Verzwijging bij echtscheidingsverdeling

Geplaatst op 23 september 2018 door mr. N.T. (Michiel) Vogelaar

Een echtscheiding is nooit leuk. In het kader van de echtscheiding moet het nodige geregeld worden. Eén van de dingen is het verdelen van het gezamenlijk bezit: de echtscheidingsverdeling. Maar wat nu als één van beiden niet eerlijk opgeeft wat hij heeft? Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden wees op 18 september 2018 over deze vraag een arrest.

Waar ging het om in deze zaak?

Partijen zijn in 1992 gehuwd in gemeenschap van goederen. In augustus 2014 hebben zij zich gewend tot een mediator. Dit om hen te begeleiden bij het regelen van de gevolgen van hun voorgenomen echtscheiding. Op 6 november 2014 hebben partijen een echtscheidingsconvenant getekend. Daarin zijn echtscheidingde gemaakte afspraken vastgelegd. Vervolgens is bij de rechtbank een gezamenlijk verzoek tot echtscheiding ingediend. Op 9 december 2014 is de beschikking van de rechtbank ingeschreven in de daartoe bestemde registers van de burgerlijke stand. Door die inschrijving is het huwelijk ontbonden. Conform het convenant vindt de echtscheidingsverdeling plaats.

Op enig moment ontdekt de vrouw dat de man op 1 januari 2014 een bankrekening had bij Nationale-Nederland waarop € 57.614,01 stond. Gedurende 2014 heeft de man diverse bedragen van deze rekening overgemaakt naar een rekening die behoorde tot de nalatenschap van zijn vader. De man was één van de gerechtigden tot het saldo op de rekening. Op 6 november 2014 was het saldo op de rekening bij Nationale-Nederlanden € 3.547,12. In het opgestelde – en door partijen ondertekende – echtscheidingsconvenant stond de bankrekening bij Nationale-Nederlanden niet vermeld. Daarom was deze bij de echtscheidingsverdeling niet betrokken.

Wat is het gevolg van deze ontdekking? Komt het bedrag aan de man toe? Moet de man het bedrag alsnog delen met de vrouw? Of verbeurd hij zijn aandeel en moet hij het gehele bedrag aan haar afstaan? Daar draaide de rechtszaak om.

De procedure

De vrouw dagvaart de man voor de rechtbank. De rechtbank beslist dat de man € 27.750,00, vermeerderd met rente, aan de vrouw moet voldoen. personen- en familierechtZowel de man als de vrouw komen van dit vonnis in hoger beroep. De man stelt, voor zover hier van belang, in hoger beroep dat het bedrag nooit in de gemeenschap van goederen was gevallen en dat partijen daarom hadden afgesproken deze rekening buiten het convenant te houden. Bovendien maakt de man bezwaar tegen de door de rechtbank aangehouden peildatum. Zo het hof dit niet zou volgen dan stelde hij, subsidiair, dat partijen vergeten waren dit bedrag mee te nemen in de verdeling. Van opzet tot verzwijging zou echter geen sprake zijn. De vrouw is het hier niet mee eens, zij meent dat de man het bedrag wel degelijk verzwegen heeft. Daarom zou hij het bedrag nu aan haar moeten betalen.

Het oordeel van de rechter

De rechter oordeelt in hoger beroep over de diverse onderdelen. Op de eerste plaats stelt de rechter vast wat de peildatum was. Vervolgens wordt door de rechter gekeken waarop het saldo op de bankrekening bij Nationale-Nederlanden zag. Daarna oordeelt de rechter of dit gemeenschappelijk of privévermogen is.  Uiteindelijk oordeelt de rechter over de vraag of de man het saldo opzettelijk verzwegen heeft.

De peildatum van de echtscheidingsverdeling

De peildatum bepaalt per welke datum de huwelijksgoederengemeenschap wordt verdeeld. Dit is van belang omdat bij bankrekening naar deze datum wordt gekeken voor het saldo dat moet worden verdeeld. Omdat partijen een echtscheidingsconvenant opstelden, kijkt de rechter naar dit convenant. Daarbij gaat, zoals eigenlijk altijd bij de uitleg van een contract, niet om de zuiver taalkundige uitleg van de bepalingen van dat contract, maar komt het ook aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepaling mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Hierbij verwijst het hof naar het Haviltex-arrest van de Hoge Raad. Gelet op de tekst en de bedoeling van partijen moet er vanuit worden gegaan dat de verdeling plaatsvindt tegen de datum waarop het convenant getekend is: 6 november 2014.

Het overgeboekte bedrag ad. € 55.500

overgeboekt bedragHet hof oordeelt dat het bedrag van € 55.500 weliswaar niet (meer) op de rekening stond bij Nationale-Nederlanden, maar dat dit toch tot het vermogen van de man behoorde. Dat de man dit zonder reden heeft overgemaakt naar een andere rekening, waarvan hij deelgenoot was, maakt dit niet anders. Op grond van de door de man geschetste omstandigheden waaronder de man het bedrag heeft overgemaakt en dit bedrag enige tijd later weer terug heeft ontvangen, staat voor het hof vast dat het bedrag steeds aan de man heeft toebehoord.

