Erfrecht: de 30 dagen clausule

Geplaatst op 13 juli 2022 door mr. N.T. (Michiel) Vogelaar

Inleiding

Eerder is er op deze pagina een blog geschreven over het vonnis van de rechtbank over het pas getrouwde stel dat op huwelijksreis naar de Dominicaanse Republiek ging. Tijdens hun vakantie komen zij kort na elkaar te overlijden. De twee families van het echtpaar twisten over de vraag wie waar recht op heeft.

De rechtbank concludeert dat het echtpaar niet heeft nagedacht over de mogelijkheid dat zij heel kort na elkaar zouden overlijden. Ook hebben zij niet gedacht over de gevolgen die dit heeft voor hun bezittingen. Voor zover dat zij dat wel zouden hebben gedaan, hadden zij volgens de rechtbank in deze situatie gewild dat hun vermogen over beide families zou worden verdeeld.

De rechtbank stelt voorop dat hier sprake is van een zeer uitzonderlijke situatie.  Te weten dat het echtpaar slechts twee weken getrouwd was. Voorts overweegt de rechtbank dat zij naar alle waarschijnlijkheid voor deze situatie iets anders bepaald zouden hebben dan de wettelijke regeling. Daarom meent de rechtbank dat het onder deze omstandigheden vasthouden aan de wettelijke volgorde, waarbij het gehele vermogen van de vrouw bij de familie van de man terechtkomt,  indruist tegen het rechtsgevoel.  Dat is juridisch gezegd naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. De rechtbank oordeelt dan ook dat de familie van de vrouw van haar erft. Ondanks dat hij krachtens de wet haar erfgenaam was.

Hoger beroep

In hoger beroep heeft het gerechtshof vervolgens bepaald:

4.17.    De rechter moet terughoudend zijn met het buiten toepassing laten van een rechtsregel. Dat is zeker het geval in het erfrecht, waarin het beginsel van rechtszekerheid een belangrijke rol speelt. Het hof kan alleen artikel 4:10 lid 1 onder a BW buiten toepassing laten als die toepassing naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbare gevolgen zou hebben. Daarvoor moeten er uitzonderlijke omstandigheden zijn. Het hof vindt dat daarvan geen sprake is in deze zaak. Niet uitzonderlijk is dat [de erflater] en [erflaatster] mogelijk niet hadden nagedacht over het kort na elkaar overlijden en de juridische gevolgen daarvan. Verder is een vergelijkbare situatie als die van [de erflater] en [erflaatster] nadrukkelijk onder ogen gezien door de wetgever en heeft de wetgever ervoor gekozen die situatie niet onder de commoriëntenregel te brengen. Toepassing van de bepaling leidt ertoe dat het vermogen van [erflaatster] (via de nalatenschap van [de erflater] ) terechtkomt bij de erfgenamen van [de erflater] . Gelet op het systeem van het erfrecht, de opbouw van het vermogen van [erflaatster] en [de erflater] en de (overige) gevolgen van het wel of juist niet toepassen van de bepaling, vindt het hof dit resultaat niet onaanvaardbaar. Het hof zal de bepaling dus wel toepassen.

Ook in hoger beroep staat vast dat de vrouw eerder is overleden dan de man. Dit betekent dat de erfenis in zijn geheel naar de moeder van de overleden man gaat. Het gerechtshof vindt niet dat in deze specifieke situatie sprake is van uitzonderlijke omstandigheden die ertoe moeten leiden dat afgeweken wordt van de hoofdregel.

Rol notaris

Had dit kunnen voorkomen? Ja, in testamenten kom je met enige regelmaat de zogenaamde 30 dagen clausule tegen. Deze bepaling zorgt ervoor dat als uw erfgenaam (bijvoorbeeld uw partner) binnen dertig dagen na u komt te overlijden, uw bezittingen en schulden niet toekomen aan de erfgenamen van uw partner. In dat geval erven dan uw eigen erfgenamen.

De 30 dagen clausule is inmiddels zo ingevoerd dat notarissen geacht worden hun cliënten op die mogelijkheid te wijzen. Dat gaat zover dat wanneer zij later niet kunnen aantonen dat zij dit met hun cliënt besproken hebben, dit klachtwaardig is. Een voorbeeld hiervan is een uitspraak van het gerechtshof Amsterdam.

5.9.      In deze zaak hebben de notarissen in strijd gehandeld met hun zorgplicht door erflater niet te wijzen op de mogelijkheid van een calamiteitenclausule voor het geval zijn echtgenote anders dan verwacht toch kort na hem zou komen te overlijden. Van de notarissen had mogen worden verwacht dat zij dat wel zouden hebben gedaan en dat zij – zeker als erflater voor dat geval niets zou hebben willen regelen – daarvan een aantekening in hun dossier zouden hebben gemaakt of dat schriftelijk aan erflater zouden hebben bevestigd.

 Het hof is van oordeel dat de handelwijze van de notarissen aan hen kan worden verweten en laakbaar is. Het hof acht hier vanwege het laakbare karakter van de handelwijze van de notarissen een berisping passend en geboden. Een waarschuwing in de zin van een zakelijke terechtwijzing is hier niet op zijn plaats, gelet op de ernst van het feit en de daaruit voortvloeiende gevolgen. Er is niet gebleken van omstandigheden die een verderstrekkende maatregel dan een berisping kunnen rechtvaardigen. Aan de notarissen zijn niet eerder maatregelen opgelegd.

 Conclusie

In de zaak van het jonge bruidspaar was er geen testament. De 30 dagen clausule ging niet op. Dit dient men te regelen bij het testament. In de zaak van het Gerechtshof Amsterdam was er wel een testament. Men kon niet bewijzen dat de degene die het testament liet opmaken, was gewezen op de mogelijkheid van zo’n 30 dagen clausule.

Gelukkig komt het niet vaak voor dat erfgenamen kort na elkaar overlijden. Maar de kans bestaat wel. Dit geeft wel aan dat het goed is om daar in ieder geval over na te denken. Belangrijk is om je wensen duidelijk vast te laten leggen in een testament. Mocht u vragen hebben over uw testament met of zonder 30 dagen clausule, kunt u contact opnemen met Vogelaar Bosch Spijer Advocaten op 0174 – 444 880.

Gepubliceerd op 13 juli 2022 door: mr. N.T. (Michiel) Vogelaar