Geen kant op kunnen? Een noodweg biedt uitkomst!

Geplaatst op 17 januari 2020 door mr. ing. J.A.J. (Jeroen) Hendriks

Voor het gebruik van andermans erf om het eigen erf te bereiken vestigen buren meestal een erfdienstbaarheid. Dit noemen we een recht van weg of overpad. Toch komt het ook voor dat er niets voor het bereiken van het perceel geregeld is. Jarenlang wordt er gebruik gemaakt door een bewoner van een laan van het perceel van de buren. Doordat er onenigheid ontstaat, weigert de eigenaar van de laan ineens de toegang. Het perceel van de buren is ingesloten en de enige mogelijkheid om de weg te bereiken is de laan. De buren kunnen dan letterlijk geen kant op. Dan is er behoefte aan een noodweg!

Verjaring

De eigenaar van het ingesloten erf kan een beroep doen op het ontstaan van een erfdienstbaarheid door verjaring. Daarvoor is een onafgebroken bezit van een erfdienstbaarheid van tenminste 20 jaar vereist. Er is pas sprake van ‘bezit’, als de eigenaar van het ingesloten erf zich min of meer gedraagt als eigenaar van een recht van weg op het perceel van de ander en dit ook naar buiten toe blijkt. Als de eigenaar van het ingesloten erf persoonlijk toestemming gekregen heeft om de laan te gebruiken, dan is er geen sprake van bezit.

Stel dat de laan daadwerkelijk doorloopt op het ingesloten perceel. Er is bovendien geen enkele andere mogelijkheid om dit perceel te verlaten. Ook is er geen afspraak over het gebruik van de laan. Dan zou er sprake kunnen zijn van ‘bezit’. Heeft dit 20 jaar of langer geduurd, dan slaagt het beroep op verjaring wellicht.

Buurweg

Slaagt het beroep op verjaring niet, dan is er wellicht sprake van een buurweg. Op basis van het oud Burgerlijk Wetboek van voor 1992 kan een weg als buurweg bestemd zijn in het verleden. Van een buurweg was op grond van artikel 719 BW (oud) sprake wanneer door eigenaren van paden, wegen of dreven daaraan een gemeenschappelijke bestemming als uitweg voor meerdere buren was gegeven.

Noodweg

© Steve Buissinne via Pixabay

Het bestemmen van een weg als buurweg kon stilzwijgend of uitdrukkelijk plaatsvinden. Uitdrukkelijk is wanneer de verschillende buren overeengekomen zijn dat de weg als buurweg bestemd wordt. Van stilzwijgend bestemmen als buurweg is sprake als de buren de weg feitelijk zijn gaan gebruiken als een buurweg.

Noodweg

Is er geen sprake van het bestemmen van de weg als buurweg, dan is er in de wet een vangnet voor het ingesloten perceel. De rechter wijst in dat geval een noodweg aan ten dienste van het ingesloten perceel. De eigenaar van de laan heeft in dat geval recht op vergoeding van de schade die hij daardoor lijdt. Deze schade bestaat uit het verschil in waarde van het perceel zonder en met de last van de noodweg. Die schade wordt meestal door een deskundige begroot.

De schade is uiteraard hoger naarmate de aanwijzing van de noodweg een grotere beperking van het gebruik van het perceel meebrengt. Als de noodweg over een laan loopt waarover andere percelen al een recht van weg hebben, dan zal de aanwijzing van de noodweg niet veel invloed hebben. De gebruiksmogelijkheden van dat deel van het perceel waren immers door het recht van weg reeds beperkt.

Er is altijd een uitweg

Ons recht voorziet voor de eigenaar van een ingesloten erf aldus altijd in een mogelijkheid om het perceel te bereiken. Een beroep op een erfdienstbaarheid ontstaan door verjaring of het bestemd zijn als buurweg is het gunstigst. Dit brengt namelijk geen kosten mee voor de eigenaar van het ingesloten perceel. Kan daar geen beroep op worden gedaan, dan is er altijd nog de noodweg. Wel dient degene die de noodweg moet dulden schadeloos gesteld te worden.

Hebt u vragen over een noodweg of zoekt u inderdaad een uitweg? Neem dan vrijblijvend contact met ons op!

Gepubliceerd op 17 januari 2020 door: mr. ing. J.A.J. (Jeroen) Hendriks