Sinds de invoering van de Burgerlijke stand in Nederland in 1811 kreeg het kind automatisch de naam van de vader. Sinds 1998 kunnen ouders kiezen of hun kind de geslachtsnaam van de vader of van de moeder krijgt. Met de Wet Introductie gecombineerde geslachtsnaam komt hier met ingang van 1 januari 2024 een extra keuzemogelijkheid bij. In deze blog geef ik een toelichting op het huidige naamrecht en op de nieuwe keuzemogelijkheden.
Het huidige naamrecht is geregeld in Boek 1 Burgerlijk Wetboek. Artikel 5 van Boek 1 Burgerlijk Wetboek regelt welke geslachtsnaam een kind krijgt. De keuze voor een geslachtsnaam is niet verplicht. Als ouders geen keuze maken bepaalt de wet welke geslachtsnaam het kind krijgt. Het kind van gehuwde ouders krijgt automatisch de achternaam van de vader. Het kind van ongehuwde ouders krijgt automatisch de naam van de moeder.
Gehuwde ouders die het kind de geslachtsnaam van de moeder willen geven kunnen bij de gemeente een naamskeuze doen. Doorgaans erkent de vader een kind van ongehuwde ouders. Ouders doen bij die gelegenheid een naamskeuze. Bij gerechtelijke vaststelling van het ouderschap houdt het kind de geslachtsnaam van moeder. Het voorgaande geldt tenzij ouders kiezen voor de geslachtsnaam van vader. In geval van adoptie geldt een enigszins afwijkende regeling die staat opgenomen in het derde lid van artikel 5.
Met de invoering van de Wet Introductie gecombineerde geslachtsnaam wordt aan de diverse leden van artikel 5 een extra keuzemogelijkheid toegevoegd. Artikel 5 biedt een keuze aan tussen de geslachtsnamen van de beide ouders. Hieraan is nu dus toegevoegd een keuze voor de geslachtsnaam van beide ouders. Ouders bepalen zelf in welke volgorde de namen staan.
Bijvoorbeeld: mevrouw Schaap en de heer Brugman krijgen in 2024 hun eerste dochter. Zij kunnen als geslachtsnaam kiezen: Schaap, Brugman, Schaap Brugman of Brugman Schaap. Ouders met een dubbele geslachtsnaam dienen deze compleet en in bestaande volgorde door te geven bij de (gecombineerde) naamskeuze. Ouders met een gecombineerde geslachtsnaam mogen hiervan maximaal één deel doorgeven bij de gecombineerde naamskeuze.
Het wetsvoorstel bevatte eerst geen overgangsrecht. Dit zou betekenen dat de nieuwe regeling alleen geldt voor nieuwe gevallen vanaf 1 januari 2024. Naar aanleiding van Kamervragen en verzoeken van ouders, is alsnog een overgangsregeling opgenomen in het wetsvoorstel. Uit een peiling onder ouders in de leeftijd tussen de 25 en 45 jaar blijkt dat 21% een gecombineerde geslachtsnaam voor hun kind wil.
Voor drie situaties is overgangsrecht opgenomen. Ouders krijgen vanaf 1 januari 2024 één jaar de tijd om hun kind, geboren op of na 1 januari 2016, alsnog een gecombineerde achternaam te geven. Er is overgangsrecht voor het geval een kind voor de geboorte in 2023 is erkend en in 2024 wordt geboren. Tot slot is er overgangsrecht voor het geval waarin een kind is geboren op of na 1 januari 2016 en voor 1 januari 2024 is geadopteerd.
Met de nieuwe wet wordt tegemoetgekomen aan de toenemende vraag vanuit de samenleving naar meer keuzevrijheid in het naamrecht. Ouders kunnen hiermee hun band met het kind ook in de naam tot uitdrukking brengen.
Heeft u vragen over het naamrecht of over andere onderwerpen zoals bijvoorbeeld erkenning of adoptie, neem dan vrijblijvend contact op met één van onze familierechtadvocaten 0174 – 444 880.