Schriftelijkheidsvereiste uitzendbeding

Geplaatst op 27 september 2023 door mr. E. (Elkan) Spijer

Wanneer sprake is van een uitzendovereenkomst, kan er een uitzendbeding worden overeengekomen. Dit houdt kort gezegd in dat de uitzendovereenkomst automatisch eindigt wanneer de inlener niet langer gebruik wil maken van de uitzendkracht. In de wet is opgenomen dat zo’n beding schriftelijk moet worden overeengekomen. Over de invulling van dit schriftelijkheidsvereiste kan echter discussie ontstaan. Zo blijkt uit een uitspraak van de Kantonrechter Arnhem van 7 september 2023.

Wat was de discussie?

De werkgever stelde zich op het standpunt dat de uitzendovereenkomst was geëindigd op grond van een uitzendbeding. Dit omdat de inlener niet langer met de uitzendkracht wilde werken. De werknemer stelde zich echter op het standpunt dat er geen sprake was van een uitzendbeding in de uitzendovereenkomst. Er was dus niet voldaan aan het schriftelijkheidsvereiste.

De werkgever stelde echter dat op de uitzendovereenkomst de CAO voor Uitzendkrachten van toepassing was. Uit die CAO blijkt dat er gedurende de eerste 52 weken automatisch een uitzendbeding geld, aldus de werkgever. Omdat de uitzendovereenkomst verwees naar een CAO waarin dit uitzendbeding stond, was voldaan aan het schriftelijkheidsvereiste. En daarom kon de werkgever hier dus een beroep op doen.

Wat oordeelt de rechter?

De rechter oordeelt dat voor de rechtspositie van een werknemer het verschil tussen een overeenkomst met of zonder uitzendbeding zeer groot is. Immers, zonder uitzendbeding kan de uitzendovereenkomst vrij gemakkelijk eindigen. Daarom is het schriftelijkheidsvereiste in het leven geroepen. Het moet de werknemer direct duidelijk zijn waarvoor hij tekent. Van de werkgever mag ook verwacht worden dat hij goed nagaat of de werknemer begrijpt wat hij afspreekt. De werkgever liet in dit geval na de werknemer hier goed over te informeren, aldus de rechter. Dit, terwijl het ook nog eens ging om een werknemer die uit het buitenland kwam om hier te werken.

Kortom

Bij het hanteren van een uitzendovereenkomst is het zaak dat het uitzendbeding daarin uitdrukkelijk is opgenomen. De enkele verwijzing naar de CAO voor Uitzendkrachten is niet voldoende. Ook is het zaak dat het uitzendbeding juist is geformuleerd. Mocht u daarover twijfelen, neem dan contact op met de arbeidsrechtspecialisten van Vogelaar Bosch Spijer Advocaten.

Gepubliceerd op 27 september 2023 door: mr. E. (Elkan) Spijer