Een fietser reed met haar elektrische fiets over een fietspad. In de bocht van het fietspad was tussen de tegels een geul ontstaan van drie centimeter breed. Daarnaast was er een hoogteverschil ontstaan tussen de tegels. Het slachtoffer kwam met de band van haar fiets in de geul en viel. Hierdoor raakte zij gewond. Voor haar letselschade stelt het slachtoffer de gemeente als wegbeheerder aansprakelijk. Dit omdat het fietspad niet voldeed aan de daaraan te stellen eisen.
Het Hof Arnhem-Leeuwarden deed op 29 september 2020 uitspraak in dit geschil tussen de fietser en de gemeente. Tussen partijen was er een discussie ontstaan over de toestand van de weg. Daarnaast verschilden zij van mening over de vraag hoe groot de kans was dat door de toestand van de weg er een gevaar zou ontstaan. Als laatste stelde de gemeente dat het slachtoffer ook door een andere oorzaak kan zijn gevallen.
Een wegbeheerder is aansprakelijk voor schade die ontstaat als een weg of fietspad niet aan de eisen voldoet die men aan daaraan mag stellen. Bij de beoordeling of een weg voldoet aan de redelijke eisen wordt gekeken naar de aard van de weg, de functie van de weg en de fysieke toestand van de weg. Daarnaast wordt gekeken naar het te verwachten gebruik, de grootte van de kans op verwezenlijking van het gevaar, de bezwaarlijkheid van het nemen van maatregelen en de beleidsvrijheid en de financiële middelen van de overheidsinstelling. Een wegbeheerder ontkomt alleen aan aansprakelijkheid, wanneer als zij bekend was met het gebrek en niets deed zij niet aansprakelijk zou zijn op grond van de onrechtmatige daad.
Door de advocaat van het slachtoffer is een deskundige ingeschakeld. Aan de deskundige is gevraagd om een beoordeling te maken van de staat van de weg. Deze deskundige stelt vast dat de tegels uit hun verband zijn geraakt. Bovendien stelt hij een hoogteverschil vast. De gemeente betwistte de bevindingen van de deskundige niet. Zij stelt echter dat uit een reconstructie van het ongeval blijkt dat fietsband niet in de ontstane gleuf zou kunnen blijven steken. Bovendien wijst de gemeente erop dat dat er geen andere meldingen binnen zijn gekomen van andere ongevallen op het betreffende fietspad.
Het hof neemt, in haar uitspraak, als uitgangspunt dat er inderdaad een groef van drie centimeter breed en anderhalve centimeter diep in het wegdek zat. Volgens het gerechtshof is algemeen bekend dat fietsbanden verschillende breedtes hebben. De gemiddelde fietsband heeft, volgens het hof, een breedte tussen de achttien en vijfendertig millimeter. Het hof oordeelt dat een aanzienlijk deel van de fietsers dus het risico loopt om in de groef te blijven zitten.
Daarnaast oordeelt het gerechtshof dat slechts één slachtoffer een valpartij bekend is, niet wil zeggen dat de kans op een ongeval klein is. Het fietspad waarover het slachtoffer reed werd immers veel gebruikt. De groef ligt op een stuk van het fietspad dat beide rijrichtingen gebruiken. Daarom moet er rekening mee worden gehouden dat het gehele wegdek gebruikt wordt. Dus ook de binnenbocht, waar de groef zich bevindt.
Het is aan het slachtoffer om te bewijzen dat zij letsel heeft opgelopen doordat zij gevallen is, doordat haar wiel vast is komen te zitten. Het hof past echter de zogenoemde omkeringsregel toe. Deze regel bepaalt dat als een norm is geschonden, die beoogt een specifiek gevaar te voorkomen en dit specifieke gevaar zich verwezenlijkt, de rechter mag aannemen dat de normschending daarvan de oorzaak is. Daarmee komt het hof het slachtoffer tegemoet.
Het hof oordeelt dat de gemeente als beheerder van het fietspad moet zorgen dat het fietspad veilig is. De groef in het fietspad zorgt er echter voor dat het fietspad niet veilig is. De gemeente heeft, naar het oordeel van het hof, onvoldoende aangetoond dat het slachtoffer door een andere oorzaak gevallen is. Daarom houdt het hof de gemeente aansprakelijk voor de letselschade van het slachtoffer.
Uit het voorgaande blijkt dat het verstandig is geweest van het slachtoffer om een deskundige in te schakelen. Op basis van diens rapport is immers vast komen te staan dat de weg gebrekkig was. Weliswaar had het slachtoffer dan nog de causaliteitshobbel te nemen (was zij wel gevallen door de geul in de weg), maar daar kon het hof haar tegemoet komen. Dat had het hof zonder de bevindingen van de deskundige minder snel kunnen doen. De uitkomst is dat de wegbeheerder de letselschade van het slachtoffer moet vergoeden.
Hebt u vragen over letselschade? Hebt u hulp nodig bij het verhalen van uw letselschade? Of wilt u een second opinion? Onze letselschade specialisten helpen u graag. Schroom daarom niet en neem geheel vrijblijvend contact met ons op.