Motivering van smartengeld door rechters moet beter

Geplaatst op 5 juli 2019 door mr. E.W. (Edwin) Bosch

Deze week vroeg Slachtofferhulp Nederland in de media voor de motivering van smartengeld. Met name in strafzaken, waarin slachtoffers een vordering benadeelde partij indiende.

Willekeur…

Bij het bepalen van de hoogte van het bedrag aan smartengeld voor slachtoffers is volgens Slachtofferhulp Nederland sprake van willekeur. In vergelijkbare zaken zijn “onaanvaardbare verschillen”, aldus Rosa Jansen, bestuursvoorzitter van Slachtofferhulp Nederland. Rechters moeten de door hen toegekende bedragen daarom gaan motiveren.

Smartengeld is een vergoeding voor ‘immateriële schade’, dus bij lichamelijke of geestelijk letsel. “De hoogte van het bedrag verschilt per gerecht en per rechter”, zegt Jansen. “Het ene slachtoffer krijgt 10.000 euro, waar iemand in een vergelijkbare zaak 2000 euro krijgt. Dit zijn onaanvaardbare verschillen die wij de slachtoffers niet kunnen uitleggen.” Daarom moet de rechter in zijn vonnis/arrest de motivering van het smartengeld beter uitleggen.

De twee halfzusters….

Laurens Kock, juridisch medewerker bij Slachtofferhulp, wees ondermeer op twee halfzussen uit Den Haag, die jarenlang werden misbruikt door een pastor uit de Ghanese kerk. De halfzussen vroegen in het strafproces van D. om € 25.000 immateriële schadevergoeding, oftewel smartengeld. ,,Dat kwam ons voor als een redelijk bedrag”, zegt juridisch adviseur Laurens Kock in het Algemeen Dagblad. ,,Maar wat kent de Haagse rechtbank toe? Slechts € 5.000. Wij kunnen zo’n laag bedrag niet beredeneren. We steken veel tijd in vergelijkingen met eerdere zaken, maar de conclusie is: je kunt er gewoon geen peil op trekken.”

In deze zaak had mijn kantoorgenote, die de slachtoffers bijstond, aansluiting gezocht bij de bedragen die aan slachtoffers van seksueel misbruik in de Katholieke Kerk zijn uitgekeerd. Waarom slachtoffers in een Ghanese kerk een lager bedrag aan smartengeld zouden moeten ontvangen dan slachtoffers in de katholieke kerk wordt in het vonnis van de rechtbank helaas niet uitgelegd. De rechtbank overwoog enkel:

Gelet op de onderbouwing van de vordering betreft de geleden immateriële schade van de benadeelde partij naar het oordeel van de rechtbank tenminste € 5.000,00. De rechtbank is van oordeel dat de behandeling van het overige deel van de gevorderde immateriële schadevergoeding te ingewikkeld is en aldus een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. Gelet hierop zal zij de benadeelde partij in dat deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaren.

Zoals vaker gezegd klinkt “niet-ontvankelijk” en “verwijzing naar de civiele rechter” vriendelijk. Doch dat is het zeker niet. Immers moet het slachtoffer dan opnieuw door een belastende rechtszaak. Bovendien kan de civiele rechter, anders dan de strafrecht, geen schadevergoedingmaatregel opleggen. Daardoor is er ook geen voorschotregeling van toepasing.

Gebrek aan motivering bij toewijzing van smartengeld…

Vrouwe justitiaWat daarbij steekt, is dat rechters de hoogte van de schadevergoeding niet motiveren. Onderaan elk strafrechtelijk vonnis staat slechts te lezen: Naar redelijkheid en billijkheid: zoveel euro. Volgens Rosa Jansen is het tijd dat rechters hun beslissing gaan onderbouwen. “Redelijkheid en billijkheid moet je kunnen baseren op jurisprudentie, op eerdere uitspraken. De rechterlijke macht zou zijn eigen database van uitspraken moeten aanleggen.” Op basis daarvan zou de rechter bij toewijzing van het smartengeld de motivering van het smartengeld expliciet moeten opnemen in diens beslissing.

Absolute bedragen niet gestegen?

De hoogte van smartengeld is in de afgelopen jaren bovendien niet gestegen, zegt Jansen. “De bedragen zijn niet meegegaan met de inflatie. In 1995 stond in de wet dat smartengeld een maximum kende van 1500 gulden [in strafzaken; toevoeging EB]. Hoewel dat maximum is losgelaten, zie je dat veel rechters in die bedragen zijn blijven hangen, terwijl het leven wel duurder is geworden. We zoeken een rechtsontwikkeling, die er nu niet is.”

Die ontwikkeling zien Jansen en Kock wel binnen de civiele rechtspraak. Zo heeft het Hof in Arnhem recent gesteld dat schadevergoedingen met 10 procent moeten stijgen om de inflatie te corrigeren. De redenering: de prijzen in de loterij zijn de afgelopen jaren gestegen. Als de waarde van geluk stijgt, moet de waarde van pech ook stijgen.

Hoogste bedrag aan smartengeld…

Alhoewel ik de oproep van Slachtofferhulp van harte ondersteun, zie ik anders dan Slachtofferhulp motivering van smartengeld, tendens omhoogwel een tendens dat het niveau van het smartengeld omhoog gaat. Was tot voor kort het maximaal toegewezen bedrag aan smartengeld in Nederland € 136.000, wees het hof Den Haag in maart 2018 in een zaak die ik mocht bepleiten € 250.000,00 aan smartengeld toe. Dat is nu het hoogste bedrag dat aan smartengeld in Nederland is toegewezen.

Alhoewel niet te ontkennen is dat dit een fors bedrag is, steekt dit bedrag in Europees perspectief nogal schril af. In het Verenigd Koninkrijk is het hoogste toegewezen bedrag € 330.000,-. In Duitsland is dat zelfs € 700.000,-. En dat terwijl de Duitse samenleving toch niet zeer afwijkt van die in Nederland. De afstand tussen beide landen, bij de grens, is niet meer dan een grote stap. Een grote stap met grote gevolgen.

De recent gestarte rechtsontwikkeling moet alleen verder ingang vinden. Daarvoor is nodig dat letselschade advocaten hun vordering goed en uitgebreid motiveren. Daarmee worden rechters uitgenodigd om hun vonnissen c.q. arresten beter te motiveren.

EditieNL besteedde in haar uitzending aandacht aan de oproep van Slachtofferhulp, waaraan ik mocht bijdragen.

 

Gepubliceerd op 5 juli 2019 door: mr. E.W. (Edwin) Bosch