Alles naar het goede doel…

Geplaatst op 31 maart 2023 door mr. N.T. (Michiel) Vogelaar

In deze zaak gaat het over een erfenis van 26 miljoen euro waarvan het overgrote deel naar het Leger des Heils en De Zonnebloem gaat. Dat viel bij de achterblijvende echtgenote waarmee de overleden textielhandelaar 55 jaar had samengeleefd niet in goede aarde. Dat kwam met name omdat het testament in het jaar voor zijn overlijden nog was gewijzigd.

Vordering rechtbank

De echtgenote vordert in eerste aanleg voor de rechtbank dat het testament van 23 februari 2012 nietig is. Dit omdat haar echtgenoot op dat moment volgens haar wilsonbekwaam was. Zij vraagt de rechtbank te bepalen dat het Leger des Heils en De Zonnebloem de door hen verkregen gelden en goederen weer ter beschikking moeten stellen aan de eerder benoemde executeur. De nalatenschap kan dan overeenkomstig het oude testament verdeeld worden.

Testament 2006 en 2012

TestamentIn het testament van 2006 ontvangt de echtgenote nog een bedrag van € 700.000. Dat is in het tweede testament uit 2012 een vruchtgebruik geworden over € 1.000.000. Ook krijgt zij het vruchtgebruik van de voormalige echtelijke woning en inboedel. Dit onder aanstelling van een bewindvoerder. Zij kan dus niet vrijelijk beschikken over wat haar is toegekend.

De stiefdochters komen er nog slechter vanaf. In het testament uit 2006 krijgen zij nog een bedrag van circa 2,6 miljoen per persoon. Dat is in het testament van 2012 € 20.000 geworden.

Wet

Uit artikel 3:34 BW bepaalt het volgende:

  1. Heeft iemand wiens geestvermogens blijvend of tijdelijk zijn gestoord, iets verklaard, dan wordt een met de verklaring overeenstemmende wil geacht te ontbreken, indien de stoornis een redelijke waardering der bij de handeling betrokken belangen belette, of indien de verklaring onder invloed van die stoornis is gedaan. Een verklaring wordt vermoed onder invloed van de stoornis te zijn gedaan, indien de rechtshandeling voor de geestelijk gestoorde nadelig was, tenzij het nadeel op het tijdstip van de rechtshandeling redelijkerwijze niet was te voorzien.
  2. Een zodanig ontbreken van wil maakt een rechtshandeling vernietigbaar. Een eenzijdige rechtshandeling die niet tot een of meer bepaalde personen gericht was, wordt door het ontbreken van wil echter nietig.

Uitspraak rechtbank

De rechtbank heeft in eerste aanleg overwogen dat de wilsonbekwaamheid van de man ten tijde van het opmaken van het laatste testament niet is komen vast te staan. De rechtbank vindt dat de vrouw haar stelling dat de man wilsonbekwaam was ten tijde van het opmaken van het testament onvoldoende heeft onderbouwd.

Hoger beroep

De vrouw is het er niet mee eens en komt van dit vonnis in hoger beroep. De weduwe onderbouwt de wilsonbekwaamheid van haar man met verklaringen van familieleden over een karakterverandering. Die heeft de jaren voor zijn overlijden al plaatsgevonden. Zo zou de man zijn veranderd in een humeurige man die geobsedeerd was geraakt door een wens geen belasting te betalen.

Tegenstrijdige verklaringen deskundigen

Verder heeft de weduwe een professor/neuroloog verzocht om op basis van het medisch dossier te beoordelen in hoeverre hij ten tijde van het wijzigen van zijn testament wilsbekwaam was. Deze professor komt tot het oordeel dat de man niet wilsbekwaam was om ten volle de gevolgen van zijn handelen te overzien.

Het Leger des Heils en De Zonnebloem hebben een neuroloog en een neuropsychiater ingeschakeld. Deze vinden dat de man wel wilsbekwaam was. Daarnaast verwijzen het Leger des Heils en De Zonnebloem ook nog naar de verklaring van de notaris. Die geeft aan nooit te hebben getwijfeld aan de wilsbekwaamheid van zijn cliënt.

Vanwege de tegenstrijdige verklaringen van de deskundigen komt het hof tot het oordeel dat er een deskundigenbericht moet komen. Deze derde deskundige bepaalt dat niet is komen vast te staan dat de man ten tijde van het wijzigen van zijn testament wilsonbekwaam was. De weduwe heeft diverse bezwaren tegen het rapport van deze deskundige. Het rapport zou op onzorgvuldige wijze tot stand zijn gekomen. Om dit te onderbouwen heeft zij weer een andere deskundige ingeschakeld.

Uitspraak gerechtshof

Het gerechtshof oordeelt dat het deskundigenbericht gevolgd dient te worden. Zij ziet geen aanleiding om ondanks de bezwaren tegen het rapport de conclusies van de deskundige in twijfel te trekken. De slotsom is dat het laatste testament intact blijft.

Het hof heeft in de uitspraak dan nog de volgende slotopmerking:

“Het hof is zich ervan bewust dat de uitkomst van deze procedure onbevredigend is voor [appellante] . Naar het oordeel van het hof moet er echter van worden uitgegaan dat [C] om hem moverende redenen de weloverwogen beslissing heeft genomen om zijn testament te wijzigen. Naar de redenen daarvoor zal het gissen blijven, omdat [C] daar niet meer naar gevraagd kan worden. Het is echter een beslissing die [C] heeft genomen over wat er met het door hemzelf opgebouwde vermogen moet gebeuren na zijn overlijden; een beslissing die onomkeerbaar is en door de nabestaanden aanvaard (en voor zoveel mogelijk ook gerespecteerd) zal moeten worden.”

Conclusie

Met enige regelmaat komt het voor dat (onterfde) erfgenamen het niet eens zijn met het testament. Zij vinden in dat geval dat de overledene ten tijde van het maken van het testament hiertoe eigenlijk niet meer in staat was. In deze procedure hebben we gezien dat er meerdere deskundigen zijn die tegenstrijdige conclusies trekken. Uiteindelijk is het een derde deskundige die de doorslag geeft.

Het nietig verklaren van een testament is niet onmogelijk maar zeker niet gemakkelijk. Het slotwoord van het gerechtshof geeft dan ook het juiste uitgangspunt weer. Degene die zijn testament heeft opgemaakt dan wel later heeft gewijzigd, zal dit weloverwogen hebben gedaan. Het testament zal door de nabestaanden aanvaard en gerespecteerd moeten worden.

Heeft u vragen over de totstandkoming van een testament of andere vragen over erfrecht. Neem dan vrijblijvend contact op met ons kantoor.

Gepubliceerd op 31 maart 2023 door: mr. N.T. (Michiel) Vogelaar