De kantonrechter Oost-Brabant oordeelt in een uitspraak van 6 april 2023 over deze vraag of terugplaatsing in het geval van beweerd disfunctioneren, met een ander woord: ‘demotie’ is toegestaan. Wat oordeelt de rechter?
Sinds 24 april 2016 is een werknemer werkzaam bij een groothandel in groente en fruit. Gedurende de jaren die volgen, werkt zij zich op van de functie van productiemedewerker naar operator, assistent-ploegleider en supervisor plus. Zij vraagt op 5 augustus 2022 aan haar leidinggevende of zij op 6 augustus 2022 twee uur eerder kan stoppen met werken. Deze toestemming krijgt zij niet. Desondanks vertrekt de werknemer op 6 augustus 2022, zonder toestemming van haar leidinggevende, twee uur eerder van het werk. Vervolgens besluit de werkgever om de werknemer terug te plaatsen in de functie van productiemedewerker met het daarbij behorende lagere salaris.
De werknemer protesteert tegen de functiewijziging en begint een procedure bij de rechtbank Oost-Brabant. De werknemer verzoekt terugplaatsing in de functie van supervisor plus en betaling van het verschil in salaris. Aan dit verzoek ligt ten grondslag dat de demotie een onterechte eenzijdige wijziging van de arbeidsovereenkomst betreft.
De werkgever stelt zich op het standpunt dat de werknemer al enige tijd niet naar behoren functioneert. Daarbij komt dat de bedrijfsvoering en productieproces door de afwezigheid van de werknemer op 6 augustus volledig ontwricht is. Deze ernstige omstandigheden rechtvaardigen een demotie in de vorm van een disciplinaire maatregel, aldus de werkgever.
De rechter neemt als uitgangspunt dat de inhoud van een arbeidsovereenkomst alleen met instemming van beide partijen kan worden gewijzigd. Van een dergelijke instemming is geen sprake. Van belang is verder dat de arbeidsovereenkomsten een eenzijdig wijzigingsbeding bevat. Uit dit beding volgt dat de werkgever de arbeidsvoorwaarden alleen eenzijdig wijzigen mag wanneer daar een ‘zwaarwichtig belang’ voor aanwezig is.
De kantonrechter stelt de werknemer in het gelijk. De rechter weegt de belangen af en oordeelt:
“De kantonrechter is van oordeel dat gegeven de omstandigheden de demotie in augustus 2022 een stap te ver was. Als een werkgever al tot de conclusie komt dat een werknemer niet meer functioneert op de door de werkgever gewenste wijze, brengt goed werkgeverschap met zich mee dat aan de betrokken medewerker de mogelijkheid wordt geboden zich te verbeteren, al dan niet met ondersteuning, alvorens haar functie te wijzigen. Voor zover sprake zou zijn van onvoldoende functioneren had werkgever werknemer een verbetertraject moeten aanbieden en haar duidelijk moeten maken wat de consequenties zouden zijn als zij na ommekomst van de duur van het verbetertraject haar functioneren niet zou hebben verbeterd. Daarvan is niet gebleken. (…) De kantonrechter vindt het niet van goed werkgeverschap getuigen om werknemer, voordat haar een verbetertraject is aangeboden, over te plaatsen naar een lagere functie en haar daarna de mogelijkheid te geven om zichzelf te verbeteren, zodat zij zich wederom op dient te werken tot supervisor plus.”
De kantonrechter volgt de stelling van de werkgever niet dat het functioneren van de werknemer al sinds 2019 te wensen overliet. Zij heeft sindsdien namelijk meerdere malen promotie gemaakt. Dat de bedrijfsvoering en het productieproces op 6 augustus volledig ontwricht was, is ook onvoldoende gebleken.
Volgens de kantonrechter had de werkgever kunnen kiezen voor een minder vergaande oplossingen dan demotie. Wijziging van een primaire arbeidsvoorwaarde ging te ver. De rechter concludeert dus dat er geen sprake is van een zwaarwichtig belang tot wijziging van de arbeidsovereenkomst.
Een demotie als disciplinaire maatregel wordt door de rechter niet snel toegelaten. Daar dient vaak een verbetertraject aan vooraf te gaan. Bovendien moet het de werknemer duidelijk zijn wat de gevolgen zijn van aanhoudend disfunctioneren. Mocht u met dit onderwerp te maken krijgen dan valt aan te raden voorafgaand juridisch advies in te winnen. De arbeidsrechtspecialisten van Vogelaar Bosch Spijer Advocaten kunnen u daarbij uitstekend van dienst zijn. Voor vragen en/of opmerkingen kunt u uiteraard contact met ons kantoor opnemen.