Arriva schendt zorgplicht jegens treinmachinist

Geplaatst op 3 januari 2024 door mr. T.H. (Timothy) Boerendonk

Op 28 november 2023 deed het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden uitspraak in een zaak waarin een werknemer zijn (oud)-werkgever Arriva aansprakelijk stelde op basis van werkgeversaansprakelijkheid. Volgens de werknemer liep hij psychische klachten op door zijn werk en schoot Arriva tekort in diens zorgplicht als werkgever. In eerste aanleg wees de kantonrechter de vordering af. Daarop ging werknemer in hoger beroep. In deze blog bespreek ik, voor zover relevant, de uitspraak van het hof.

Wat was er aan de hand?

Werknemer werkte vanaf 2012 als treinmachinist bij Arriva. Tijdens zijn dienstverband raakt hij bij meerdere incidenten betrokken. Het ging om incidenten zoals aanrijdingen, spoorlopers, suïcidepogingen en agressieve reizigers.

Twee incidenten die in het bijzonder van belang zijn

TreinmachinistIn de procedure komen een zestiental incidenten aan bod in de periode juni 2013 tot en met september 2015. Twee incidenten zijn in het bijzonder van belang. Op 5 december 2013 raakt werknemer betrokken bij een ongeval met een aanhangwagen op het spoor. De dissel van de aanhangwagen doorboort de voorruit van de cabine en mist werknemer ternauwernood (hierna: incident één). Op 9 juli 2014 raakt werknemer opnieuw betrokken bij een ongeval. Dit keer met een personenauto die zich op het spoor bevindt. Als gevolg van het ongeval overlijden twee inzittenden van de auto vrijwel direct en raakt een derde zwaargewond (hierna: incident twee).

Wat er na de incidenten gebeurde…

Enkele dagen na incident één voelt werknemer zich niet goed en heeft hij een onderzoek in het ziekenhuis. Hij blijft daarom thuis. Zijn leidinggevende brengt hem dan een bezoek aan huis en houdt (onaangekondigd) een functioneringsgesprek. De leidinggevende wijst werknemer in dit gesprek op zijn wijze van communicatie. Ook werd duidelijk dat werknemer op zijn beurt niet te spreken is over het contact met de leidinggevende en de begeleiding die hij ontvangt. Volgens hem ontvangt hij te weinig opvang en begeleiding na incident één. Na incident twee voert werknemer meerdere gesprekken met de bedrijfspsycholoog. Ook dan wordt duidelijk dat werknemer met de incidenten in zijn maag zit. Volgens de bedrijfspsycholoog lijkt sprake van een stressstoornis en is nadere evaluatie en behandeling nodig. Na een doorverwijzing voert werknemer meerdere gesprekken bij een gespecialiseerde zorginstelling.

Per eind maart 2015 hervat werknemer zijn werkzaamheden weer volledig. Hierna wisselt werknemer echter meerdere ziekmeldingen af met pogingen tot re-integratie. Op advies van de bedrijfsarts past Arriva de werkzaamheden van de werknemer aan. Het lukt werknemer echter niet om structureel zijn oude werkzaamheden te hervatten. Na onderzoek wordt een posttraumatisch stresssyndroom (PTSS) gediagnosticeerd. Er volgt een intensief therapeutisch traject bij meerdere instellingen. Per 9 april 2019 krijgt werknemer een WIA-uitkering op basis van 80 tot 100% arbeidsongeschiktheid. De verzekeringsarts van het UWV spreekt van een ernstige psychische stoornis, waardoor onvermogen in het persoonlijk en sociaal functioneren bestaat. Per 30 januari 2020 krijgt werknemer een IVA-uitkering toegekend. Het dienstverband met Arriva eindigt per 13 mei 2019.

De vordering van de werknemer

Volgens werknemer heeft hij psychische klachten (PTSS) door zijn werk. Voorts meent hij dat Arriva tekort is geschoten in haar zorgplicht als werkgever. Werknemer vordert onder meer dat het Hof Arriva veroordeelt om alle door hem door de PTSS geleden schade aan hem te vergoeden.

Oordeel van het hof

Volgens het hof staat vast dat werknemer lijdt aan een beroepsziekte (PTSS). Voor toewijzing van de vordering is echter ook vereist dat Arriva haar zorgplicht schond en dat causaal verband bestaat tussen deze schending en de ziekte.

Hoewel volgens de Hoge Raad artikel 7:658 van het Burgerlijk Wetboek geen absolute bescherming beoogd, is de werkgever wel verplicht om maatregelen te treffen die redelijkerwijs nodig zijn om te voorkomen dat de werknemer schade lijdt. Aan de hand van de omstandigheden van het geval wordt beoordeeld wat van de werkgever in redelijkheid wordt gevergd. Gelet op de ruime strekking van de zorgplicht kan niet te snel worden aangenomen dat de werkgever daaraan heeft voldaan.

