt. Bij erkenning van een kind vanaf 1 januari 2023 verkrijgt de ouder automatisch het ouderlijk gezag. Door het ouderlijk gezag ontstaat op grond van de wet:
Met het gezag kan de ouder voor het kind meebeslissen over zaken als de woonplaats, de schoolkeuze, een medische behandeling, hulpverlening en afgifte van een paspoort. Wanneer sprake is van gezamenlijk ouderlijk gezag, betekent dit dat ouders samen beslissingen dienen te nemen over dat soort zaken. De ene ouder mag dus bijvoorbeeld niet zomaar verhuizen met het kind. Daarvoor is toestemming nodig van de andere ouder.
Het ontbreken van gezamenlijk ouderlijk gezag kan problemen opleveren (bij echtscheiding). De ouder zonder gezag kan immers voornoemde rechten en plichten niet uitvoeren. Het gezag kan onderdeel worden van conflict en dient dan zo nodig bij de rechter te worden uitgevochten.
Wilt u na het lezen van bovenstaande wél dat alles goed is geregeld? Neem dan vrijblijvend contact op met onze familierechtadvocaten. Zij helpen u graag om problemen te voorkomen (of op te lossen).