Geen recht op langere partneralimentatieduur. Wat nu?

Geplaatst op 31 mei 2023 door mr. D.P. (Daisy) Mandema

Per 1 januari 2020 heeft de wetgever de wet voor partneralimentatie ingrijpend gewijzigd. De wetswijziging verkort de alimentatietermijn van 12 jaar naar maximaal 5 jaar. De duur van de partneralimentatie bedraagt dientengevolge de helft van de duur van het huwelijk, met een maximum van 5 jaar. De periode wordt berekend vanaf de datum van het huwelijk tot de datum waarop het verzoekschrift tot echtscheiding bij de rechtbank wordt ingediend. Op deze hoofdregel is een aantal uitzonderingen van toepassing. Over deze uitzonderingen kan discussie ontstaan, zo laat een recente uitspraak zien.

Uitzonderingen

Naast bovengenoemde uitzonderingsgevallen is in de wet (art. 1:157 lid 7 BW) een zogenoemde “hardheidsclausule” opgenomen. Hierdoor kan in schrijnende situaties de alimentatietermijn worden verlengd. De rechter zal daartoe alleen beslissen als het beëindigen van partneralimentatie zeer ingrijpend is. Het verzoek tot verlenging moet door de alimentatie-ontvanger worden ingediend binnen 3 maanden na het beëindigen van de wettelijke termijn.

Recente rechtspraak

Een bijzonder geval deed zich recentelijk voor bij rechtbank Oost-Brabant. Centraal hierbij stond bovengenoemde uitzondering onder i). De man en de vrouw waren geregistreerde partners en hadden samen een kind gekregen. Binnen 5 jaar na het aangaan van het geregistreerd partnerschap besloten de man en de vrouw uit elkaar te gaan. Dientengevolge verzochten ze de rechter om het geregistreerd partnerschap te ontbinden.

De man vroeg om partneralimentatie van zijn ex-vrouw. De ex-vrouw stelde dat voor de duur daarvan de hoofdregel geldt: de helft van de duur van het geregistreerd partnerschap. De man beriep zich op de uitzondering: partneralimentatie totdat het jongste kind 12 jaar wordt.

De rechtbank Oost-Brabant volgde de vrouw. De zorg voor het jonge kind berustte namelijk niet hoofdzakelijk bij de man, maar bij de vrouw. De rechter had een opbouwende zorgregeling vastgesteld. Daardoor verbleef het kind uiteindelijk gemiddeld drie dagen per week bij de man. Het overgrote deel van de tijd verbleef het kind aldus bij de vrouw.

Conclusie

Kortom, omdat de zorg voor het jongste kind niet hoofdzakelijk bij de man berust, heeft hij geen recht op de langere partneralimentatieduur. De hoofdregel is in dit geval van toepassing. Dat wil zeggen dat de man recht heeft op partneralimentatie voor de duur van de helft van het geregistreerd partnerschap. Onzes inziens is de term “hoofdverzorger” echter een multi-interpretabel begrip. Deze uitspraak biedt dan ook voer voor discussie.

Heeft u vragen over (het recht op) de partneralimentatie? Neem dan gerust contact op met een van onze familierechtadvocaten.

Gepubliceerd op 31 mei 2023 door: mr. D.P. (Daisy) Mandema