Op vrijdag 22 februari 2019 is het de “Europese Dag van het slachtoffer”. Dit jaar koos Slachtofferhulp Nederland als thema voor deze dag de uitwassen op ‘social media’.
Slachtofferhulp Nederland besteedt in haar campagne #socialslachtoffer, die zij op 21 februari 2019 lanceerde, aandacht aan de kwetsende reacties die worden geuit op ‘social media’, bijvoorbeeld na een verkeersongeval. Op de website van Slachtofferhulp is het verhaal te lezen van Jacob.
Jacob verloor zijn broer door een auto-ongeluk. Zijn broer was al vroeg op weg naar de voorbereidingen voor de Sinterklaasintocht. Tijdens het autorijden dutte hij in. Daardoor kwam zijn auto tot stilstand tegen een boom.
Die ochtend zag Jacob het nieuwsbericht op ‘sociale media’ voorbij komen. Dit zonder te weten dat het zijn broertje was. Dat hoorde hij namelijk pas op een later moment. Via ‘social media’ kwamen reacties binnen op het nieuwsbericht. Onder het bericht stonden opmerkingen als: “hij is zo plat als een dubbeltje” en “hij zal wel dronken of stoned zijn geweest”.
Dergelijke kwetsende reacties leiden weer tot nieuwe slachtoffers. Voor dit fenomeen vroeg Slachtofferhulp aandacht tijdens de regionale ontbijtsessies op 21 februari jl., waarbij ook ons kantoor vertegenwoordigd was. Er werd een oproep gedaan om geen kwetsende reacties te plaatsen op ‘sociale media’ en ons bewust te zijn van ons gedrag. Daar zijn wij, bij Vogelaar Bosch Spijer advocaten het helemaal mee eens!
Overigens zie je bij dit soort campagnes cultuurverschillen. Bij onze oosterburen loopt al enige tijd een campagne die niet alleen ziet op de reacties op ‘social media’, maar ook op andere uitwassen van ‘social media’. Zoals het maken van foto’s direct na een ongeval en het hinderen van hulpverleners om «Likes» te scoren.
In onze dagelijkse praktijk, bij Vogelaar Bosch Spijer Advocaten werken drie letselschade-advocaten die slachtoffers helpen om hun leven weer op de rit te krijgen na een voorval, zien wij zowel voor- als nadelen van ‘social media’.
Voordeel is dat de ‘social media’ een laagdrempelige manier kan zijn om steun te betuigen aan slachtoffers. Anderzijds toont het verhaal van Jacob aan dat vooroordelen en lichtvaardig oordelen ook tot (secundaire) victimisatie kan leiden.
Wat kun je nu zeggen op ‘social media’? Dat is op zich geen moeilijke vraag. Dat voelen de meeste mensen namelijk instictief wel aan. Zo lang je je maar realiseert dat er achter het scherm een mens zit. De vraag is: zou u hetgeen u op ‘social media’ post ook recht in het gezicht van het slachtoffer of de nabestaande(n) zeggen?
Een groter dilemma zijn de beelden van direct na het ongeval.
Veel slachtoffers/ nabestaanden hebben – terecht – moeite met dergelijke beelden. Anderzijds hebben wij ook cliënten die juist door die beelden wisten wat er gebeurd was (amnesie na een verkeersongeval is veel voorkomend) en daardoor het ongeval konden verwerken.
Ook hebben wij meer dan eens de aansprakelijkheid van een wederpartij kunnen aantonen door de direct na het ongeval gemaakte foto’s. Dat zou, zonder foto’s nog niet zo makkelijk zijn. In die situaties werken de foto’s die juist in het voordeel van het slachtoffer. Zolang er prudent wordt omgegaan met de privacy van het slachtoffer is er weinig te doen tegen dit soort beelden.
Wij ondersteunen de oproep van Slachtofferhulp. Mensen moeten zich meer bewust worden van hun gedrag op ‘social media’. Kwetsend gedrag is onnodig. Met dezelfde moeite steek je het slachtoffer/nabestaanden namelijk een hart onder de riem. Dat verdienen zij! Bij ons staat het slachtoffer niet alleen op de Europese dag van het slachtoffer centraal, maar iedere dag!