Straat- en contactverbod na een echtscheiding

Geplaatst op 16 juli 2021 door mr. J. (Jorika) Todorov

Nadat een affectieve relatie of een huwelijk is beëindigd, kunnen de emoties tussen partijen hoog oplopen. Het kan zelfs zo ver gaan dat bij een van de partijen een doorlopend (ernstig) gevoel van onveiligheid ontstaat. Dit kan ontstaan door stalking en/of agressie. Indien hiervan sprake is, kan er aangifte worden gedaan bij de politie. Het Openbaar Ministerie bepaalt vervolgens of verder onderzoek en/of vervolging zal plaatsvinden.

Naast een strafrechtelijke procedure is het mogelijk om civielrechtelijk in te grijpen. In een spoedprocedure (kort geding) kan gevorderd worden om een straat- en/of contactverbod op te leggen. Het opleggen van een straat- en/of contactverbod is een vergaande en ingrijpende maatregel. De maatregel vormt namelijk een inbreuk op een mensenrecht om zich vrijelijk te kunnen bewegen (artikel 12 lid 1 IVBPR). Er moeten goede argumenten bestaan om een straat- en/of contactverbod op te leggen. Een argument kan bijvoorbeeld zijn dat het noodzakelijk is ter bescherming van de ander op een ongestoord en niet geïntimideerd leven in zijn/haar woonplaats (artikel 8 EVRM).

Als een contactverbod is opgelegd, dan is het deze persoon verboden persoonlijk, schriftelijk, telefonisch of op een andere wijze contact op te nemen met de persoon die het verbod heeft gevorderd. Bij een straatverbod wordt het de persoon verboden om in de omgeving van de woning of het leefgebied van eiser aanwezig te zijn.

In een uitspraak uit 2020 heeft het Gerechtshof Den Haag zich gebogen over de vraag of er sprake was van een reële dreiging om een straat- en contactverbod op te leggen.

Feiten

Partijen zijn met elkaar gehuwd geweest. Uit dat huwelijk is er een kind geboren in 2013.

In de procedure bij de rechtbank vorderde de vrouw een straat- en contactverbod jegens de man. Zou hij dit verbod overtreden, dan zou hij een dwangsom moeten betalen. De rechtbank bepaalde in die procedure dat het de man verboden is contact op te nemen met de vrouw (=contactverbod). Ook is het de man verboden om zich op te houden in het gebied rondom de school van het kind (=straatverbod). Het straat- en het contactverbod gelden voor de duur van twaalf maanden. Ook is bepaald dat het de man verboden is om contact op te nemen met het kind. Dit tot het traject bij het Omgangshuis van start gaat.

Als de man zich hier niet aan houdt, dan moet hij de vrouw een dwangsom betalen. De dwangsom is € 100,00 voor iedere keer dat hij zich niet aan de opgelegde beperkingen houdt.

Standpunt van de man

De man is het niet eens met de uitspraak. Daarom stelt hij hoger beroep in. De man stelt  dat hij door het straat- en contactverbod wordt beperkt in zijn grondrecht om te gaan en staan waar hij wil. Volgens de man bestaan daar geen gerechtvaardigde redenen voor.

Standpunt van de vrouw

De vrouw merkt op dat er sprake is van een complexe echtscheiding. Tussen partijen zijn verschillende gerechtelijke procedures gevoerd. Er is sprake geweest van huiselijk geweld. Daarvoor is de man strafrechtelijk veroordeeld. Het contact tussen de man en het kind is na een incident stilgelegd. Het kind zou bang zijn voor de man. Daarom wil het kind niet meer naar hem toe. Uit onderzoek door het Kennis- en Servicecentrum voor Diagnostiek (KSCD)  is gebleken dat het niet in het belang van het kind is om de omgang opnieuw op te starten voordat de ouders hulpverlening hebben gehad.

De vrouw heeft last van de man, omdat hij langs het huis van de vrouw rijdt, boodschappen doet in de buurt van de vrouw en de tandartspraktijk belt waar de vrouw werkt. De vrouw vreest dat wanneer het verbod komt te vervallen, de man zich vrij zal voelen de vrouw en het kind – nog meer – lastig te vallen. Zij verzoekt het hof daarom om het straat- en contactverbod in stand te laten.

Oordeel van het hof

Het hof stelt voorop dat een straat- en contactverbod een inbreuk op de grondenrechten van – in dit geval – de man vormt. De inbreuk is gerechtvaardigd als van de man een reële dreiging uitgaat van onrechtmatig handelen jegens de vrouw en/of kind. Bij de beoordeling daarvan dient rekening te worden gehouden met alle relevante omstandigheden van het geval en de belangen van partijen.

KinderalimentatieHet hof is van oordeel dat het gevorderde straat- en contactverbod terecht is verleend. Het is voor het hof duidelijk dat de verstandhouding tussen partijen ernstig  is verstoord. Vaststaat dat tussen partijen verschillende incidenten hebben plaatsgevonden. De man is hiervoor ook strafrechtelijk veroordeeld. De veroordeling van de man (wegens mishandeling van de vrouw) is op zichzelf genomen onvoldoende om een straat- en/of contactverbod te rechtvaardigen. De veroordeling zegt echter wel iets over de ernstig verstoorde verhouding tussen partijen. Ook heeft de man niet weersproken dat hij heeft gebeld naar de tandartspraktijk waar de vrouw werkt en het opgelegde straatverbod heeft overtreden door met zijn auto te rijden in een straat waar hij niet mag komen.

Het hof is van oordeel dat er voldoende aanknopingspunten zijn voor het aannemen van een reële dreiging van onrechtmatig handelen van de man jegens de vrouw. Het belang van de vrouw bij rust en stabiliteit rechtvaardigt het oordeel van het hof het opleggen van een straat- en contactverbod. Daarom laat het hof het opgelegde straat- en contactverbod in stand.

Meer weten?

Wilt u meer weten over straat- en contactverboden? Of hebt u hulp nodig van een familierechtadvocaat? Neem dan vrijblijvend contact met ons.

Gepubliceerd op 16 juli 2021 door: mr. J. (Jorika) Todorov