Geen verdergaande zorgplicht

Werknemer voert in de procedure aan dat Arriva een verdergaande zorgplicht heeft dan in het algemeen geldt. Volgens appellante is namelijk sprake van psychosociaal belastende werkomstandigheden. Hiervoor verwijst hij naar het Rooyse Wissel-arrest. Het Hof gaat hier niet in mee. In het aangehaalde arrest was sprake van een TBS-kliniek met delictgevaarlijke TBS-patiënten. Het werk als machinist is volgens het hof niet op die wijze inherent gevaarlijk. Volgens het hof dient Arriva maatregelen te treffen die in redelijkheid van haar gevergd kunnen worden om te voorkomen dat haar machinisten worden blootgesteld aan traumatische gebeurtenissen, zoals ongevallen en onveilige situaties. Indien zich een traumatische situatie voordoet, moet Arriva adequate nazorg verlenen. Dit door middel van begeleiding en ondersteuning en door de getroffen machinist te ontlasten. Welke nazorg in een concreet geval nodig is, is afhankelijk van de (gezondheids)situatie van de machinist en van diens behoefte, die Arriva in kaart moet brengen.

Schending zorgplicht

Volgens het hof heeft Arriva een vergaande verplichting tot het verzorgen van adequate nazorg. Volgens het hof is Arriva daarin tekortgeschoten. Werknemer ontving géén begeleiding na het ongeval van incident één. Er werd echter wel onaangekondigd een functioneringsgesprek bij werknemer thuis gevoerd, waarin hij werd gewezen op zijn wijze van communiceren. Ondanks dat werknemer aangaf dat het niet goed met hem ging en dat hij begeleiding had gemist na het ongeval, heeft leidinggevende hem geen (externe) begeleiding aangeboden. Die begeleiding kreeg hij na het ongeval van 9 juli 2014. Volgens het hof is Arriva tekortgeschoten in haar verplichting adequate nazorg te verstrekken na incident één.

Ook ten aanzien van enkele contactmomenten met werknemer schond Arriva haar zorgplicht. Volgens het hof was Arriva bekend met de kwetsbare situatie van werknemer. Arriva heeft volgens het hof echter niet duidelijk gemaakt dat in het contact met werknemer rekenschap werd gehouden met deze kwetsbare psychische situatie van werknemer en diens behoefte aan ondersteuning.

Het hof bespreekt in zijn arrest onder meer een tweetal brieven die Arriva naar werknemer stuurde.

In een brief van 13 augustus 2015 wordt werknemer aangesproken op het vergeten van zijn diensttelefoon, waarbij wordt gewezen op het opleggen van een disciplinaire maatregel bij herhaling. Een volgens het hof een forse terechtwijzing op een gering verzuim. In een brief van 21 augustus 2015 wordt werknemer terechtgewezen op zijn wijze van communicatie naar aanleiding van een bejegeningsklacht van een reiziger en een melding in het logboek van een incident met een reiziger. Volgens Arriva had de werknemer de klacht en het incident kunnen voorkomen als hij op de juiste klantvriendelijke manier had gehandeld. Door zijn houding en toonzetting roept hij irritatie bij de ander op, aldus Arriva. Ondanks de eerdere aankondiging legt Arriva geen disciplinaire maatregel op. Ook ten van deze brief heeft Arriva haar verplichting om adequate nazorg te geven geschonden.

Namens Arriva is tijdens de mondelinge behandeling bij het hof opgemerkt dat de brief van 21 augustus 2015 niet op deze manier verstuurd had moeten worden. Volgens het hof had deze brief echter helemaal niet verstuurd moeten worden! Volgens het hof heeft Arriva in plaats van werknemer te ondersteunen, hem via deze brief onder druk gezet. Daarmee is Arriva ook ten aanzien van deze brief in de nazorgverplichting jegens werknemer tekortgeschoten.

Uitspraak

Volgens het hof lijdt werknemer aan een beroepsziekte (PTSS) die bij zijn werk voor Arriva is ontstaan. Arriva is, zo oordeelt het hof, tekortgeschoten in haar zorgplicht. Daarom is zij  aansprakelijk voor de schade die werknemer lijdt ten gevolge van de PTSS.

Waarom is deze uitspraak interessant?

Volgens het hof geldt bij de functie als treinmachinist geen bijzondere zorgplicht, zoals dat bijvoorbeeld voor een TBS-kliniek wel geldt. De uitspraak laat echter wel zien dat een vergaande zorgplicht bij de werkgever ligt. Niet alleen om ongevallen te voorkomen, maar ook om adequate nazorg te verlenen. Alhoewel Arriva geen verwijt treft voor de werkomstandigheden die leiden tot de twee met name genoemde incidenten, oordeelt het hof dat de werkgever toch aansprakelijk is wegens het verlenen van te weinig nazorg.

Slot

Hebt u vragen over het verhalen van letselschade? Of zoekt u een enthousiaste en gedreven letselschadeadvocaat om u bij te staan? Neem dan vrijblijvend contact met ons op!

Gepubliceerd op 3 januari 2024 door: mr. T.H. (Timothy) Boerendonk