Gemeenschappelijk of privévermogen?

De man heeft verweer gevoerd tegen de stelling van de vrouw dat het bedrag tot het gemeenschappelijk vermogen zou behoren. De man legt vervolgens wisselende verklaringen af. Dat rekent het hof hem aan:

Al deze omstandigheden maken de stelling van de man ongeloofwaardig, zodat het hof er van uitgaat dat het bedrag van € 55.500,- tot de te verdelen huwelijksgemeenschap behoorde.

Opzettelijk verzwegen?

De volgende vraag die het hof moet beantwoorden is of de man het bedrag opzettelijk heeft verzwegen. Daarbij overweegt het hof dat uit het echtscheidingsconvenant blijkt dat bij de verdeling door beide partijen rekening is gehouden met zowel gemeenschappelijk- als privévermogen. Het hof vindt het vreemd dat het saldo van € 55.500 daarom niet is opgenomen. Maar niet alleen het gedrag van de man voor ontdekking, maar ook zijn opstelling na de ontdekking van het bedrag wordt in de beoordeling meegenomen:

Daarnaast leiden alle handelingen en verklaringen van de man in samenhang bezien het hof tot het oordeel dat de man het geldbedrag opzettelijk heeft verzwegen, dan wel zoek heeft willen maken of verborgen heeft willen houden. Na ontdekking van de vrouw dat er bij de verdeling een aantal banksaldi waren overgeslagen heeft de man steeds wisselende verklaringen voor de naar de man overgeboekte geldbedragen gegeven, te weten geldleningen, schenkingen, giften waaraan een testament met uitsluitingsclausule ten grondslag ligt en/of voorschot op de erfenis. Ook heeft de man ten aanzien van de mediation wisselende verklaringen gegeven.

Het oordeel

Het gevolg hiervan is:

Omdat het hof van oordeel is dat de man het bedrag van € 55.500,- opzettelijk voor de vrouw heeft verzwegen dan wel verborgen heeft willen houden slaagt de eerste grief van de vrouw. Dit brengt met zich dat de man zijn aandeel aan de vrouw heeft verbeurd. Het hof zal de man dan ook veroordelen om dit gehele bedrag aan de vrouw te voldoen.

Tegen die achtergrond is het niet onverwacht dat het hof ook het saldo per 6 november 2014 ad. € 3.547,12 aan de vrouw mag overmaken. Door het saldo op deze rekening te verzwijgen bij de verdeling betaalt de man in plaats van de helft (€ 55.500 + € 3.547,12 = € 59.047,12 : 2 = € 29.523,56), maar verbeurt hij zijn aandeel en moet hij het gehele bedrag aan de vrouw afdragen.

Waarom is deze uitspraak bijzonder?

Deze uitspraak is bijzonder omdat deze heel goed illustreert wat de gevolgen zijn wanneer een van de partijen bij een echtscheidingsverdeling vermogen verzwijgt. Het hof past in deze art. 3:194 lid 2 BW toe:

Een deelgenoot die opzettelijk tot de gemeenschap behorende goederen verzwijgt, zoek maakt of verborgen houdt, verbeurt zijn aandeel in die goederen aan de andere deelgenoten.

Deze bepaling geldt niet alleen bij echtscheidingsverdeling, maar bij iedere verdeling van een gemeenschap. Dat kan bijvoorbeeld ook een nalatenschap in het erfrecht zijn. De man betoogde nog dat nu lid één van dit artikel regelt dat ieder van de deelgenoten kan vorderen dat de verdeling aanvangt met een boedelbeschrijving, lid twee hier niet van toepassing was omdat er geen boedelbeschrijving is gemaakt. Daar ging het hof echter – terecht – niet in mee. Overigens is dit niet de eerste keer dat een van de partijen gegokt heeft, maar verloor.  Ook de rechtbank Haarlem oordeelde op 22 mei 2007, ECLI:NL:RBHAA:2007:BA5466, dat verzwegen spaartegoeden toevielen aan de andere partner.

Uit deze uitspraken blijkt dat – ondanks de problemen die hebben geleid tot de echtscheiding – het goed is om bij de echtscheidingsverdeling eerlijk te zijn en openheid van zaken te geven. Worden er vermogensbestanddelen verzwegen en komt dit later uit? Dan zijn de rapen gaar. Immers, zoals uit het voorgaande blijkt wordt het verzwegen bestanddelen niet alsnog gedeeld, maar verbeurt de verzwijger zijn aandeel.

Gepubliceerd op 23 september 2018 door: mr. N.T. (Michiel) Vogelaar