Ontslag op staande voet is de meest vergaande sanctie die het arbeidsrecht kent. Daarom stelt men aan een ontslag op staande voet strenge eisen. Een van deze eisen is dat er sprake dient te zijn van een ‘dringende reden’. Bij de beoordeling of daarvan sprake is moeten alle omstandigheden in aanmerking worden genomen. Ook de persoonlijke omstandigheden van een werknemer. In een uitspraak van de kantonrechter Midden-Nederland van 5 juni 2023 kwam dit duidelijk aan de orde.
De werkgever houdt zich bezig met de verkoop, lease en onderhoud van motorvoertuigen. Zij exploiteert een aantal dealerschappen en heeft 35 vestigingen in Noordoost Nederland.
De werknemer, moeder van 4, is sinds 12 september 2022 in dienst van werkgever als service adviseur. Het betrof een contract voor 7 maanden. In haar functie was zij verantwoordelijk voor het factureren van de aan motorvoertuigen uitgevoerde werkzaamheden.
De werkgever heeft de werknemer op 4 januari 2023 een werkgeversverklaring verstrekt. Dit ten behoeve van het verkrijgen van financiering voor de koop van een woning. Op deze verklaring gaf de werkgever aan dat bij gelijkblijvend functioneren het dienstverband voor onbepaalde werd verlengd.
De werknemer heeft haar auto laten repareren bij de werkgever. De factuur stelde zij zelf op. Zij factureerde echter slecht 1 van de 4,4 uur die op de werkbon van de monteurs stonden.
De werkgever ontdekte dit en ontsloeg haar op staande voet wegens fraude. De werkgever liet weten dat sprake was van bewuste benadeling van de werkgever voor eigen voordeel. Dit beschouwde de werkgever als zeer ernstig.
De werknemer was het niet eens met het ontslag op staande voet. Zij vroeg de kantonrechter dan ook het ontslag te vernietigen. Zij stelde dat het ontslag niet snel genoeg was gegeven. Evenmin zou er sprake zijn van een dringende reden. En tenslotte vroeg de werknemer aandacht voor haar persoonlijke omstandigheden.
Tijdens de zitting bleek dat de werkgever op 21 februari 2023 van de fraude op de hoogte was. Nog dezelfde dag heeft de werkgever de werknemer hiermee geconfronteerd. De werknemer erkende dat zij de factuur voor haar eigen auto zelf had opgesteld. Later op die dag sprak de werkgever nog een keer met de werknemer. In dat gesprek vond het ontslag op staande voet plaats. De kantonrechter oordeelt dan ook dat de werkgever voortvarend genoeg handelde.
Maar is er ook sprake van een dringende reden volgens de kantonrechter? In principe wel, oordeelt de kantonrechter. Vast staat namelijk dat de werknemer zichzelf een factuur stuurde van EUR 134,75, terwijl dit EUR 380,56 moest zijn. Daarmee benadeelde zij de werkgever. Ook handelde zij daarmee in strijd met instructies. De werknemer had de factuur door een collega moeten laten opstellen, aldus de kantonrechter. Door de factuur naar beneden bij te stellen handelde de werknemer ernstig verwijtbaar. De feiten leveren een dringende reden op voor ontslag op staande voet.
Maar, de werknemer stelt vervolgens dat er het ontslag op staande voet haar te hard treft. Zij had immers kort voor het ontslag haar huis verkocht en een nieuw huis gekocht. Door het ontslag op staande voet wilde de bank haar geen financiering meer verstrekken. Dit leidde ertoe dat de koopovereenkomst van haar nieuwe woning werd ontbonden. De werknemer kon niet meer terug in haar oude woning en verbleef nu in een stacaravan met haar 4 kinderen. Zij had geen zicht op een nieuwe baan. En omdat zij was ontslagen kreeg zij geen uitkering.
Desgevraagd liet de werkgever weten dat hij van deze omstandigheden wist ten tijde van het ontslag. Echter, wat de werkgever betreft was dat niet relevant voor het ontslag. Immers, ‘goed is goed en fout is fout’, aldus de werkgever.
De kantonrechter zag dit anders. De werkgever had deze persoonlijke omstandigheden in de overweging moeten betrekken. Deze omstandigheden zouden de dringende reden immers kunnen nuanceren. Vooral in dit geval omdat het dienstverband korte tijd later, al op 12 april, regulier zou eindigen. Onder die omstandigheden ging een ontslag op staande voet te ver.
De kantonrechter oordeelt dan ook dat het ontslag vernietigd wordt. De werkgever moet het achterstallig loon, inclusief wettelijke verhoging en rente, tot 12 april 2023 alsnog betalen.
Werkgevers dienen de persoonlijke omstandigheden van een werknemer te betrekken in de beslissing om over te gaan tot ontslag op staande voet. Wanneer men een werknemer confronteert met een dreigend ontslag is het verstandig deze persoonlijke omstandigheden te benoemen. Op die manier kan een beslissing tot ontslag (meer) weloverwogen worden genomen. En kunnen mogelijk onnodige procedures worden voorkomen.
Mocht u advies willen over een voorgenomen of dreigend ontslag dan kunt u terecht bij VBS Advocaten. U kunt te allen tijde contact met ons kantoor opnemen.