Recht van weg door verjaring?

Geplaatst op 13 september 2023 door mr. ing. J.A.J. (Jeroen) Hendriks

Een recht van weg is een erfdienstbaarheid. De wet (artikel 5:72 BW) bepaalt dat erfdienstbaarheden op twee wijzen kunnen ontstaan:

Vestiging

Vestiging van een recht van weg komt dagelijks voor. Twee buren kunnen overeenkomen dat over het perceel van de ander een recht van weg gevestigd moet worden. Het vestigen vindt dan plaats door een notariële akte die in het kadaster wordt ingeschreven.

Verjaring

Verjaring komt minder vaak voor. Dat komt omdat er voor verjaring sprake moet zijn van een onafgebroken bezit van een recht van weg gedurende twintig jaar.

Bezit

Of er sprake is van bezit beoordeelt men op grond van uiterlijke feiten (3:108 BW). Voor bezit van een recht van weg moet men de feitelijke macht uitoefenen die past bij de rechthebbende van een recht van weg  (3:113 BW).

Dat laatste is uiteraard vrij lastig te bewijzen. Een rechthebbende op een recht van weg doet niets anders dan over die weg rijden. Als u iedere werkdag dezelfde route rijdt van huis naar werk en vice versa, doet u exact hetzelfde. Toch heeft u geen recht van weg over deze route. Als u op deze route over privéeigendom rijdt, ontstaat er niet zomaar een recht van weg door verjaring.

Dat kan echter anders zijn. Als de eigenaar van een perceel moet afleiden dat u zijn erf gebruikt op grond van een door u gepretendeerd recht van weg. Bijvoorbeeld door uw gedragingen of uiterlijke feiten.

Garage

Recent behandelde de rechtbank Den Haag een zaak waarin verkrijging van een recht van weg door verjaring speelde. Ik stond de partij bij die zich op het standpunt stelde dat er een recht van weg was ontstaan. Ik verwijs naar de uitspraken (tussenvonnis en vonnis).

Van belang is onderstaande afbeelding voor een goed begrip van de zaak.

Het woonhuis van de eisende partij (adres 1/  perceelnummer 1) is volledig omsloten door twee percelen van de wederpartij (adres 2 / perceelnummer 2). Op het gearceerde deel van het perceel met nummer 2 is een recht van weg gevestigd ten behoeve eisers. Op het gedeelte achter de stippellijn (de kruisjes) daarentegen niet. Aan de achterzijde van de woning  op adres 1 is een garage (de gele rechthoek) waarin een auto geparkeerd wordt. Om met een auto van de garage naar de openbare weg te rijden dient men de met de rode lijn weergegeven route af te leggen. Daarbij rijden de eigenaren van adres 1 dus over een deel van perceelnummer 2. Op dit laatste perceel is geen recht van weg gevestigd (kruisjes).

Regelmatig gebruik garage

In deze zaak stelde de eisers zich op het standpunt dat zij de feitelijke macht uitoefenden op het perceel van gedaagde die past bij het bezit van een recht van weg. Het uiterlijke feit waar dit uit bleek volgens eisers was de aanwezigheid van de garagedeur en het regelmatige gebruik van het terrein om de garage met een auto te bereiken.

De rechter

De rechter oordeelde dat zowel de aanwezigheid van de garagedeur als het regelmatig gebruik van het achterterrein kenbaar zijn voor de gedaagde partij. Zij kon daarom naar objectieve maatstaven hieruit afleiden dat  eisers van het erf gebruikmaakten op grond van een door eisers gepretendeerd recht van weg.

Getuigenbewijs

De gedaagde partij betwiste echter dat er regelmatig gebruik werd gemaakt van de garage gedurende een aaneengesloten periode van twintig jaar om met een auto naar de openbare weg te rijden. Ook betwist men dat dit gedurende een aaneengesloten periode van twintig jaar de garage aanwezig was. De eisende partij diende dit daarom te bewijzen.

Daartoe werden diverse getuigen opgeroepen. Op basis van de verklaringen van deze getuigen werd vastgesteld dat er gedurende een aangesloten periode van twintig jaar regelmatig met een auto van de garage naar de openbare werd gereden.

Wat was doorslaggevend?

Wat was nu doorslaggevend in deze zaak om het bezit van een recht van weg aan te nemen?

Met name de aanwezigheid van de garagedeur was van belang in deze zaak. Dat is immers een uiterlijk feit waar de gedaagde partij niet om heen kan. Vaststond dat de garage al zeker 20 jaar in gebruik was. Er werd regelmatig met een auto van de garage naar de openbare weg gereden. Dan kan het niet anders dan dat de eigenaar daaruit moet afleiden dat de eigenaar van de garage zich als rechthebbende beschouwt van een recht van weg.

Heeft u vragen omtrent recht van weg of erfdienstbaarheden? Dan kunt u te allen tijde contact opnemen.

 

Gepubliceerd op 13 september 2023 door: mr. ing. J.A.J. (Jeroen) Hendriks